M'n recordaantal doelpunten heb ik in de
C-junioren gehaald. Een wedstrijd tegen
Apollo. We wonnen met 29-0 en ik maakte
er elf. Toen ik twaalf was ben ik naar W
Zierikzee overgestapt. En ook daar kon ik
altijd heel vrij en onbevangen voetballen.
Eigenlijk werd ik tot m'n achttiende nooit
met een taak het veld ingestuurd. Ik heb
dus een heel andere opleiding genoten dan
de jongens die uit de Ajax-school komen."
3. De Droom
"Daar kun je in mijn geval moeilijk van
spreken. Pas toen ik 15, 16 jaar was ging ik
voor het eerst aan een leven als voetballer
denken. Tot die tijd was ik er van
overtuigd dat ik ook vrachtwagenchauffeur
zou worden. Ik ben altijd helemaal gek
geweest van voetbal, maar we hadden thuis
geen radio of televisie, dus grote
voorbeelden had ik ook al niet. En
tegenwoordig heb ik al helemaal geen
sportieve droom meer. Dat heb ik wel
afgeleerd, na al dat blessureleed. In het
begin was ik echt vreselijk bezeten, op het
ziekelijke af. Ging nooit uit, praatte twee
dagen niet als ik had verloren. Goed
beschouwd heb ik vanaf mijn vijftiende het
leven van een full-prof geleid, zo fanatiek
was ik. Ik zou mijn leven er toen voor
gegeven hebben. Tegenwoordig relativeer
ik het allemaal wat meer. Dat heeft twee
oorzaken. Ten eerste de geboorte van mijn
zoontje, daardoor ga je al anders tegen
dingen aankijken. En daarnaast m'n
trombose en alle blessures van de
afgelopen jaren. Dat zijn gebeurtenissen
waardoor je niet meer aan carrièreplanning
doet. Ik weet wat ik aankomende week
moet doen, meer niet."
4. Het Besef
"Dat hebben anderen, met name mijn
broer, me duidelijk gemaakt. Van mijn
vijftiende tot m'n achttiende ging ik op
zaterdag altijd met deze broer trainen, daar
kon niets of niemand ons vanaf houden.
Op een middag, toen we na afloop van
zo'n training over het strand liepen, zei hij
opeens: 'Als jij achttien jaar bent staan de
clubs voor je in de rij'. Zelf had ik daar nog
nooit bij stil gestaan. Die opmerking heeft
me aan het denken gezet. Het echte besef
kwam echter later, na mijn tweede jaar bij
Vlissingen. We hadden gestunt in de
KNVB-beker en vervolgens stonden de
clubs inderdaad letterlijk in de rij. Ik heb in
die periode met vijftien clubs om de tafel
gezeten, steeds met diezelfde broer erbij.
Dan begint het natuurlijk wel tot je door te
dringen. Ik wilde per se in Zierikzee blijven
wonen, daardoor vielen al een paar clubs
af. Uiteindelijk is de keuze op Beveren
gevallen."
5. Het Debuut
"Bij Beveren kon ik niet echt van een
droomdebuut spreken. De eerste twee
wedstrijden raakte ik echt geen skippy-bal.
De omschakeling naar het hogere niveau
en het stugge Belgische voetbal viel me heel
zwaar in het begin. Mijn competitiedebuut
voor Ajax, een invalbeurt bij MW-uit, was
ook al niet om over naar huis te schrijven.
Ik zag alles en iedereen langs me heen
vliegen. Toevallig had ik het met de trainer
laatst nog over mijn debuut. Hij zei dat ik
inderdaad niet goed had gespeeld, maar
dat ik wel een vonk op de ploeg had laten
overspringen, door m'n fanatisme. Ik
bewaar eigenlijk veel mooiere
herinneringen aan de eerste keer dat ik het
Ajax-shirt aantrok, bij de presentatie aan
de pers. Daar stond ik dan, bij het grote
Ajax, in dat prachtige shirt, terwijl ik vier
jaar daarvoor nog amateur was. Een hele
rare gewaarwording. Echt een schitterend
moment."
