op betaald voetbal. Integendeel, hij kon in
Ajax 5 plaatsnemen toen hij de stap van de
jeugd naar de senioren maakte.
"Ik kwam in een elftal met gevestigde
namen als Willem Meester, Rob en Hans
Dukker en Cor van der Wal. Daar keek je
wel een beetje tegenop maar ik werd prima
opgevangen. Zoals dat in alle elftallen het
geval was. Daardoor heb ik ook altijd met
erg veel plezier gespeeld. Vooral die
gezelligheid na de wedstrijd, wat drinken,
wat kletsen, altijd was er sprake van veel
saamhorigheid. Zoals dat ook vaak het
geval is bij een echte amateurclub. Daar zit
dat sociale aspect, denk ik, vrijwel in de
hele vereniging. Bij Ajax is het misschien
wat meer elftalgericht maar er zijn ook wel
veel contacten met jongens met wie je
traint. We gaan goed met elkaar om.
Vooral plezier en gezelligheid. Daar gaat
het bij mij om"
Net geen contract
Hij was 'een beetje het type Bennie Muller,
een bijtertje, en met hard werken bracht hij
het toch tot Ajax 3.
"Maar dat was wel het eerste amateurelftal
van Ajax, van waaruit in die tijd jongens
nog wel eens sprong naar het betaalde
voetbal maakten. Bobby Haarms heeft nog
geprobeerd mij in aanmerking te laten
komen voor een contractje maar Rinus
Michels vond mij met m'n 25 jaar toen te
oud. Ja, dat was toch wel jammer maar
absoluut geen reden om Ajax te verlaten, al
waren er veel clubs uit het amateurvoetbal
die mij vroegen "om lekker bij hun te
komen spelen". Ik zei dan altijd dat ik
lekker bij Ajax bleef voetballen. Ik voelde
me er thuis, ik hoorde daar gewoon bij.
Bovendien speelde je op een goed niveau,
met een prima accommodatie, in een
lekkere sfeer en met uitstekende faciliteiten
en medische begeleiding hoewel ik van dat
laatste gelukkig weinig gebruik heb hoeven
te maken."
Na twaalf jaar in Ajax 3 begon Joop de
Vries aan de weg terug en belandde hij
uiteindelijk weer in Ajax 5. Daar speelden
veel die op zondag jeugdleider waren en
daardoor vaak verstek moesten laten gaan
terwijl ze eigenlijk graag wilden blijven
voetballen.
"En zo is in die groep van spelers met
jongens als Frans en Rolf Grootenboer,
Frits Andriese, Max Vischschoonmaker,
Ron Oudendijk, Robbie Ombre, Tommy
Kamlag en Jan Buskermolen het idee
geboren om op zaterdag te gaan spelen.
Het was eigenlijk een geintje. Een trainer
hadden we niet. Dat deden we zelf. Een
leider wel: Ton Alleman. We voetbalden
echt voor ons plezier."
Bobby Haarms
"Maar omdat we steeds kampioen werden
kreeg het zaterdagvoetbal steeds meer
aanzien. We kregen een trainer. Steeds een
ander, tot Ajax 4 ook naar de
zaterdagafdeling ging en Bobby Haarms
onze vaste trainer werd. Dat kwam de
gezelligheid en de saamhorigheid in de
groep ten goede want Bobby wist er wat
van te maken.
Ik speelde altijd op de hallplaats. Nee, nu
niet meer. Nu linksback in Ajax 4. Ja, ja, ik
kom nog zeker mee naar voren, want ook
op dit niveau proberen we het Ajaxsysteem
te spelen. Mee naar voren en op tijd terug.
Dat heb ik van Bobby geleerd. Ik kan mij
nog goed herinneren dat ie altijd tegen mij
zei: "Joop, je mag gaan zo vaak als je wilt
maar als de tegenstander in balbezit is wil
ik je weer op je plaats hebben en als je dat
niet doet kan je het schudden". En dan
kreeg je echt van hem op je donder. Een
prachtvent, Bobby. Hij bracht ons op een
hoger plan en het eerste elftal ging al snel
van de AVB naar de KNVB. Zelf was ik met
nog een aantal spelers inmiddels
teruggevallen naar het tweede elftal hoewel
Bobby een aantal spelers uit dat tweede
toch nog even nodig had om het eerste
elftal te helpen kampioen te worden voor
de sprong naar de KNVB."
Dat het zaterdagvoetbal bij Ajax steeds
serieuzer werd genomen bleek wel uit het
feit dat eerst Johan Cruijff en later ook
Louis van Gaal achter die zaterdag gingen
staan om het een nog hogere waarde te
geven.
Joop de Vries ondersteunt de doelstelling
om het eerste elftal zo hoog mogelijk te
laten spelen, als een springplank voor jong
talent. "Dat lukt alleen", zegt hij, "wanneer
je op een goed niveau opereert. Anders
gaan ze weg en zoeken een goeie
amateurclub in de omgeving op. Het is wel
leuk dat, wat wij ooit als een soort grap en
echt voor de gezelligheid zijn begonnen, nu
een onderdeel van de opleiding is
geworden. Daar hadden we aan het begin
nooit aan gedacht."
Inmiddels had zich nog een ontwikkeling
voltrokken. Doordat Ajax 3 van de zondag
ook naar de zaterdag was verhuisd en het
aantal jonge spelers steeds groter werd,
kwamen de "oudjes" van het derde elftal
steeds meer in de verdrukking.
"We besloten op donderdagavond te gaan
spelen. Lekker onder elkaar, alleen maar
vriendschappelijke wedstrijden en dan één
keer per veertien dagen. Jan Buskermolen
en Wim Heisterkamp zetten dat op. Nou,
dat één keer per veertien dagen werd al
gauw eenmaal per week. Na een jaar
gingen we toch wel die wedstrijdspanning
en de strijd om de punten missen. Het
echte wedstrijdelement ontbrak. Dat Ajax-
donderdag werd toen Ajax 4. We zijn in de
reserve 3e klasse AVB begonnen. Na vier
wedstrijden bleek dat wij veel te sterk
waren en hebben we dispensatie gekregen
om maar meteen in de reserve 2e klasse te
mogen spelen en daarin zijn we nu
kampioen geworden. Mede dankzij Henk
Buskermolen die al een aantal jaren onze
trainer is. We zijn hem daar erg dankbaar
voor."
Het nieuwe stadion
De 52 levensjaren zie je niet meteen aan
Joop de Vries af. Wanneer hij op
zaterdagmiddag de vaak veel jongere
buitenspelers uitschakelt en 'en passant' de
Ajax-aanval ondersteunt, vraag je je af hoe
lang de kleine animator nog doorgaat.
Volgend seizoen zal hij er zeker bij zijn,
wanneer Ajax 4 het een klasse hoger gaat
proberen tegen weer sterkere
tegenstanders. Joop de Vries haalt zijn
schouders op.
"Ja, het voetballen houdt natuurlijk een
keertje op. Ik denk nog een paar jaar." En
dan komt er, aan het eind van het gesprek
met deze echte Ajacied, toch nog een kleine
wens naar voren. Ik zou zeker tot aan de
opening van het nieuwe stadion willen
doorgaan met voetballen. Dan daarin nog
een paar wedstrijden spelen en dan
stoppen. Dat lijkt me wel wat!"
A I AY AA A r. A 7 I Rl C IIIMI1QQ/1