Sar Column door David Endt Ajax - Willem II. De Ajax-supporters schuiven tijdens de rust nerveus heen en weer op hun plaats. Zou de oude kwaal (verliezen wanneer de concurrentie dat ook doet) zich opnieuw manifesteren? Ajax staat met 1 -0 achter, juist op de dag dat de kop van de ranglijst met overtuiging veroverd kan worden. Niks samen bovenaan met Feyenoord. Niks eerste plaats op basis van het doelsaldo. Dat telt niet echt. Een echte eerste plaats willen we, een eerste plaats met een kloof! De achterstand tegen Willem II is natuurlijk niet onoverkomelijk maar dat hun cluppie voor de rust niet naar hun favoriete Diemenzijde maar naar de Stadszijde voetbalde, wordt gezien als een slecht voorteken. Niet helemaal gerust op de goede afloop ziet men hoe Willem II aftrapt voor de tweede helft. Ajax valt aan, Willem II verdedigt zich en loert op een uitbraakkans. Na zeven minuten tikken de seconden plotseling als brekende ijspegels weg. De Ajax-verdediging is uitgespeeld en Mohammed Sylla staat in ideale positie oog in oog met Edwin van der Sar. Hij heeft de hoek voor het uitzoeken, hij kan de bal aannemen en mikken. De Meer houdt de adem in. Men heeft zich eigenlijk al neergelegd met de 2-0 achterstand die onvermijdelijk is. Een niet te missen kans. Schiet nou maar, dan is 't voorbij. Sylla legt de bal voor zijn rechtervoet die een ietsepietsie trilt, waardoor hij geen volledig contact kan maken, en eigenlijk iets te ver van hem vandaan ligt te wachten op de dingen die komen gaan. In deze positie kunnen de drie centimeter die de bal van een ideale ligging verwijderd is geen kwaad. Wat duren die koude seconden lang. Waarom valt die keeper niet uit, waarom komt-ie niet op mij af, waarom doet-ie niets anders dan staan, met die grote handen schuin langs zijn lichaam, lijkt Sylla te denken. De kans is zo groot dat-ie bijna te groot is. Niet te missen. Eindelijk maakt het rechterbeen van Sylla een schietende beweging, op weg naar 0-2. Het liefst wenden de Ajax-supporters het hoofd af maar hun blik wordt bevroren door het afgrijselijke moment. Ze móeten kijken. De grote linkerhandschoen van Edwin van der Sar duwt de bal weg. Tot verbijstering van het publiek, de toekijkende Ajacieden en de al bijna juichende Willem II-ers pareert de Ajax-keeper Sylla's doelpoging. Een collectieve zucht van verlichting begeleidt de doorzettende dooi van het ijzingwekkende moment én de volgende Ajax-aanval. Het kritieke punt is voorbij en Koning Voetbal lacht een goddelijk lachje naar Ajax en een duivels lachje naar de Tilburgers wanneer de thuisclub twee minuten na de Kans van de Dag een hoekschop krijgt. Op honderd meter afstand ziet Edwin van der Sar hoe de bal via het achterhoofd van een Willem Il-er in het doel botst. En hij heft de grote handschoen die even daarvoor de bal wegduwde als een vlag omhoog. Het babbelcircuit krijgt door dat moment, zeven minuten na de rust, weer een extra dimensie... "die Sar moet mee naar het WK...de bondscoach kan niet om hem heen..." Zijn het dezelfde babbelaars die eerder wisten dat die Sar onvoldoende uitstraling had voor een topkeeper? Edwin van der Sar bevindt zich in een warm hogedrukgebied dat hij zelfheeft gecreëerd, want hij kwam uit de kou. Weet men het nog, een dinsdag, middenin maart? Edwin overleefde het ijspakket dat hij over zichzelf en over de veertigduizend toeschouwers in het Olympisch Stadion uitstortte toen hij de bal bijna noodlottig verloor aan een Auxerre-speler. De rillingen voorbij bleef Edwin zich, de scribenten die hem niet zagen stralen ten spijt, ontwikkelen. En nu wordt er over Amerika gepraat. Edwin mee met Oranje. Het lijkt een logisch vervolg op zijn sterke optreden. Maar misschien begint de moeilijkste periode juist nu, op het moment dat men hem ziet stralen en het warmteffont hem omvat. De aangename temperatuur mag de concentratie niet ondermijnen. Nooit verslappen, want een koutje is zo gevat. Foto: Louis van de Vuurst A AX/ M A r. A 7 I M C CCBDI I ADI 1 QQ/1

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 47