vragen ze dan. Gewoon, we laten ze
voetballen, zeggen wij dan."
Resultaat als graadmeter
Co Adriaanse stelt dat er veel van de B-
junioren wordt verwacht. De tijd dat een
elftal zich aan vrijblijvende potjes voetbal
kon bezondigen, als die al ooit getolereerd
werden, is definitief voorbij. "Dat moet
ook wel. Naarmate de opleiding vordert
moet je hogere eisen stellen. Ze hebben
vanaf de B nog maar een paar jaar voordat
ze klaar moeten zijn voor het eerste.
Daarom zijn de buitenlandse toernooien
die we aan het begin en het einde van het
seizoen afwerken zo belangrijk. Pas daar
kun je zien waar je staat. In de competitie
is dat, ook al spelen ze landelijk, erg
moeilijk. De tegenstand is nog steeds vaak
te gering. Daarom ook die eis de laatste te
halen op die toernooien. Als dat niet lukt,
moeten de spelers niet aankomen met het
argument dat ze toch hun best hebben
gedaan. Dat telt niet meer. Goede
bedoelingen zijn natuurlijk belangrijk,
maar het gaat hier al om het uiteindelijke
resultaat. Dat is de graadmeter. De spelers
moeten wennen aan de druk van het
moeten winnen. Vandaar dat de
mentaliteit, de persoonlijkheid, zo
belangrijk wordt. Timide voetballers
passen niet echt bij Ajax. Ze moeten
brutaal zijn. Ik hoor Herman Borman vaak
klagen over de volgzaamheid van de BI.
Als ze een groepswandeling maken, en
Borman gaat stilstaan zonder iets te
zeggen, is er niemand die doorloopt.
Iedereen gaat waar hij gaat. En als er
jongens in een hotel bij een maaltijd nog
meer brood willen durft niemand daarom
te vragen."
Borman en Grootenboer denken een deel
van het antwoord op de vraag waar de
overdreven bescheidenheid vandaan komt
te weten: "Van buiten Amsterdam."
Grootenboer: "Ik denk dat het toch
meespeelt dat de spelers tegenwoordig van
steeds verder weg komen. Zeker in de B.
Dat kan ook wel in de praktijk, want de
jongens worden met een busje van school
gehaald en 's avonds weer naar huis
gebracht. Vroeger waren er meer
Amsterdammers in de elftallen.
Amsterdammers hoef je niet uit te leggen
wat de Amsterdamse mentaliteit inhoudt.
Die zijn meestal van zichzelf bijdehand en
brutaal. De spelers die nu van ver komen,
zijn niet zo weerbaar als vroeger
bijvoorbeeld Erik Regtop was. Hij kwam
uit Drente. De eerste keer dat hij hier
kwam trainen ging hij in de kleedkamer op
de bank staan. Hij zei: Wie iets doet waar
ik niet zo'n zin in heb, die ros ik in elkaar.
Hij heeft nooit moeite gehad om zich te
handhaven temidden van al die
Amsterdamse blufgasten... Goed, dan kan
je zeggen: zoek je spelers weer wat dichter
bij huis. Maar je kunt hier zoeken wat je
wilt, ze zijn er niet meer. Kijk bij andere
clubs hier maar naar de velden in het
weekend. Er wordt niet meer gevoetbald."
"En op straat wordt ook niet meer tegen
een bal getrapt," zegt Borman. "ja, de
jongetjes van buitenlandse afkomst spelen
nog op straat. Ie ziet dat ook terug in onze
selecties. Er is niets op tegen. Het gaat om
dat rood-witte shirt. Wie er in zit is niet
belangrijk. Ie ziet ook dat die jongens
meestal veel zelfstandiger zijn dan de
'N ederlandse' leeft ij dsgenoten.
Cor van Eijden kan deze stelling beamen.
"Als je de namen hoort van de spelers die
zich in de B2 duidelijk laten gelden weet je
dat het zo is: Salih Yildiz, Raphael
Supusepa en Vural Karabulut. Maar ik
moet dan ook mijn aanvoerder noemen:
Wouter Kos, hij is ook een goed voorbeeld
van een brutale voetballer, in de positieve
zin. Ik weet nog dat we in december
evaluatiegesprekken hadden met de
spelers. Bij Wouter duurde ons gesprek
aanzienlijk langer dan we hadden begroot.
Hij durfde te zeggen wat hij vond, en ook
dingen te vragen. Zo hoort het, maar de
meesten hebben minder lef."
Specifieke vorming
Adriaanse, Borman, Grootenboer en Van
Eyden zijn het erover eens dat er in de B2
meer perspectief zit. Adriaanse heeft wel
zijn bedenkingen vanwege de te lichte
competitie waarin de B2 kampioen wordt.
"Het toeval wil," zegt Van Eyden, "dat de
B2 fysiek een stuk sterker is dan de BI
vorig jaar. Er zitten weer wat grotere
jongens in. Yildiz ziet er bijvoorbeeld
ouder uit dan hij is."
Volgens Adriaanse is de overstap van de C
naar de B vooral lastig omdat nu plotseling
het voetbal veel fysieker wordt.
"Daar moeten de spelers aan wennen. Bij
Ajax wordt niet op kilo's en centimeters
geselecteerd, en de teams spelen tegen
jongens die minimaal een jaar ouder zijn
en daardoor fysiek wat verder zijn.
Belangrijk is dus dat we de opleiding
voortzetten door meer nadruk te leggen op
de bal- en de handelingssnelheid. Het
passen en trappen wordt geperfectioneerd.
AIAV MAT. A7IMF MFI1994