"Als jeugdtrainer kreeg il
jongens"
Een gesprek met Gerard van der Lem
Interview
door Tijn Middendorp
foto's Louis van de Vuurst
Hij bleek niet de makkelijkste jongen te zijn toen hij op 10-jarige
leeftijd bij Ajax z'n opwachting maakte. Hetgeen resulteerde in
een vroegtijdig vertrek uit de Meer.
Na omzwervingen in het vaderlandse voetbal keerde hij op
verzoek van Leo Beenhakker terug naar Ajax als jeugdtrainer,
waarna Louis van Gaal hem ruim twee jaar geleden vroeg zijn
assistent te worden.
Nog altijd vindt hij het een belevenis om bij Ajax iedere dag weer
zoveel te mogen meemaken omtrent het voetbal en alles wat
daarbij komt kijken. Een prima leerschool want ooit wil ook hij op
eigen benen gaan staan en alle kennis benutten die hij nu opdoet.
Hoe ziet je carrière er uit?
"Ik kwam als jongetje van 10 jaar bij Ajax
in de pupillen samen met Pim van Dord.
Ze hadden me, geloof ik, ergens op een
veldje zien voetballen en zagen wel wat in
me. Ik werd aangenomen en daar was ik
erg trots op. Alleen, ik was wat lastig. En
niet gewoon lastig maar lastiger dan
iemand anders in z'n pubertijd. Ik
accepteerde geen enkele vorm van gezag.
Daar verweerde ik mij enorm tegen en niet
altijd op een even rationele manier. Ik
kreeg met iedereen problemen. Op school,
met m'n vader, bij Ajax, noem maar op.
Dus moest ik weg en ging naar Zeeburgia.
Ik wilde eigenlijk alleen nog maar voor
m'n plezier voetballen. Na een jaar stonden
FC Amsterdam en FC Utrecht op de stoep
maar dat zag ik niet zitten. Gewoon lekker
voetballen en meer niet. Maar een jaar
later kwamen die clubs weer en omdat ik
ook de militaire dienst in moest, wat ik
natuurlijk helemaal niet zag zitten, dacht ik
misschien daar een beter leven te hebben
door bij één van die clubs te gaan spelen en
koos ik voor FC Amsterdam. Dat was
eigenlijk de start in het betaalde voetbal. Ik
was toen 19 jaar.
Twee jaar daar gespeeld met spelers als Jan
Jongbloed, Rob Bianchi, Jan Fransz en
Fritsie Flinkenvleugel. En nog met veel
succes ook, zoals het bereiken van de
kwartfinale in de Europa Cup; en dat met
een ploeg die eigenlijk niet zo gek veel
voorstelde. Maar we vormden een echt
team en dat bracht ons het succes. Daarna
72