hemel"
ging Cruijff dus naar Barcelona en werd er
ineens over miljoenen gesproken. Dan kun
je niet meer verwachten dat zo'n ploeg nog
langer geïnspireerd is".
En tja, toen heb ik in een onbewaakt
ogenblik, op Goede Vrijdag nota bene, in
mijn argeloosheid dus de uitspraak gedaan
dat Ajax kapot ging aan drank en vrouwen.
En vervolgens was de maat vol. Ik zei het in
het weekblad 'Deze Week' van Wibo van
der Linden. Het blad heeft geloof ik twee
weken bestaan. Ik had niet meer gezegd
dan 'als de concentratie afneemt en de
resultaten uitblijven dan wordt er
gemakkelijker gekeken naar een wijntje en
een trijntje'. Dat heb ik letterlijk gezegd.
Niets meer en niets minder. Ik heb het ook
nog op de band staan. Ik heb met Ajax
gelukkig een soepele regeling kunnen
treffen. Ajax moest natuurlijk iets doen; ik
begreep het ook allemaal best. Ik heb er
ook geen spijt van gehad. Ajax is voor mij
desondanks een mooie tijd geweest".
Door het vuur
Met Jopie en dank zij Jopie. Op zijn tong
proeft George Knobel nog altijd een diep
respect voor het fenomeen uit Betondorp.
"In zijn glorieuze jaren was Johan Cruijff
een man die maar al te graag het conflict
zocht. Maar nooit met de coach, hij
ruziede alleen met officials aan wie hij
doorgaans een verschrikkelijke hekel had.
Maar voor zijn coach ging hij door het
vuur. Dat gold niet alleen voor mij, maar
ook voor Fadrhonc en Kovacs. Toen voor
Fadrhonc ontslag dreigde, versloeg Oranje
onder leiding van Cruijff met 0-5 de
Grieken. En in december 1972 had Kovacs
bij Ajax normaal het veld moeten ruimen.
Hoofdzakelijk door toedoen van Cruijff
kon de man aanblijven en het seizoen
afmaken. Naderhand, als coach, heeft
Cruijff met Michels herhaaldelijk in de
clinch gelegen, maar nooit in de relatie
trainer/speler".
"Aan Johan bewaar ik de beste
herinneringen. Zo correct als hij was ten
opzichte van zijn coach heb ik het nooit
meegemaakt. Altijd zei hij netjes meneer
Knobel tegen mij. En dat is nog zo. Hij gaf
zijn trainer altijd een pluim. Voor mij was
hij strikt eerlijk en fatsoenlijk. Van zijn kant
heb ik altijd respect geproefd. Hij was en is
een excellent vakman die het voetbal in zijn
body heeft. Hij is een jongen die het voetbal
mooi maakt. Een wereldster en wie zijn wij
dan om niets van hem aan te nemen".
"Wat hij als speler wel deed was dat hij op
het veld soms wat tactische wijzigingen
aanbracht. Ik zat daar niet mee. Ik vond
dat mooi meegenomen. Door Cruijff
kwam ik als het ware in de hemel terecht.
Hij deed dat niet alleen bij mij, ook bij
Michels. Ik herinner me bij voorbeeld nog
Nederland - Bulgarije tijdens het WK van
1974 in Duitsland. Op last van Cruijff
wisselde Neeskens die wedstrijd twee keer
van positie en ook Van Hanegem zette hij
doodgemoedereerd op een andere plaats
neer. Het hielp, want Oranje won met 4-1.
Dat soort acties zijn toch mooi
meegenomen voor een trainer, of niet
soms? We moeten niet vergeten dat het de
spelers zijn die een trainer groot maken en
niet andersom".
Voor een blauwe maandag
George Knobel was ooit ook bondscoach,
zij het voor een blauwe maandag. Het was
in een periode, onmiddellijk na het WK van
1974, dat de Ajacieden in Oranje geen stap
wilden verzetten voor de PSV'ers en de
Eindhovenaren dat omgekeerd ook voor de
Amsterdammers vertikten. In Chorzow, op
de avond van de tiende september 1975, zat
Knobel met de gebakken peren. Onder zijn
leiding werd het Nederlands elftal,
toentertijd beter bekend als de vice-
Weltmeister, door de Polen in een EK-
kwalificatiewedstrijd diep ontluisterd: 4-1.
Knobel: "Laat ik het heel netjes formuleren:
Ik zag spelers die een andere dan de logische
weg zochten om een combinatie op te
zetten. Cruijff meed Van der Kuylen en Van
der Kuylen meed Cruijff. We verloren met
4-1Het zat goed fout".
In de dug-out kon bondscoach George
Knobel die dramatische interland slechts
machteloos toezien. Vijf weken later, op
woensdag 15 oktober, was de return in het
Olympisch stadion in Amsterdam. Knobel
had zes PSV'ers (Jan van Beveren, Adri van
Kraay, Kees Krijgh, Willy van der Kuylen
en de gebroeders Willy en René van de
Kerkhof) opgeroepen, vier Ajacieden (Piet
Schrijvers, Wim Suurbier, Ruud Krol,
Ruud Geels) en verder onder meer de oud-
Ajacieden Cruijff en Neeskens van
Barcelona. De vrijdag voor de wedstrijd
AJAX MAGAZINE APRIL 1994