zegt wel genoeg. Ik ben begonnen als
stopperspil, dat heb ik een paar maanden
gespeeld. Daarna was het 't bekende
verhaal van de keeper die ziek was en de
veldspeler die wordt aangewezen om onder
de lat te gaan staan. Dat werd ik dus. In een
bruine, wollen trui, als ik me goed
herinner. Pas veel later ben ik me gaan
interesseren voor keeperstenues. Het moet
me goed staan, dan voel ik me het lekkerst.
In een een blauw shirt is dat bij voorbeeld
het geval. Maar goed, op m'n zestiende ben
ik naar Zeeburgia verkast. Eerst een jaar in
de A 2, vervolgens interegionaal met de
A 1Bij Zeeburgia kom ik nog regelmatig,
bij Amstelland niet, daar ken ik niemand
meer."
3. De Droom
"Ik heb nooit gedroomd of geambieerd om
profvoetballer te worden. Niet dat ik niet
bezeten ben, integendeel, maar ik ben nou
eenmaal geen dromer, op geen enkel vlak.
Daar ben ik te veel realist voor. Ik heb ook
nooit idolen of voorbeelden gehad. Niet in
de sport, niet in de muziek, nergens in. Pas
sinds ik betaald voetbal speel houd ik
keepers extra in de gaten als ik een
wedstrijd zie. Tuurlijk is het prachtig om
aan de top te spelen, maar een droom, nee.
Als ik dan toch iets moet zeggen dat De
Droom benadert, was het die om piloot te
worden. De eerste keer dat ik in een
vliegtuig zat, toen we van Suriname naar
Nederland verhuisden, werd ik er al
helemaal door gegrepen. Ik zou later graag
de vliegerij ingaan."
4. Het Besef
"Dat kom je meerdere malen tegen in je
loopbaan, ik denk niet dat je kan spreken
van Het Grote Besef. Op verschillende
punten in je karriere dringt het tot je door
waar je toe in staat bent. Bij Zeeburgia
besefte ik dat ik goed kan keepen, nadat ik
door Aad de Mos gescout werd drong het
tot me door dat ik mijn brood er wel eens
mee zou kunnen verdienen en eenmaal in
de basis bij Ajax besefte ik me dat ik het
Nederlands elftal zou kunnen halen. Het is
meer een soort groeiproces. Maar cruciaal
was toch wel het eerste contract dat ik bij
Ajax kreeg aangeboden. Op een toernooitje
met de A-junioren in Rijswijk kreeg ik te
horen dat ik een voorcontract zou krijgen
op het moment dat ik naar het C-team zou
overstappen. Dat eerste voorcontractje
beschouw ik als het grote begin van alles."
5. Het Debuut
"Eigenlijk bewaar ik aan mijn tweede
wedstrijd in het eerste de mooiste
herinneringen, maar goed, eerst het
debuut. Dat was tegen AZ, toen nog AZ'67.
Ik speelde in die tijd, het was 1984, in het
tweede en hoorde op zondagochtend dat ik
mee moest omdat Sjaak Storm licht
geblesseerd was. Tijdens de bespreking
werd de knoop doorgehakt: ik moest de
wei in. Ik was niet extra gespannen of zo,
zo'n debuut moet je gewoon ondergaan en
er niet te veel over nadenken. Zodra ik
mezelf te veel ga opfokken en er te veel
over nadenk gaat het juist fout. Ik kan me
nog herinneren dat bij AZ David Loggie
heel lastig was. Maar het ging hartstikke
goed, zeker voor een beginneling. Een
week later was echter de climax, thuis
tegen PSV. We wonnen met 1-0 en ik mag
wel zeggen dat ik volstrekt foutloos keepte.
Na afloop werd ik op de schouders het veld
afgedragen. Die middag, en vooral dat ene
moment na afloop, zie ik nog steeds als het
absolute hoogtepunt uit mijn karriere. Een
dag later las ik in de kranten dat ik de
nieuwe attractie in De Meer was. Nu besef
ik pas hoe de media een speler kunnen
opblazen. Voor sommige spelers die op een
voetstuk zijn geplaatst is dat fataal geweest.
Daarom moet je je nooit gek laten maken
door wat er gezegd en geschreven wordt.
Niet in goeie tijden en niet in slechte
tijden."
6. De Ontwikkeling
"Aad de Mos was de eerste trainer die ik
echt bewust heb meegemaakt. Daarvoor, in
de A-junioren en het C-team, had ik er nog
niet genoeg kijk op om te beoordelen of
een trainer nou juist goed was of niet. Het
klinkt misschien gek, maar Kurt Linder,
mijn eerste trainer bij de A-selectie, kwam
op mij over als een goeie trainer. Toen hij
later weer terugkeerde zag ik dat wel zitten.
Maar toen kwam ik er al gauw achter dat
zijn trainingen te ouderwets waren, hij viel
door de mand. Van De Mos heb ik nooit
hoogte kunnen krijgen. De ene keer lachte
hij naar me en maakte een babbeltje, de
andere keer liep hij me straal voorbij, alsof-
ie me niet eens kende. Heel vreemd. Johan
Cruijff was een genot om onder te trainen,
dat kan iedereen beamen. Er wordt wel
eens gesuggereerd dat ik een speciale band
met hem heb, maar dat is niet zo. De
selectie sprak zijn vertrouwen in mij uit,
waarop Cruijff zijn keuze op mij liet vallen.
Na de tweede keer Linder kwam
Beenhakker. Aan hem merkte je dat hij bij
Real Madrid gewend was te werken met
vedettes, die veel uit zichzelf doen. Terwijl
de jonkies bij Ajax juist een strakke hand
nodig hadden. Op zich geen slechte trainer,
een goeie sfeermaker. En dan nu Louis van
Gaal, een hele goeie trainer, dat vond ik al
toen hij nog assistent was. Dat heeft me
zelfs een serie mindere wedstrijden
opgeleverd. Toen Van Gaal hoofdtrainer
werd wilde ik me van m'n allerbeste kant
laten zien, wilde voor hem door het vuur
en fokte mezelf toen wat te veel op. Een
pure klassetrainer. En Frans Hoek is
natuurlijk heel belangrijk geweest voor
mijn ontwikkeling. Een verademing om
onder te trainen en hij geeft je veel
vertrouwen. Talent komt er eerder uit
onder hem, dat is zijn grote kracht."
7. Ajax
"Laatst kwam ik in de bioscoop mensen uit
Chili tegen, die wisten alles over Ajax. Dat
zegt genoeg. Bij clubs als AZ en PSV is de
wereldwijde uitstraling weer heel snel
verdwenen, bij Ajax zal die uitstraling altijd
blijven. Ajax is ook een heel trendy club.
Of het nou om shirtreclame, VIP-boxen of
de jeugdopleiding gaat, Ajax is altijd de
eerste. Op dit moment voel ik me er alleen
niet happy meer. Ik heb het gevoel dat ik
mentaal en fysiek op mijn top zit, maar ik
krijg niet de gelegenheid dat te tonen. Na
dit seizoen heb ik nog een optie voor twee
jaar, maar die wil ik niet op de bank slijten.
Als het bij Ajax niet meer lukt hoop ik op
een kans in het buitenland. Nee, een
andere Nederlandse club trekt me niet zo.
Ik kan nog zeker vijf, zes jaar mee op
topniveau. Maar gelukkig is het voetbal
niet bepalend voor m'n levensgeluk. Ik ken
mijn eigen waarde, als mens, dat vind ik
veel belangrijker."
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1994
75