Het kaartje voor de beslissingswedstrijd Ajax - Benfica in Parijs ct ^3» tSl MOV Het Officieel Programma voor Ajax - Benfica op 5 maart 1969 in het Stade de Colombes. de deur hebben geopend naar het topvoetbal. Achter die deur ligt een gebied waar we de grootste clubs tegenkomen. Clubs met namen, die een begrip zijn. Manchester United bijvoorbeeld. Als die Engelsen hier vanavond hadden gespeeld, was het stadion uitverkocht geweest. Waarom? Omdat Manchester United een begrip is. Ajax niet. We willen dat wel graag en in Amsterdam denken ze dat misschien, maar zover is het nog niet. We hebben de deur opengedaan en zullen nu naar binnen moeten. Een weg terug is er niet. We moeten steeds het uiterste geven. Zoals vandaag." De coach is volgens de meegereisde journalisten nog nooit zo gelukkig geweest als op deze avond. Eindelijk wordt de omvang van zijn levenswerk zichtbaar voor een breder publiek. De waardering is navenant, want Ajax veroorzaakt een voetbalkoorts, zoals de club in zijn roemrijke verleden nog niet eerder kende. Parijs wordt door beide clubs gekozen als speelplaats. De Franse voetbalbond garandeert dat er een stadion gereed zal worden gemaakt voor dit toptreffen. Het Pare des Princes is door de bouw van de rondweg rond Parijs niet beschikbaar. Er wordt uitgeweken naar het Stade Colombes, een rugby-tempel weliswaar, maar wel met een capaciteit van 60.000 toeschouwers. De staantribunes worden voor deze gelegenheid opgeknapt. I nstorti ngsgevaar De taxi bereikt Colombes, maar bij de kerk kan niemand ons verder helpen. Vrouwen, kinderen en immigranten kennen de glorie van het Stade niet. Een verkeersbord verwijst naar het Stade Yves de Manoir. Van een bevriende journalist weet ik dat dit de huidige naam is van het stadion, genoemd naar de beroemde Franse rugbyspeler. Wij rijden tussen moderne winkelcentra en kantoren door, maar geen spoor van een sportcomplex. Bij het volgende dorp spreek ik bij een stoplicht iemand aan. De oudere man lacht en wijst de weg. "U moet deze weg terug, dan de tweede straat rechts, en daarna de eerste links. Dan kunt u het niet missen." We rijden erheen en opeens zie ik een hoge tribune met de tekst "Racing Club de France - Stade Colombes" Ik betaal de chauffeur en stap uit. Door een zij-ingang loop ik het stadion binnen. Een terreinknecht vraagt wat ik kom doen, maar wanneer ik de reden van mijn komst vertel, doet hij niet lastig. "Komt u daarvoor helemaal hier naar toe?" Ik mag overal heen, zelfs het veld op. Het stadion is half afgebroken. Er zijn maar tien van de 22 vakken over. De marathon tribune is afgebroken uit angst dat die zou instorten. De hoofdtribune bestaat uit kuipstoeltjes in de kleuren van Racing Club: lichtblauw en wit. De staantribunes achter de doelen, de zogenaamde virages, zijn van degelijk beton. De doelen zijn opgeborgen in een materiaalhok en er staat geen enkel reclamebord. Ik loop over het gras naar de spelerstunnel. Achter een van de doelen zie ik twee grijswitte torenflats, die ik herken van oude foto's. Racing (de oude club van Sonny Silooy) is na het mislukte avontuur van Matra weer teruggekeerd op haar eigen honk en speelt nu in de derde divisie. Op affiches lees ik dat Sedan de volgende bezoekende club is. Een kraker uit de jaren vijftig, nu in de marge van het profvoetbal. Ach, van het roemruchte Stade Reims is al helemaal niets meer over. In Frankrijk blijven de topclubs een minder lange glorietijd beschoren. AJAX MAGAZINE APRIL 1994 45

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 47