Amerika 280 miljoen zielen telt is het al de
moeite waard de belangstelling voor het
voetbal op te wekken. Ze hebben nu het
WK en over twee jaar het Olympisch
voetbal, wat in Amerika meer leeft dan het
wereldkampioenschap. Men is gevoeliger
voor de Olympische gedachte. Het is nu
een gunstig moment om een goeie sfeer
rond dat voetbal te krijgen en al zou het
maar populair worden in een paar staten,
dan praat je al gauw over gebieden die veel
groter zijn dan Nederland. Je moet de
illusie loslaten dat heel Amerika
voetbalminded wordt. Alleen in bepaalde
delen van het land kan dat lukken en daar
moet je een infrastructuur maken die de
ontwikkeling van het topvoetbal
stimuleert. Of het lukt weet niemand. Het
blijft slechts speculeren."
Na twee seizoenen met
tevredenstemmende prestaties keerde
Michels de Verenigde Staten de rug toe en
keerde terug naar Europa. Bij FC Köln ging
hij aan de slag. Geen makkelijke opgave, zo
bleek. Een Nederlander in een Duitse
cultuur. Aanvankelijk was de club
succesvol, ondanks een teveel aan vedetten
en een slechte instelling en mentaliteit. Het
liep uiteindelijk verkeerd af. Breekpunt was
een verschil van mening over het te voeren
beleid. Het opende de deur naar de KNVB,
waar Rinus Michels in 1984 als technisch
directeur in dienst trad.
"Ook daar waren problemen", glimlacht de
man die Nederland naar een eerste
internationale titel voerde, "hoe het komt
weet ik niet, maar ik kom altijd ergens
waar moeilijkheden liggen die eerst
opgelost moeten worden voordat het echte
werk kan beginnen. Men denkt
waarschijnlijk dat ik daar goed mee
overweg kan of zo.
Die problemen ontstaan vaak wanneer
mensen met een bestuursfunctie menen,
dat ze het werk van de professionals
moeten beïnvloeden. Maar zo werkt dat
natuurlijk niet. Zij moeten de professionals
aanstellen die mede dankzij een optimale
bestuurlijke ondersteuning zo goed
mogelijk hun werk moeten doen. En als er
niet naar tevredenheid gepresteerd wordt
moet je ze wegsturen. Dat gebeurt dus vaak
niet en daardoor ontstaan altijd in
sportbonden grote problemen"
Michels kreeg bij de KNVB een
coördinerende functie, met als doel alle
partijen weer in het spoor te krijgen. Dat
leidde tot enige conflicten, het vertrek van
Rijvers en de komst van Leo Beenhakker
als bondscoach en Dick Advocaat als
assistent. Die constructie bleef in tact tot
het moment kwam dat Beenhakker in
discrediet werd gebracht door leden van
het bestuur betaald voetbal en hij koos
voor Real Madrid.
Michels, inmiddels weer teruggekeerd na
een jaar afwezigheid vanwege een by-pass
operatie, nam de taak van bondscoach
over. Het mondde uit in de euforische
triomf tijdens het EK 1988 in Duitsland.
Nooit eerder was Nederland zo Oranje
gezind. Het Europees Kampioenschap
1992 in Zweden was Michels' laatste
toernooi.
Naar een hoger gemiddelde
"Natuurlijk heb ik een fantastische
trainerscarrière gehad, beschouwt Michels,
"ten eerste omdat ik het geluk had bij Ajax
vanaf niks te beginnen. Althans op
voetbalgebied. Het potentieel was wel
behoorlijk. Als team was het knudde. En
dan in vijf of zes jaar tijd naar de top.
Welke trainer kan dat zeggen? Ik gelukkig
wel. Dan over naar Barcelona met een
kampioenschap na veertien jaar, dat geeft
je een aureool, een enorme goodwill. Ik
denk ook aan 1974 in West Duitsland waar
wij niet alleen in prestatie geweldige dingen
deden maar waar vooral het spel
internationaal veel indruk maakte. Het
geeft je een status die je niet meer kwijt
raakt. Het geeft je ook een genoegdoening
waar je alleen maar verschrikkelijk blij mee
mag zijn. Natuurlijk betaal je ook tol. De
spanningen, de stress, is enorm. Maar dat
weet je nu eenmaal en voor een deel zoek
je dat. Dat is één van dingen die trainers nu
eenmaal hebben. Als je een vak hebt waar
hobby en werk samengaan, betekent dat
met hart en ziel je werk doen en je totaal
geven. Dat kost verschrikkelijk veel
energie. Ik heb nog het geluk gehad dat het
"thuisfront" mee wil, maar dat betaalt ook
tol.
Terugkijkend is alles zeker de moeite
waard geweest en dat is iets wat niet
iedereen kan zeggen"
Over het voetbalspel kan Michels lang
uitwijden. De wijze waarop hij tijdens het
wereldkampioenschap in 1974 Nederland
totaalvoetbal liet spelen was revolutionair
en sprak internationaal zeer aan.
Nu is het normaal, maar toen vonden
bijvoorbeeld buitenspelers het niet nodig
om mee te verdedigen. Daar waren
anderen voor, vond men. Michels denkt er
met enige weemoed aan terug: "Wat ik met
Piet Keizer niet in de clinch heb gelegen,
maar ook met andere aanvallers en
middenvelders. Het leek allemaal zo simpel
AJAX MAGAZINE JUNI 1994