televisie. Sonja Barend heeft me een tijdje terug gevraagd, samen met Yassine Abdellaoui, van Willem 2. Dat was vlak voor Ajax-Parma, dus dat kwam slecht uit. Een volgende keer zou ik het zeker doen. Al moet ik dan wel goed nadenken hoe en wat ik ga zeggen. Ik heb geen zin om met m'n wijsvingertje schoolmeester te gaan spelen. Door goed te voetballen hoop ik ook een bijdrage te kunnen leveren. Er melden zich de laatste jaren in elk geval steeds meer Marokkaanse jongetjes op de instuif. Dat vind ik een goeie zaak." Het tekent zijn betrokkenheid. Die hij voedt met de Marokkaanse uitzendingen op de radio en het journaal, dagelijkse kost in huize Oulida. "Over de ontwikkelingen in Amsterdam maak ik me niet zoveel zorgen. Daar is de samenleving hier veel te gevarieerd voor. Ik verwacht niet dat de Centrum-Democraten in Amsterdam echt een poot aan de grond krijgen. In steden als Rotterdam en Den Haag wordt het, vrees ik, een stuk gevaarlijker. Daar heb je veel meer van die verpauperde arbeiderswijken, waar de CD een groot deel van zijn stemmen vandaan haalt. Ik ben blij dat ik in Amsterdam ben opgegroeid. Hier heerst een vrijer, toleranter sfeertje dan elders." "Omdat ik het in Amsterdam zo naar mijn zin heb wordt de binding met Marokko steeds minder. Vroeger ging ik daar iedere zomer standaard met mijn familie zes weken naar toe. Daar keek ik het hele jaar naar uit. Pas later ga je beseffen dat je als klein kind alleen maar de leuke kanten van het land ervaart. Naarmate je ouder wordt beginnen ook de negatieve kanten je op te vallen. Ook doordat je dan weet hoe goed veel dingen in Nederland zijn geregeld. Toch heb ik hele mooie herinneringen aan die vakanties. Daar kon niets of niemand tussen komen. Ook Ajax niet. Vaak miste ik dan de eerste weken van de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Vond ik nooit zo erg, ik klampte altijd heel makkelijk weer aan. Bovendien waren de meeste jongens altijd zo fel en wild tijdens de eerste trainingen, om zich te bewijzen. 'Doe effe rustig', dacht ik dan bij mezelf. Wat heb je er aan om uitgeput of geblesseerd aan een nieuw seizoen te beginnen", vraagt hij zich hardop af. Waarmee het gespreksonderwerp alsnog wordt verlegd naar voetbal. Een groot bezwaar? "Welnee", lacht Oulida uitbundig, "natuurlijk niet. Het is de mooiste sport die er bestaat en ik vind het heerlijk om te doen. Dat zul je altijd aan mijn spel blijven merken. Dat speelse, wat ik in de jeugd zo sterk had, zal er nooit helemaal uitgaan bij mij. Dat wil ik ook niet. Af en toe moet je even wat raars kunnen doen met de bal. Daar komt het publiek toch voor? Als je het maar niet op de verkeerde momenten doet. Loopt het fout af, dan ben je de pineut. Dat bedoel ik ook met dat praten over voetbal. Het is zo'n onvoorspelbare sport, dat het volgens mij weinig zin heeft er tot in den treure over te bomen. Met mijn vrienden heb ik het altijd over andere dingen. Sommigen kwamen er pas heel laat achter dat ik bij Ajax voetbalde. Als ik uitga en iemand die me niet herkent vraagt me wat ik doe, dan verzin ik soms gewoon iets. Of ik zeg alleen dat ik met voetbal wat verdien. Pas als ze verder gaan vragen vertel ik dat ik bij Ajax speel. Paar hoef ik niet mee te koop te lopen. Ze nemen me maar zoals ik ben. Bovendien leer je op die manier de mensen kennen die om oprechte redenen met je om willen gaan." "Tuurlijk, de wedstrijdbespreking en op bepaalde dingen hameren tijdens de training, dat heeft zin. Daar leer je van, wordt je een slimmere en betere voetballer van. Maar verder is het bij mij vooral een kwestie van fit zijn en jezelf lekker voelen. Dan gaat het allemaal vanzelf. Daarom baal ik ook zo verschrikkelijk dit seizoen. In de jeugd was ik nooit geblesseerd, maar dit jaar is het sukkelen geblazen. Van begin februari tot begin maart heb ik in de basis gespeeld, de rest was herstellen van blessures en terugknokken. Ik ben nog steeds niet echt doorgebroken, terwijl ik het gevoel heb dat ik er klaar voor ben. De wedstrijden die ik 'op 4' heb gespeeld gingen best aardig, dacht ik. Dat er vervolgens allemaal jubelverhalen over mij verschenen is heel leuk, maar wat heb je eraan als je niet constant presteert. Ik las zelfs dat ik voor Ajax in die vorm moeilijk te behouden zou zijn. Na een handjevol wedstrijden! Ik hou me helemaal Tarik Oulida en Ignacio Tuhuteru, twee linksbenige talenten uit de Ajax-opleiding. In het veld weten Tarik en Ignacio elkaar blindelings te vinden. niet bezig met andere clubs. Voorlopig wil ik maar één ding. En dat is een lange periode achter elkaar lekker voetballen, bij Ajax, zonder blessures. Zodat ik beter en sterker wordt. Vooral met dit mooie weer is het onuitstaanbaar als je niet kunt spelen. Want met de zon op mijn kop voel ik me op m'n best." Als Tarik Oulida even later in zijn auto stapt heeft de koperen ploert zijn hoogste punt bereikt. Seedorf neemt de hem vertrouwde positie naast de bestuurder in en stopt een vers schijfje in de CD-speler. De zonnebrilletjes gaan op, de ramen open. De zingende vogeltjes en Mariah Carey strijden om het hoogste lied. En weg zijn ze. Tarik Oulida en Clarence Seedorf, gezworen kameraden, op weg naar een gouden toekomst. Zo relaxt kan het leven dus zijn. fllflV MAGAZINE MEI 1994

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 112