wedstrijden als veldspeler, trouwens. Totdat onze keeper op een gegeven moment ziek was. 'Edwin, jij bent de langste, ga maar op goal staan', kreeg ik toen te horen. Dat ging hartstikke lekker, ik ben nooit meer tussen de palen weggeweest. Als ik zelf had gespeeld ging ik altijd met m'n vader mee om naar hem te kijken. En ook de wedstrijden van het eerste elftal liepen we allemaal af. Lekker met m'n vriendjes achter het doel staan. Joelen, schreeuwen, proberen de keeper van de tegenpartij gek te maken. In die tijd kon het me nog niet zo veel schelen in wat voor soort tenue ik keepte. Alhoewel ik me nog wel kan herinneren, dat ik een keer een keepers-shirt heb gekocht, wat Stanley Menzo in die tijd droeg. Met veel felle kleuren. Een paar jaar later ben je eikaars concurrent. Raar idee, eigenlijk." 3. De Droom "Ik heb nooit gedroomd over een karriere als profvoetballer. Domweg omdat ik dacht, dat me dat toch nooit zou lukken. Mijn oom, Kees Guyt, heeft nog betaald voetbal gespeeld bij AZ en Volendam. Met hem ging ik vaak mee, dan keek ik m'n ogen uit. Toen ik dat allemaal van dichtbij zag wilde ik dat ook. Maar echte dromen, nee. Ik heb ook nooit een idool gehad. Wel een favoriete doelman, dat was Joop Hiele. Die keept heel stijlvol, duikt vreselijk mooi. Nu ik eenmaal in het betaalde voetbal terecht ben gekomen is er wat dromen betreft weinig veranderd. Tuurlijk heb ik het in de kroeg wel eens over een Europa Cup 1, met mezelf in een heldenrol. Maar voorlopig is mijn grootste wens gezond blijven en goed blijven spelen. Saai, he. Misschien past dromen ook wel niet zo goed bij keepers. De kans op een grote transfer naar Spanje of Italië is voor een doelman nu eenmaal miniem. En trainer zie ik mezelf ook niet worden. Ik denk niet dat ik mijn kennis goed zou kunnen overbrengen op een groep. Je kan het spel wel doorgronden, maar je moet het ook pakkend kunnen brengen. Dat kan ik niet. Misschien wordt het toch een sportzaak, later." 4. Het Besef "Aanvankelijk schrok ik me dood van de belangstelling van Ajax. Ik speelde inmiddels bij Noordwijk en dat ging best goed, maar toen ik hoorde dat er profclubs voor me langs de kant stonden moest ik wel even slikken. Profclubs voor mij Sparta was de eerste die serieuze belangstelling toonde. Daar heb ik een paar keer meegetraind. Ik kon daar heen, maar daar stond alleen een reiskostenvergoeding tegenover. Toen ben ik lekker bij Noordwijk gebleven. Daar zou ik Dick Dortmund gaan opvolgen in het eerste. Ikzelf speelde op dat moment in de A- junioren. Totdat Noordwijk-trainer Ruud Broring Louis van Gaal op mij attent maakte. Die twee kennen elkaar, vandaar. Van Gaal kwam eerst zelf kijken, later zijn Frans Hoek en Barry Hulshoff nog een keer geweest. Toen begon het eindelijk door te dringen dat ik misschien wel profvoetballer zou kunnen worden. Ik mocht komen als derde keeper. Ik kon het nauwelijks geloven." 5. Het Debuut "De eerste wedstrijd in het eerste was thuis tegen Sparta, ergens in maart of april van 1991. Stanley raakte halverwege geblesseerd aan z'n knie. De trainer gaf me een bal mee en zei dat ik me langs de lijn moest gaan warmlopen. Dan slaat je hart wel even over. Ik heb later foto's teruggezien van het moment, waarop ik op het punt sta om in te vallen. Daar sta ik met hele bolle wangen op, ik sta daar echt stoom af te blazen. En ik heb een heel strak bekkie, de spanning staat in m'n ogen. Toen ik erin kwam stond het nog 0-0, we zouden die wedstrijd uitindelijk met 1-0 winnen. Ik heb vrij weinig te doen gehad en ik kan me nog goed herinneren, dat ik dat helemaal niet erg vond. Verder weet ik er niet veel meer van. Zo'n debuut beleef je in een roes. Het was ook pas mijn tweede jaar bij Ajax. Ik zat totaal niet ongeduldig op de bank of zo. Ik genoot van alles wat ik meemaakte, ook als reserve-keeper. En Stanley stond terecht in de basis, dus dan heb je verder ook niets te eisen." 6. De Ontwikkeling "Bij Ajax heb ik alleen in het tweede en het eerste gespeeld. In het tweede werden we getraind door Bobby Haarms. Daarnaast kreeg ik af en toe aparte keeperstraining, afwisselend van Louis van Gaal en Spitz Kohn. De eerste paar trainingen heb ik even moeten wennen aan Bobby Haarms. Hij houdt van fel trainen, iedereen mocht een schop uitdelen en alles. Al snel ontdekte ik dat die scherpe trainingen ontzettend leerzaam zijn, maar als broekie van Foreholte en Noordwijk keek ik er in eerste instantie wel van op. Bij de A- selectie kreeg ik eerst met Leo Beenhakker te maken. Een goeie trainer, op zijn eigen manier. Je hoort wel eens dat het een gemaakte is, met een grote bek. Maar als je bij Real Madrid en Ajax hebt gewerkt, heb je natuurlijk veel meer in huis. Na Beenhakker kwam Van Gaal. Prettige bijkomstigheid was, dat hij me naar Ajax gehaald heeft. Van Gaal ziet het spelletje verschrikkelijk goed en heeft ook veel inzicht op keepersgebied. En sinds vier seizoenen is Frans Hoek er natuurlijk bij. Een hele belangrijke schakel in mijn ontwikkeling. Het is heel fijn om met een oud-keeper te werken en hij heeft hele goeie oefeningen. Van Stanley leer ik natuurlijk ook nog steeds. Toen ik net bij Ajax zat keek ik heel erg tegen hem op. Dacht bij mezelf 'Tsjesus, hij is nog veel beter dan ik had verwacht.' En nu sta ik dan op zijn plek. Dat is hard, maar zijn houding is nog steeds perfect. Dat typeert de prof Stanley Menzo." 7. Ajax "Ik moet bekennen dat ik vroeger voor Feyenoord was. Omdat mijn beste vriendje dat ook was. Dat is inmiddels aardig omgeslagen, ja, wees maar niet bang. Ik vind Ajax echt een prachtige club, een wereldclub. Met vreselijk veel uitstraling over de hele aardkloot. Het imago past ook goed bij Amsterdam, vind ik. Toen ik naar Ajax toeging was ik niet bang om als provinciaaltje behandeld te worden. Er speelden destijds in het tweede veel meer jongens van buiten Amsterdam, dus... Ik zal zelf wel nooit model staan voor het brutale Ajax, met veel bluf. Dat zit niet in me. Maar waar ik heel blij mee ben, is dat ik steeds meer hoor dat ik aan uitstraling win. Het publiek en de pers moesten even aan me wennen, maar de waardering groeit. Dat dwing je af met prestaties. En niet met een grote mond."

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 77