6. De Ontwikkeling
"Na mijn MEVO-tijd heb ik zes jaar bij
Zierikzee, een tweedeklasser, gespeeld. Op
18-jarige leeftijd debuteerde ik daar in het
eerste. Een jaar later vertrok ik naar
Vlissingen. Zoals gezegd heb ik zeer lange
tijd in een volledig vrije rol gevoetbald. De
eerste trainer die me op een goeie manier
tactiek heeft bijgebracht was Kees
Vermunt, bij Vlissingen. Daar heb ik twee
jaar gespeeld. Bij Beveren heeft het even
geduurd voordat ik me verder
ontwikkelde. De trainer die mij had
aangetrokken was voor aanvang van mijn
eerste seizoen alweer vertrokken en in zijn
plaats was Rick Bouwens aangesteld. Die
man was echt een drama. Als ik terugdenk
aan de eerste dag... Ik wilde net voor de
eerste keer de kleedkamer inlopen,
voetbalschoenen in m'n hand, en opeens
stond hij voor me. Wie ik was en waar ik
wel niet dacht heen te gaan, vroeg hij op
hele autoritaire toon. Hij wist niet eens wie
ik was! Vanaf dat moment wist ik al dat het
nooit zou gaan klikken. Na een half jaar
sukkelen werd hij ontslagen en zijn
assistent deed het daarna al niet veel beter.
En toen kwam "Jan Boskamp. Een kanjer
van een trainer, op alle fronten. We zijn bij
Beveren echt heel goeie vrienden
geworden. Toen ik hem later bij
Anderlecht weer als trainer kreeg was dat
best moeilijk. Iedereen wist dat we
vrienden waren, waardoor ik voor 300
m'n best moest gaan doen. Gelukkig heeft
die periode geen invloed gehad op onze
vriendschap, ook de tijd dat ik op de bank
zat niet. Daar ben ik best trots op. Want zo
veel vrienden hou je nou ook weer niet
over aan de voetballerij. En dan nu Louis
van Gaal. Toen mijn transfer naar Ajax
bekend werd zeiden veel mensen uit mijn
omgeving 'Poeh, dan krijg je te maken met
die arrogante Van Gaal'. Geheel onterecht,
daar kwam ik gelijk al achter. Hij is in de
omgang een prima kerel en op
voetbalgebied is het de beste trainer die ik
tot nu toe heb meegemaakt."
7. Ajax
"Ik heb lang gedacht dat Ajax, met dat
mooie voetbal, nooit voor mij zou zijn
weggelegd. Als klein jochie was ik voor
Feyenoord, net als iedereen bij mij uit de
buurt. Voor aanvang van dit seizoen stond
er in de Voetbal International met dikke
letters dat ik het liefst ooit nog eens bij
Feyenoord zou willen spelen. Daar heb ik
me heel kwaad over gemaakt. Dat was een
uitspraak van jaren geleden, toen ik bij
Beveren weg wilde. Dat heb ik daarna
nooit meer gezegd en opeens staat het weer
als citaat boven een interview met mij. Een
heel smerige streek. Maar goed, ik voel me
bij Ajax beter dan ooit. Bij het Nederlands
elftal trok al veel met de Ajacieden op. Hun
humor en de onderlinge sfeer sprak me erg
aan. En nu voetbal ik vrijwel dagelijks met
ze. Bij Anderlecht had ik vrij sterk het
gevoel dat dat een tussenstation was, bij
Ajax heb ik daar absoluut geen last van.
Hier kan ik mezelf zijn, dat heb ik nodig
om alles te kunnen geven. Ik woon nu
lekker in Diemen en dat bevalt me ook
uitstekend. Ik wil echt zo lang mogelijk bij
Ajax blijven."