De historie
van
Al in een vroeg stadium voetbalde Ajax
regelmatig over de landsgrenzen. Deze oude plaat
werd in 1913 in Brussel genomen.
In 1910 won Ajax het kampioenschap van de
AVB en ontving daarvoor het "Gouden Kruis". Op
de foto staan van links naarrechts: Holst, Polman,
Jan Pelser, Van de Lee, Fortgens, Schoevaart,
Adriaan Pelser, Kammeyer, Leibrandt en Van de
Broeke.
Hoewel de bouwstenen van wat eens
Neerlands meest geliefde en gelauwerde
club zou worden al vanaf 1893 werden
opgestapeld via een jongensclubje nabij het
Willemspark, werd de "Amsterdamsche
Football Club Ajax" officieel pas opgericht
op 18 maart 1900. Flo ris Stempel, Han
Dade en Carel Reeser riepen ambitieuze
jonge voetballers op die datum bijeen in
Café Oost-Indië in de Kalverstraat, waar de
oprichtingsvergadering plaatsvond.
In 1902, na twee seizoenen in de
Amsterdamse Voetbal Bond, werd Ajax
toegelaten tot de derde klasse van de
Nederlandse Voetbal Bond. Dat succes
werd een jaar later gevolgd door promotie
naar de tweede klasse.
In 1908 fuseerde Ajax met derdeklasser
'Holland' en drie jaar later volgde onder
leiding van Ajax' eerste trainer, de Ier John
Kirwan, promotie naar de eerste klasse.
Bekende spelers in deze periode waren
Fons Pelser, Jan en Frans Schoevaart, Gé
(datzelfde jaar de eerste Ajacied in het
Nederlands elftal) en Jan Grootmeijer.
De eerste jaren in de hoogste afdeling
verliepen moeizaam voor Ajax. Na twee
ontsnappingen kwam het in 1914 tot
degradatie, de enige maal dat Ajax ooit
moest afdalen.
Al na drie jaar maakte Ajax echter een
indrukwekkende rentree op het hoogste
niveau, en reeds het eerste seizoen (1917-
18) werd bekroond met het
landskampioenschap, het eerste uit de
historie. De namen van de eerste Ajacieden
die zich kampioen van Nederland mochten
noemen, mogen hier uiteraard niet
ontbreken: doelman Jan Smit, backs Fons
Pelser en Frans Couton, half-backs Henk
Hordijk, Joop Pelser en Frits Terwee en
voorhoedespelers Jan de Natris, Jan van
Dort, Theo Brokmann, Frans de Haan en
Wim Gupffert.
Ook het jaar daarop kon Ajax weer de
kampioensvlag uitsteken, ditmaal zelfs
ongeslagen. Daarna volgde een lichte
terugval, al werd in 1921, 1927 en 1928 wel
het afdelingskampioenschap behaald.
Tijdens de jaren twintig werd de basis
gelegd voor een fantastisch elftal. Dit
gebeurde onder de bezielende leiding van
de onvergetelijke Engelse trainer Jack
Reynolds. Een man die gedurende meer
dan dertig jaar zijn stempel op de club zou
drukken.
PRESENTATIEGIDS AJAX '94 '95
113