over het algemeen naar de inzet, de
mentaliteit en het rendement van
afzonderlijke spelers en de groep in het
algemeen. Hij heeft altijd een goed oog
voor hoe spelers met de wedstrijd zijn
bezig geweest. Laszlo kijkt natuurlijk ook
op een heel specifieke manier naar een
wedstrijd. Hij kijkt naar de
energiebronnen. Aan de manier van lopen
kan hij aflezen met welk gevoel een speler
in het veld staat. Dat lijkt misschien een
beetje zweverig, maar de dingen die hij
waarneemt, kloppen bijna altijd, als je het
gaat navragen. En als ik de kans krijg, vraag
ik ook aan Frans Hoek wat hij vond. Hij
kijkt weer met keepersogen naar de
wedstrijd. Na alle meningen houd ik een
nabespreking en aan de hand daarvan
trainen we de rest van de week. Zo werkt
het technische team..."
Ook de directie - Van Gaal, Oldenhof, Van
Eyden en Adriaanse - werkt goed volgens
Van Gaal. En het bestuur, waarmee Van
Gaal voor voetbalbegrippen een
onwaarschijnlijk goede band heeft, geeft de
directeur betaald voetbal ook zoveel ruimte
dat hij zijn beleid zo goed als ongehinderd
kan uitvoeren.
"Ik moet nog maar zien of ik ooit bij een
andere club zoveel ruimte krijg, op dit
niveau."
De gewaarborgde continuïteit
De organisatie en structuur is
voornamelijk naar de inzichten van Van
Gaal zelf ingericht. Zelf is hij liever iets
bescheidener, maar in feite is de
herstructurering misschien wel zijn
grootste verdienste bij Ajax. Van Gaal heeft
bewust een deel van zijn macht afgestaan
terwille van de continuïteit. Daar waar
iedere weldenkende trainer zich normaal
gesproken noodgedwongen op de korte
termijn richt, en dus louter op de prestaties
van het eerste, heeft Van Gaal de gehele
opbouw van de club ter hand genomen. Er
kwam een tweekoppige technische leiding,
waar de 'technisch directeur' eerst formeel
ook de jeugd bestierde. Co Adriaanse is
aangenomen als directeur opleidingen en
daarmee kon de hoofdtrainer zich
beperken tot de sectie betaald voetbal.
"Misschien is dat inderdaad wel mijn
belangrijkste werk geweest tot nu toe bij
Ajax, maar dat zal pas blijken als ik hier
weg ben. Ik heb in ieder geval het idee dat
ik de continuïteit heb gewaarborgd. Ik heb
altijd de neiging om verder te kijken dan
mijn neus lang is. Die is ook niet zo lang,
maar ik kijk wel verder... En ik ben
natuurlijk een managerstype. Ik wil me
niet beperken tot alleen het trainen en
coachen van een elftal. Dat komt
waarschijnlijk door mijn achtergrond. Ik
heb niet alleen de Academie voor
Lichamelijke Opvoeding gedaan, maar ook
diverse management-cursussen. Mijn visie
is juist dat je beslissingen zo min mogelijk
op de korte termijn moet baseren, maar op
de lange termijn. Dat draagt risico's met
zich mee, juist ook voor die korte termijn,
maar die risico's neem ik graag. Niet uit
een soort waaghalzerij, maar omdat ik
meen dat het beter is voor de club. Er is
veel gebeurd in mijn eerste jaar. In feite is
in dat jaar de hele club op zijn kop gezet. Ik
hield sollicitatiegesprekken op het moment
dat we middenin de voorbereiding zaten
op een Europa Cup-wedstrijd. Dat had in
theorie ten koste kunnen gaan van de
resultaten op dat moment. En in theorie
had me dat dus mijn eigen hoofd kunnen
kosten, maar ik had het gevoel en de
wetenschap dat het niet anders kon.
Bovendien kon ik dat ook aan. Ik bezit de
kwaliteit dat ik me met meerdere dingen
tegelijk kan bezighouden. Daardoor lukte
het. Ik weet dat in het voetbal altijd de
korte termijn heerst, maar ik ben nooit
voor die verleiding gevallen. En nu lijkt het
misschien alsof ik het niet zo belangrijk
vind hoe het eerste presteert, maar
natuurlijk weet ik dat de resultaten van je
eerste elftal heel erg belangrijk zijn voor de
gehele club. Er is nu eenmaal de
A-»ifcir- nrin jt r\r\ a 1 7