natuur, niks geforceerds aan. Finidi zit
tevreden onderuitgezakt in de aan het
spelershome vastgekleefde ASPA-foyer,
glas sinas on the rocks binnen handbereik.
De gevierde vleugelstylist steekt zichtbaar
goed in zijn donkere vel. De voortdurend
fonkelende ogen verraden een
ongebreidelde levenslust, de joviale
armgebaren naar langslopende
medespelers vervolmaken het beeld van de
geacclimatiseerde nieuweling. En altijd is
er die lach, die warme, hemelsbrede
glimlach. Die overslaat in aanstekelijk
geschater als het tijdens de winterstop in
Bangkok afgewerkte duel tussen Ajax en
Nigeria ter sprake komt. Finidi, die
broeierige avond in het rood-wit gehuld:
"Een hele leuke ervaring om met je club
tegen je eigen nationale team te spelen.
Maar het mooiste vond ik nog om tijdens
de wedstrijden naar die gezichten van de
Nigeriaanse verdedigers te kijken. Die
wisten af en toe echt niet waar ze het
zoeken moesten. Ze wonnen dan wel met
2-1, maar we hebben met Ajax echt
vreselijk veel kansen gekregen, hadden
eigenlijk met 5-2 moeten winnen. Na
afloop heb ik nog even met wat collega's
van Nigeria staan kletsen. Die waren heel
erg onder de indruk van het spel van Ajax.
Ik was op dat moment heel blij en trots dat
ik ze had kunnen tonen dat ik deel uitmaak
van een goed elftal als Ajax. Ik merkte dat
ze daar bewondering voor hadden."
Voorzanger
Vlak voor de zware trip naar Thailand
keerde Finidi voor een korte vakantie terug
naar zijn vaderland. Hoewel hij alleen zijn
familie had ingelicht over zijn komst was
binnen een dag gans Port Harcourt op de
hoogte van de tijdelijke terugkeer van de
plaatselijke trots. Het lopende vuurtje
verspreidde zich op Finidi's eigen
sprintsnelheid. "Iedereen van radio en
televisie wilde me voor de camera en
microfoons halen. De belangstelling was
altijd al groot, maar sinds mijn goeie start
bij Ajax en de kwalificatie van Nigeria voor
het WK willen steeds meer mensen met me
praten. Via Eurosport zien ze Ajax elke
week spelen, de club wordt er daardoor
steeds populairder op in Afrika. Al die
belangstelling is heel strelend natuurlijk,
maar ik kwam even terug naar huis om
vakantie te vieren, om familie en vrienden
te ontmoeten. Daar heb ik me dan ook toe
beperkt. Ik had shirtjes en speldjes van
Ajax voor ze meegenomen. Ja, ik heb
voorgezongen hoe de Ajax-supporters voor
me zingen als ik een corner neem. Ik had
ook videobanden van wedstrijden bij me,
daar kon je het ook op horen. Iedereen was
heel blij voor me. Veel mensen in Nigeria
denken dat ik het al helemaal heb gemaakt
bij Ajax. Terwijl ik nog veel moet leren en
geen moment mag verslappen. De
concurrentie is ontzettend groot met al die
goeie voetballers."
Dat ondervond Finidi reeds tijdens zijn
eerste dag op Hollandse bodem, die zo
gedenkwaardige elfde juli van 1993. De
dag, waarop Ajax een nieuwe Godenzoon
in de schoot kreeg geworpen. Getipt door
Nigeria-bondscoach Clemence Westerhof,
gescout door Ton Pronk en tijdens zijn
stage gewogen en goed bevonden door
Louis van Gaal. "Aanvankelijk wist ik
helemaal niet dat ik met Mitar Mrkela en
Joeri Petrov moest strijden om een plaats"
vertelt Finidi. "Maar dat kon de vreugde
over mijn komst niet temperen. Het
maakte me alleen wat gespannen. Ik weet
dat ik de kwaliteiten heb, maar dat moet je
dan wel aan de trainer kunnen laten zien in
korte tijd. Gelukkig had ik net een
trainingskamp met Nigeria achter de rug,
dus ik kwam al redelijk fit aan. Tijdens de
stage liep ik op de training wel eens naar
die andere twee te loeren, kijken hoe zij het
er vanaf brachten. Toch voelde ik me vanaf
de eerste dag op m'n gemak bij Ajax. Ik
keek mijn ogen uit, was ontzettend onder
de indruk van de perfecte manier waarop
alles geregeld was en hoe strak de
organisatie in elkaar stak. En ook de
hartelijke ontvangst deed me goed. Die
eerste dag zal ik nooit meer vergeten. Eerst
vanaf Schiphol naar het hotel om te slapen.
Daarna werd ik naar het stadion gebracht.
Eerst werd ik aan de trainer voorgesteld,
daarna aan de spelers. Die waren allemaal
zeer hartelijk en open minded. Dat vind ik
belangrijk."
bankiers-ambitie
Openheid, respect en eerlijkheid. Het zijn
waarden die Finidi en zijn vier broers en
vier zusters in hun jeugdjaren via de
paplepel naar binnen kregen gegoten. In
Port Harcourt, een havenstad in het zuiden
des lands. Pa George, inmiddels overleden,
verdiende er de kost op een naar olie
speurend schip, moeders verzorgde de
levenslessen en het huishouden. Finidi, lid
van de twee miljoen zielen tellende Ijaw-
stam, slaat de eerste bladzijde van zijn
persoonlijke geschiedenisboekje open en
zegt: "Vader was niet veel thuis, zat vaak
op zee. Toen ik klein was mocht ik wel
eens mee op dat schip, maar dat was geen
succes. Ik hing meer brakend over de