De B-junioren van
Ajax
Op Voorland
door Raymond Bouwman
foto's Louis van de Vuurst
De lichtmasten komen dichterbij. Het echte werk begint in de B.
De B1 en B2 spelen beide in een landelijke competitie. Er moet
wat meer worden gereisd, er moet wat meer worden getraind, er
worden behalve vorderingen ook prestaties verwacht, kortom:
het is het leven van een profvoetballer in het klein. De overstap
van C naar B is wat dat betreft groot. De spelers worden steeds
minder kind en ook dienovereenkomstig begeleid. De conclusies
over de B1 zijn aan de matige kant, maar de B2 heeft
grotendeels voldaan.
In de B is het grootste probleem dat van
het evenwicht tussen discipline en
daadkracht. Zeker in de BI is dat
evenwicht er niet. Zeer tot ongenoegen van
directeur opleidingen Co Adriaanse, van
trainer Martin Borman en van elftalleider
Rolf Grootenboer. Dat het probleem eraan
zat te komen was vorig jaar al
geconstateerd door Borman en de
elftalleider van de toenmalige B2, Cor van
Eyden. Maar de vrij kleurloze waarheid
werd toen nog enigszins gecompenseerd
door een drietal opvallende spelers. Toen
het team dit jaar van B2 BI werd, werden
deze spelers: Arno Splinter, Koffy Mensah
en Dennis Schulp, overgeheveld naar de
Al. Alleen Schulp zou ook weer de
omgekeerde route afleggen.
Clubcultuur
Adriaanse: "Ze moeten zowel
gedisciplineerd blijven als hun vrijheid
De selectie van Ajax B-1 zoals die aan het begin
van het seizoen poseerde: Gehurkt van links naar
rechts: Jimmy Guy, Orpheo Nok, Angelo Droogh,
Mark Volmer, Kwesi Asare, Casimir Westerveld en
Stefan Hoogvliet.
Staand: trainer Herman Borman, Paul Wesseling,
Luciano van Kallen, Allan Campfens, Wim Nijssen,
Raymond Huisman, Paul Droppert, Milan Berck
Beelenkamp, Rody Turpijn, Donny van Pinxteren
en leider Rolf Grootenboer.
nemen. Speldiscipline is onmisbaar en
buiten het veld dienen er ook
fatsoensnormen in acht te worden
genomen. Als er een gezamenlijke maaltijd
in een hotel wordt genuttigd dan begint
niemand met eten tot de trainer 'eet
smakelijk' heeft gezegd. Dat heeft met een
bepaalde uniformiteit te maken die de
verzameling individuen tot een groep
maakt. En ook in het veld mag niemand
zich als een individu gedragen. En dat is
natuurlijk ook wel het moeilijke: ze
moeten zich onderscheiden binnen de
groep. Op het veld mogen ze de meest
onverwachte oplossingen kiezen, als het
maar in dienst is van het resultaat... Voor
sommige groepen is het moeilijk om de
door ons verlangde vrijheid te nemen.
Misschien komt dat wel doordat de
clubcultuur steeds verder komt te staan
van de maatschappelijke cultuur. Bij Ajax