Danny Blind
Het zien en de
beheersin
Interview
door Simon Zwartkruis
foto's Louis van de Vuurst
Danny Blind is een man van zijn woord, ontegenzeggelijk. Toch
heeft de geboren Zeeuw (32) één keer in zijn leven een
belangrijke belofte verbroken. De hemel zij daarvoor geprezen.
In de vroege jaren tachtig, in zijn Sparta-periode, verkondigde
Blind zijn carrière op 30-jarige leeftijd af te zullen kappen. De
belachelijkste uitspraak uit z'n hele leven, zegt hij nu. Het bij
Sparta langzaam ontluikende talent geraakte bij Ajax in de bloei
van zijn voetballeven. Nam een jaar na zijn beoogde afscheid als
aanvoerder de UEFA-Cup in ontvangst en stevent in zijn
vijftiende jaar als profvoetballer af op de absolute apotheose,
het WK in Amerika. Een verhaal over de lange lente in het leven
van Danny Blind.
Nee, dan was zijn jeugd in het Zeeuwse
Oost-Souborg, tussen Vlissingen en
Middelburg ingeklemd, een stuk
zorgelozer. Vader Blind maakte lange dagen
in de haven van Rotterdam, zoontje Danny
had daardoor tot diep in de middag vrij
spel. "Omdat mijn vader altijd laat thuis
was kon ik het langste blijven voetballen van
iedereen. Als de rest al aan tafel zat speelde
ik nog partijtjes van één tegen één met een
vriendje, waar ze ook pas laat aten. Een
heerlijke tijd."
In competieverband bracht Blind zijn jonge
voetbaljaren door bij RCS. Steevast rechts
De gewraakte uitspraak stamt uit een tijd,
waarin Danny Blind met grote regelmaat
door twijfels werd overmand. Het beviel
hem goed bij Sparta, daar niet van. Een club
met stijl en traditie, goeie resultaten en
gezellig bovendien. Maar zijn ambities
reikten verder, veel verder. Op het Kasteel
had Blind al enkele malen van het Europa
Cup-voetbal mogen proeven en dat
smaakte naar meer. De vorm en de wil
waren er, maar de Grote Klapper bleef uit.
Met het klimmen der jaren groeide de
onzekerheid. "Ik had mezelf voorgenomen
tot m'n 25ste te gokken op een carrière als
full-prof", vertelt Blind. "Sparta bood me
ieder jaar een baan aan. In Vlissingen, waar
ik op dat moment woonde, kon ik voor
halve dagen aan de slag, naast de training.
Op zich een mooie constructie, maar niet
voor mij op dat moment. Ik wilde me
volledig op het voetbal toeleggen. Ik draaide
een paar goeie jaren, maar van de topclubs
was geen enkel spoor te bekennen.
Naarmate de tijd verstreek werd ik steeds
banger dat mijn loopbaan bij Sparta zou
stranden. Die deadline van 25 jaar kwam
steeds dichterbij. Dat was best
beangstigend."