ten koste van zijn zelfvertrouwen. En dan gaat dat ook ten koste van de groep. Op tijd ingrijpen is een kunst. Je moet zorgen dat er altijd een gezonde spanning is bij spelers. Ze moeten niet het idee hebben dat ze zo weinig krediet hebben dat iedere fout resulteert in een plaats op de bank, maar ze moeten ook niet denken dat ze onaantastbaar zijn. Je moet ze genoeg vertrouwen geven, maar niet te veel. Dat is een heel kleine marge waarbinnen je je als trainer kunt bewegen. Dat is toch een kwestie van intuïtie. En je kunt pas achteraf beoordelen of je het juiste moment voor de juiste ingreep hebt gekozen. Want hetzelfde verhaal geldt voor degene die juist de basis inkomt. Daar moet je ook niet te langzaam of te snel mee zijn. Iedereen die naast mij op de bank zit, ziet wat ik ook zie. Alleen, voetballers hebben de neiging om naar zichzelf toe te redeneren. Die hebben een eigen bv. De trainer heeft met het geheel te maken. Maar als een speler het eigen falen bij een trainer neerlegt, is hij ook niet zo geneigd om zichzelf te verbeteren. De meesten zoeken de fout niet in eerste instantie bij zichzelf. Die komen tot de belachelijke conclusie: de trainer mag me niet. Op zich kan ik me voorstellen dat een speler even zo denkt, maar daarna moet hij het toch wel begrijpen. En ik neem het heel serieus als ze in interviews nog steeds zo'n houding aannemen. Dat neem ik ze dan kwalijk. Zonder rancuneus te worden. Ik vind dat spelers gewoon zouden moeten kunnen begrijpen dat er geen enkele trainer is die zo werkt. Het gaat niet om het menselijk oordeel van een trainer over zijn speler. Het gaat om het vakmatige oordeel over de voetballer. Een trainer is toch gek als hij een kwalitatief minder team gaat opstellen omdat hij een paar van zijn spelers niet aardig vindt?! Zo werkt het toch niet?! Een trainer kiest per definitie voor het in zijn ogen beste team. Al was het maar uit lijfsbehoud. Want als de ploeg verliest, zit de trainer op de schopstoel. Het is dom om als trainer rancuneus te zijn. Als er al dergelijke gevoelens spelen, zal hij altijd in ieder geval opportunistisch moeten handelen. Maar ik moet eerlijk zeggen dat er eigenlijk geen spelers meer zijn die zich in de pers vol onbegrip uitlaten over het feit dat ze gepasseerd zijn. Maar dat komt natuurlijk ook omdat ik zelf deze groep heb geformeerd. En iedere speler weet inmiddels dat hij de kans loopt om eens buiten het team te komen, ongeacht de naam of de hoogte van de transfersom die we betaald hebben. Net zoals de selectiespelers die nog niet in de basis staan de kans hebben om erin te komen. Maar ik houd wel zo lang mogelijk vast aan een opstelling. Of de tegenstander moet dwingen tot een andere oplossing." Het democratisch leiderschap "En daarbij ga ik altijd na hoe men in de groep over bepaalde kwesties denkt. Als trainer heb je de beslissingsbevoegdheid, maar het zou onverstandig zijn om Van den Brom eruit te halen als de groep per se wil dat hij erin blijft. Daarom moet je, in het theoretische geval dat zich zo'n situatie voordoet, op basis van argumenten de groep overtuigen. Ik weet dat de buitenwereld mij als een autoritaire man beschouwt. Daar lig ik niet wakker van, maar het klopt niet. Mensen die dicht bij mij staan weten dat ik anti-autoritair ben. Ik kies voor een democratisch leiderschap. Maar uiteindelijk zal er toch iemand moeten beslissen, en dat ben ik dan. Ik moet zeggen dat ik het wat dat betreft als trainer nooit moeilijk heb gehad. Als mens wel. Als mens heb ik het moeilijk gehad. Zeker in het begin. Toen lukte het niet om dat menselijke aspect buiten mijn vakmatige beoordeling te laten. Ik heb er heel veel problemen mee gehad, iedere keer als ik er een speler naast moest zetten. Ik ben een sociaal voelend mens. Ik weet wat het voor een speler betekent om ernaast gezet te worden. Als trainer vond ik het zeker in het begin dan ook iedere keer een soort ramp als ik weer een speler moest gaan vertellen dat hij er naast kwam. Want ik voel me altijd verplicht om uit te leggen waarom ik die beslissing neem. Ik weet dat sommige trainers daar anders over denken of dachten, maar ik vind dat spelers recht hebben op tekst en uitleg. En daarna ga ik altijd na hoe dat gesprek verlopen is. Heb ik de juiste toon weten te treffen? Heb ik niet iemand afgebrand? Heb ik voldoende houvast gegeven om aan de toekomst te gaan werken? Dat soort vragen moet ik mezelf dan beantwoorden. Vanwege dat menselijke aspect heb ik in het begin zelfs het idee gehad dat het met 18 selectiespelers moest kunnen. Anders, met 20 spelers, waren er nog twee extra die ik moest teleurstellen. Nu ben ik daar toch van teruggekomen. Gewoon, omdat gebleken is dat je het met 18 spelers niet redt. Gelukkig kan ik de menselijke moeite tegenwoordig makkelijker van me wegduwen, al zit ik er thuis soms best mee. Maar ik ga er nooit door twijfelen. Het enige oordeel dat voor een trainer telt, is het rationele oordeel. Het menselijke komt dan nog wel altijd terug bij dat moment wat je kiest om in te grijpen. Dan vraag je je dus af: hoe komt het aan bij die jongen? Ik begrijp heel goed dat het voor de speler in kwestie, hoe goed hij rationeel ook zal begrijpen waarom hij eruit moet, altijd een emotioneel moment zal zijn. Maar ik kan moeilijk iemand die bij herhaling faalt in het team handhaven omdat het anders zo zielig is. Dat klinkt heel logisch, maar ik heb bij mezelf geconstateerd dat ik min of meer om die reden, zeker in het begin, vaak juist te lang vertrouwen heb gegeven op momenten dat ik rationeel gezien al wist dat het fout ging." AIAY MAT. A 71 MP APDII 1 QQ A

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 24