Tarik Oulid "Neem mij zoals ik be Interview door Simon Zwartkruis Foto's Louis van de Vuurst De vaderlandse sportpers komt woorden en superlatieven tekort om zijn voetballend vermogen te bejubelen. Zijn jeugdtrainers reppen van het meest begenadigde natuurtalent sinds tijden. Johan Cruijff spreekt openlijk zijn verwondering uit over het uitblijven van een vaste basisplaats. En Tarik Oulida zelf? Die zegt bij voorkeur niet over voetbal te praten. En lacht vervolgens zijn ontwapenende lach. "Natuurlijk is het leuk om enthousiaste reacties te horen en te lezen," stelt de jonge Ajacied, "maar ik vind voetbal een te onvoorspelbare sport om er tot in de details over te praten. Ik benader mijn sport zo relaxt mogelijk. Net als het leven." De visie van Tarik Oulida, baltovenaar en levenskunstenaar in één persoon verenigd. Het relaxte leven van Tarik Oulida (20) in de praktijk gebracht. We koesteren ons buiten, op een muurtje voor het stadion, in de voorjaarszon. Vrolijk gekwetter van vogels. Medetalent en gabber Clarence Seedorf komt zwaaiend en toeterend voorbij in Oulida's bolide. Swingende soulmuziek uit de speakers, vette grijns op zijn gezicht. Seedorf mag, met het rijexamen in het vooruitzicht, op de parkeerplaats een paar oefenrondjes rijden. Als hij uit het gezichtsveld is verdwenen verlegt Oulida zijn blik naar een voorbij tuffende tram op de Middenweg. Naast het hek om het trainingsveld verbetert het vaste groepje oude wijze heren al discussiërend de voetbalwereld. Oulida hoort ze aan en grinnikt. Maakt een wijds gebaar met z'n rechterarm, waarin hij buiten het Ajax- complex heel Amsterdam lijkt te willen vatten. En zegt: "Wat is het leven hier toch mooi. Laatst zag ik weer 's wat beelden uit Italië. Die ontzettend hectische taferelen als voetballers daar de kleedkamer uitkomen. Daar zou ik knettergek van worden. Als ik er ooit zou kunnen en willen spelen zal dat effe wennen zijn. Moet je ons hier nou zien zitten... Lekker zonnetje, niemand valt ons lastig. Heerlijk toch?" "Dat is er eentje!" De liefdesverklaring aan het leven wordt niet bij toeval op Ajax-bodem afgegeven. De plek, waar hij acht jaar geleden als schrieltje kwam binnenwandelen voor de jaarlijkse instuif. Jeugdleider Rolf Grootenboer herinnert het zich desgevraagd nog als de dag van gisteren. "Tarik viel me al op voordat we begonnen waren", vertelt Grooteboer, tot aan de A-junioren AIAY AA A r. A 7 I M E AACIAQQ/I

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 109