en niet en dus hebben ze lol, maar ook het voetbal zelf levert veel plezier op, omdat er meestal gewonnen wordt en de tegenstander geen vat krijgt op de patronen van Ajax. Jeugd is bijzonder leergierig en wil beter worden. Bij Ajax is het klimaat erg gunstig voor leergierige voetballers. Bij de D-junioren wordt verder gebouwd aan wat bij de E's al is geleerd. Veel D'tjes speelden reeds in de E junioren van Ajax en zijn gewend aan het spelsysteem en de clubdiscipline. Daarbij zijn ze twee jaar ouder en dus twee jaar verder in de groei. Die groei zit nog in een rustige fase. De proporties zijn over het algemeen nog niet geschonden door een bovenmatige toename in lengte. De kracht is groter. Er wordt hafder gelopen en harder geschoten. Die twee factoren zijn er volgens Directeur Opleidingen Co Adriaanse de oorzaak van dat het typische Ajax-spel beter ten uitvoer kan worden gebracht. verbeterde techniek "De D's zijn sterker. Ze begrijpen beter welke opdracht bij hun positie hoort, maar ze zijn bovendien beter in staat om het spelsysteem ook werkelijk te spelen", aldus Adriaanse, "Bij de E ontbreekt het soms aan kracht. Zij weten dan vaak wel al hoe moet worden gelopen en waar de bal naartoe moet, maar lichamelijk kunnen ze dat nog niet waarmaken. Bij de D haalt die Ajax D 2 met staand van links naar rechts: leider Ed Lefeber, Ivo Peters, Sergio de Windt, Bahi Mesimek, Lesley Las van Bennekom, Jeffrey Sneijder, Chedric Seedorf, Kiran Bechan en trainer Jan de Koning. Gehurkt: Robin Noordam, Nabil Abidallah, Ivo Pas, Philip de Leeuw, Mounir Belli, Sjaak Lettinga en Rafael van der Vaart. wisselpass het vaak wel. Een voorzet komt wel voor het doel. Ze zijn tactisch al een stuk sterker dan de E. Ze hebben veel meer oog voor de situatie om zich heen. En daarbij is de techniek beter geworden." Op de trainingen van Jan de Koning wordt de techniek verder verbeterd en worden de trapvariaties vergroot. De trap met de binnenkant van de wreef wordt aangeleerd en ook het bewust spelen met effect komt aan de orde. Bij de E wordt nog niet geoefend op koppen. De keren dat een speler de bal door de lucht kan verplaatsen zijn daar nog te sporadisch. Maar door de grotere trapkracht is het bij de D wel nuttig om op dat spelelement te trainen. Er wordt meer aandacht besteed aan het werken in beweging. De bal moet in de beweging worden aangenomen en niet meer in stilstand. De spelers moeten verder werken aan hun eigen specifieke passeerbeweging en aan hun tweebenigheid. Ook de spelhervattingen worden voorzichtig aan de orde gesteld. Volgens Co Adriaanse is het ondanks de grotere schotkracht nog steeds beter een korte corner te nemen dan een lange, aangezien de tegenstanders per definitie ouder en dus ook langer zijn. Adriaanse: "Je moet er natuurlijk voor waken dat je niet teveel nieuwe dingen op hun bordje schept, maar het begrip bij jongens van die leeftijd is verbazingwekkend. Daarom werken we ook al aan het op buitenspel spelen. We laten ze

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 93