worden gemaakt. In feite zijn ze al
ingehaald. De BVO's die C-jeugd hebben,
scouten al in hun regio. Dat betekent dat er
nu nog dubbel werk wordt gedaan. Ik zeg:
laat dat dan gewoon over aan de clubs, die
zijn er inmiddels helemaal op ingericht. Het
lijkt mij nuttiger als het IPN zich dan gaat
concentreren op de leeftijdscategorie tussen
10 en 12. Voor ons zou dan een ideale
situatie ontstaan, jongetjes zouden op 12-
jarige leeftijd een keuze kunnen maken voor
een opleidingsinstituut bij een Betaald
Voetbal Organisatie."
jan van Eyden, leider van de Cl, hoopt ook
dat de landelijke competitie er uiteindelijk
door komt.
"Ze onderschatten de gewone competitie
wedstrijden niet hoor. Daar zorgt Günther
de Haan wel voor. Hij hamert voortdurend
op hun instelling. Maar je merkt toch aan
die jongens dat ze in een andere
gemoedstoestand aan een wedstrijd
beginnen in de Top 6-competitie. Het
spreekt gewoon aan als ze tegen Sparta Cl
moeten, of Willem II Cl. In feite zijn dat
toch de wedstrijden waar je de jongens het
beste kunt beoordelen. Dan spelen ze tegen
goede spelers die bovendien van hun eigen
leeftijd zijn. Kijk, in de 602-klasse, de
promotieklasse van de B-junioren, krijgen
ze best veel weerstand, maar daar is het
meer fysieke in plaats van kwalitatieve
weerstand. Op zich prima, want het leert ze
hoe belangrijk de balsnelheid is. Maar het
is natuurlijk toch beter als ze tegen fysiek
gelijkwaardige jongens voetballen die ook
voetballend sterk zijn. Die Top 6 is dus een
goede graadmeter. We zeiden in het begin
tegen ze: denk d'r om, dit is juist geen
vriendschappelijke wedstrijd... Maar ze
wisten dat zelf al lang."
Hemelpoort
Kwalitatief zijn de Cl en C2 van een goed
niveau. Het oordeel luidt over het
algemeen positief, maar het feit dat er niet
in superlatieven wordt gesproken, zegt dat
het voor Ajax-begrippen geen uitzonderlijk
getalenteerde elftallen zijn. Tot dit jaar is
het team dat nu C2 is geworden wel als een
bijzondere lichting beschouwd. Nu komen
ze fysiek misschien iets te kort om er
bovenuit te springen. Maar qua potentie
zitten er individueel zeer begaafde
voetballers in.
Günther de Haan is zich bewust van de
status die het team had voordat hij ze
onder zijn hoede kreeg.
"Het is ook een goed team. Maar eigenlijk
spreekt de Cl mij minstens zo veel aan. Ik
heb die groep nu al drie jaar onder mijn
hoede en heb van dichtbij kunnen zien
hoeveel progressie de jongens hebben
geboekt. Ik denk dat het zeker zo'n goed
team is als de C2, maar daar wordt toch wat
anders tegenaan gekeken. Dat begrijp ik
wel. In de jongere klassen werden ze ieder
jaar met enorme overmacht kampioen. Het
aantal doelpunten dat werd gemaakt was
gewoon astronomisch. Maar de jubel vond
ik zelf altijd iets overdreven. Ruben van
Veen, de spits, werd na een seizoen op de
afsluitingsdag van het seizoen zelfs op een
stoel gezet om te vieren dat hij er in één jaar
tijd 120 in had geschoten. Dat is natuurlijk
een enorm aantal. En zeker Ruben, die op
jonge leeftijd vanwege de ziekte van Perthes
drie jaar met gips om zijn benen heeft
gezeten, was het van harte gegund. Maar
pedagogisch was het natuurlijk helemaal
verkeerd om hem op een stoel neer te
zetten. Je weet nooit hoe het in latere jaren
gaat. Dat zie je nu. Het is nog steeds een erg
goede speler, maar hij komt nu duidelijk
kracht en lengte tekort. Hij is nog niet
omhoog geschoten. Hieruit blijkt maar
weer hoe moeilijk het is om jongens goed te
beoordelen."
Jan van Eyden kan erover meepraten. Als er
één voorbeeld is dat spreekt voor een niet al
te voortvarende manier van oordelen aan
de hemelpoort van Ajax' godenzonen, dan
is het wel het verhaal van de duurste
Nederlandse voetbaltransfer aller tijden.
"Ik heb Dennis Bergkamp in de C gehad.
Hij speelde toen spits, was behoorlijk snel,
maar niet bepaald opvallend. Ik kan me
herinneren dat we destijds behoorlijk lang
over het aanblijven van Dennis hebben
gesproken. De meningen waren verdeeld,
maar uiteindelijk mocht hij toch blijven.
De rest van het verhaal is bekend. Ik ben
blij en trots dat ik foto's heb van mij met
Bergkamp, Roy, Kreek, Vink, Seedorf,
Oulida en Davids. En dat ik een tijdje heb
bijgedragen aan de volwassenwording van
de voetballers Richard Witschge, Danny
Muller en ga zo maar door. Als Roy scoort
bij Foggia vind ik dat leuk. Voor hem,
maar voor mezelf ook. En als ik op televisie
zie hoe moeilijk Bergkamp het heeft bij
Inter dan gaat dat mij aan mijn hart. Maar
wat wij in de opleiding van de Ajax-jeugd
voor ogen hebben is dat ze op een gegeven
moment toch zo ver komen. Alles is er
toch op gericht om zo veel mogelijk van
die jongens tussen die vier lichtmasten te
krijgen, of nog verder."
Aan het einde van dit seizoen zal hoe dan
ook de balans moeten worden opgemaakt
over onder andere de jongens van de Cl en
C2. Aan deze hemelpoort staat Co
Adriaanse in de rol van Petrus. En hij
neemt zijn werk zeer serieus.
AJAX MAGAZINE APRIL 1994