Het zaterdaggevoel van
Robin Fokke
Zaterdagamateurs
Hoe is je loopbaan bij Ajax geweest?
"Dit wordt m'n achtste jaar. Als eerstejaars
C-junior ben ik bij Ajax gekomen.
Daarvoor speelde ik vier jaar bij SV
Diemen. Geen idee wie me heeft "ontdekt".
Gewoon gevraagd voor een proefwedstrijd
en dan mag je blijven. De hele jeugd
doorlopen. Veel trainers meegemaakt zoals
Wim Rijsbergen, Tonnie Bruins Slot, Barry
Hulshoff, in de B junioren meneer Borman
en Dick de Groot en in de A jeugd Tonnie
Pronk, Gerard van der Lem en Spitz Kohn.
Van de Al als amateur naar Ajax 2 onder
Gerard van der Lem en nu dan de zaterdag 1
met Dick de Groot."
Hoe ging dat stapje terug van Ajax 2
naar de zaterdag 1
"Ie leunt al een beetje tegen dat betaalde
voetbal aan en je hoopt dan op die
doorstroming naar het eerste elftal. Het
zijn maar weinigen die het halen. Vorig
jaar heb ik dan in het tweede elftal
gespeeld. Een beetje pech gehad met
blessures. Al met al ben ik er wel zo'n drie
maanden uitgeweest. Dan is het echt wel
moeilijk om het goeie ritme weer op te
pakken. De concurrentie is natuurlijk
groot, de druk is niet gering maar het is
toch een leerzaam seizoen geweest. Maar
ja, op een gegeven moment word je dan
verteld dat er voor jou geen plaats meer is
in dat tweede elftal. Dat is natuurlijk wel
een klap. Kijk, je ziet wel aan de keren dat
je speelt en hoe vaak je op de bank moet
zitten hoe de vlag er bij hangt. Toch komt
de klap hard aan wanneer je zo lang bij
Ajax hebt gespeeld, en er wordt je verteld
dat het niveau voor het eerste te hoog voor
je is.
Ik kon naar Roda IC in Kerkrade maar was
voor m'n examen VWO gezakt en had dus
nog geen diploma. Ik heb toen tegen
mijzelf gezegd: eerst die school afmaken.
Ajax is voor mij heel dicht in de buurt. Ik
woon in Diemen, vijf minuutjes op de
fiets. En in die zaterdagafdeling sta je toch
nog wel in de picture."
Hoe bevalt dat spelen in het
zaterdagvoetbal?
"De entourage is hartstikke leuk. Kijk, bij
het tweede speel je op dinsdagavond met
honderd of tweehonderd man op de
tribune en dat is niet echt leuk. En nu zie je
soms twee- tot drieduizend mensen langs
de lijn staan.
In het tweede elftal zie je dat het technisch
en tactische wel wat beter verzorgd is. Nu
is het voetbal meer op kracht gebaseerd. En
dat is als speler van het tweede elftal, best
wel moeilijk. We spelen nu echt
degradatievoetbal, de beuk er in gooien.
Het is anders. Het is niet zo vreselijk. In
het hedendaagse voetbal wordt dat bij elke
club gevraagd. Maar het is wel wennen.
Over het algemeen hebben we een heel
jonge ploeg. De tegenstander is vaak
gemiddeld 26 of 27 jaar. De jongste bij ons
is 19 en de oudste, geloof ik, 26. Het is dus
voor ons flink bikkelen. Ik heb wel eens
wedstrijden gehad waar je eigenlijk niet
aan voetballen toekomt. Heel anders dan
in het tweede. We proberen nog wel het
Ajax-systeem te spelen, met drie spitsen en
achterin die inschuivende man, maar na
verloop van tijd hebben we wat wisselingen
gedaan, een keer met twee spitsen gespeeld
en opkomende middenvelders en ook dan
met die nummer 4, die dan niet inschuift,
maar er achter blijft. Uiteindelijk zijn we
toch weer bij de drie spitsen terecht
gekomen en achterin eigenlijk toch wel
weer één op één, in feite het Ajax-systeem.
Voor de tegenstanders is het soms wel
makkelijk om daarop in te spelen. En wij
hebben natuurlijk niet de kwaliteiten van