Alles wordt met elkaar besproken. We evalueren iedere training en ook iedere wedstrijd, samen met de spelers. Ik maak ook wedstrijdanalyses hoewel Tonny Pronk het overgrote deel doet. Verder train en coach ik het tweede elftal waar veel tijd in gaat zitten. Die jongens trainen op maandag, donderdag, vrijdag, twee keer zaterdag en hebben dinsdagavond een wedstrijd of een training. Wij zien het tweede elftal als een opleidingselftal. Waar het omgaat is het eerste. Daar zijn we allemaal voor aan het werk. Het is de bedoeling om toch ieder jaar een of twee spelers door te laten stromen. De prestatie staat niet voorop. De opleiding, de speler op zich is het belangrijkste en daarna de prestatie. Er is geen verschil in oefenstof tussen het eerste en het tweede. We trainen in de geest van het eerste elftal. Dat doen we om ze te laten wennen aan waarmee ze in het eerste elftal te maken krijgen. Als er spelers door blessures vanuit het tweede elftal bij het eerste team gevoegd moeten worden is het hun bekend wat er gedaan moet worden. Andersom krijg ik wel eens spelers van het eerste elftal en dan overleg ik met Louis op welke positie ze spelen want dat is belangrijk. Uiteindelijk is het wel zo dat we met dat tweede elftal altijd bovenin meespelen omdat we natuurlijk goeie spelers hebben. Kampioen worden is echter niet de hoofddoelstelling. Ik doe dat elftal nu voor het tweede jaar en het zou naar buiten uit natuurlijk heel leuk zijn als je kampioen van Nederland zou worden. Maar als je aan het eind van het seizoen moet constateren dat niet één speler in staat is het niveau van het eerste elftal te halen, dan heb je daar uiteindelijk weinig aan." Hoe ervaar je je functie als assistent trainer? "Bij Ajax leer je ontzettend veel. Het is een prima opleiding voor iemand die straks misschien toch een keer op eigen benen wil staan. Maar die drang heb ik nog helemaal niet omdat ik nog heel veel plezier in m'n werk heb. Ik zit bij een fantastische club, voor mijn gevoel bij het beste clubteam ter wereld. Toen ik vier jaar bij Haarlem gewerkt had dacht ik: nu ga ik het zelf doen. Dat laatste half jaar als hoofdtrainer was mij prima bevallen. Dan komen er een aantal clubs en dan komt Ajax. Bij Ajax kan je jeugdtrainer worden. Dan moet je kiezen. Werken bij een club waarvan je de sportieve beperkingen weet of Ajax, weliswaar als jeugdtrainer maar met het idee dat je kan doorstromen omdat je alle papieren hebt en uit de Ajax-school komt. Het is als assistent-trainer belangrijk dat je over heel veel dingen dezelfde ideeën hebt als de hoofdtrainer. Anders krijg je problemen. Louis is eerste man en ik schik mij gewoon daarin. Natuurlijk ben ik wel aanspreekbaar voor de resultaten van het eerste elftal maar Louis is eindverantwoordelijk. Om het een beetje negatief te zeggen: ten aanzien van het eerste elftal krijgt Louis alle klappen terwijl hij juist een heleboel in overleg doet. En daar leer je heel veel van. Een club als Ajax is veel complexer dan welke club in Nederland ook. PSV kan je Een hoogtepunt in de trainersloopbaan van Gerard van der Lem was de winst van de UEFA-Cup in 1992. Zijn aandeel in de Ajax-triomf werd geïllustreerd door de wijze waarop Louis van Gaal zijn assistent in de feestvreugde betrok. daar misschien bijnemen maar meer ook niet. Ook niet Feyenoord. Er komen zoveel dingen op je af. Zaken waarbij je eigenlijk nooit bij hebt stilgestaan. Nu is het zo dat Louis een hoop van die dingen met mij deelt. Dus ik doe die ervaringen op waarvan je denkt... Ja? "Nou, als Ajax een speler wil kopen praat je niet meer over bedragen van een paar duizend gulden. Daar zijn miljoenen mee gemoeid. Je moet dus beslissen over grote bedragen. En je gaat praten met spelers die over een grote persoonlijkheid moeten beschikken, buiten de voetbalkwaliteiten, en als ik dan zie hoe Louis dat doet, dan leer ik daar heel veel van. Hoe hij de

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 98