spelen en gingen we pas om een uur of vier, vijf weer naar huis omdat er zo'n enorme goeie sfeer was. In die tijd was Bobbie Haarms onze trainer en Bobbie vond dat er eens wat nieuw bloed in de jeugdcommissie moest komen. Hij ging dus hier en daar wat lobbyen maar ja, veel jongens, ook ik, wilden wel graag blijven voetballen. Nou, zei Bobbie tegen mij, wordt dan leider van de A pupillen, zo heette dat toen nog, op zaterdag. Dan kan je zondag lekken blijven spelen. Dat heb ik toen maar gedaan. En dat was echt heel leuk want met jongetjes van 10 tot 12 jaar kan je prima over voetbal praten. Ie kan ze aanwijzingen geven en als het ware leren voetballen" Na twee jaar Dl (zoals de leeftijdsgroep nu heet) schoof Cas door naar de Cl, het elftal van Gerard Holsheimer die inmiddels in vaste dienst was getreden bij Ajax. De Cl, met talentjes als Edwin Bakker, Johnny van 't Schip en René Panhuis en met Cees Groot als trainer. Ook dat duurde twee jaar alvorens Cas leider werd van de Al jeugd als opvolger van Nol Boerkoel die door het vertrek van André Kraan opschoof naar Ajax 2. Cas: "Een fantastische promotie van de Cl naar de Al en het leuke daarvan was dat je een aantal pupilletjes weer tegenkwam die je even een paar jaar was kwijt geraakt. In die Al groep zaten bijvoorbeeld Sonny Silooy, Dennis de Graaf en Johnny van 't Schip, spelers die je later allemaal in of heel dichtbij het eerste elftal terecht zag komen." Trainers Al met al beweegt Cas Harms zich al achttien jaar tussen de jeugd van Ajax waarvan veertien jaar, zoals hij het noemt, bij de grote jongens. En natuurlijk zijn er in die tijd nogal wat trainers de'revue gepasseerd. Cas Harms: "Ik ben begonnen bij de Al met Aadje de Mos. In die periode wilde het bij Ajax nog wel eens gebeuren dat een hoofd jeugdopleiding later trainer van het eerste elftal werd. Aan de ene kant was dat natuurlijk ideaal voor de man zelf, want hij kende uiteraard de hele onderbouw van de vereniging en dan is het makkelijk inpassen voor het eerste elftal. Na De Mos kwam Tonny Bruins Slot en vervolgens, om het rijtje maar even af te maken, Spitz Kohn, Dirk de Groot, Cor van der Hart, Hassie van Wijk, Herman Wijnands, Louis van Gaal, Gerard van der Lem en nu dan Co Adriaanse." Elftalleider "De taak van een elftalleider is simpel" zegt Cas, "Het heeft alles te maken met wat zich rond het elftal afspeelt buiten het technische gedeelte. Want dat is uiteraard voor de trainer. De opstelling wordt door hem gemaakt, het is ook zijn verantwoording en hij beslist. Maar er is heus wel genoeg overleg. Mijn kontakt met de trainers is altijd goed geweest. Ik kon altijd goed met de mensen meepraten over het voetbal en er was voldoende gelegenheid om mee te spreken over het technische gedeelte. Spelers lopen evenwel bij problemen niet direct naar de trainer maar eerder naar de elftalleider. Om in tweede instantie dan toch wel bij de trainer terecht te komen. Ik moet echter zeggen dat ik in de loop der jaren weinig echte problemen heb gehad. Dat heeft natuurlijk ook met de leeftijd te maken. Als je zeventien of achttien jaar Stappie Hoger Had Cas Harms aan trainers geen gebrek, dat gold helemaal wat betreft de voetballers. Alle grote talenten heeft hij in de Al bij Ajax zien groeien naar wereldsterren. Rijkaard, Van Basten, Bergkamp, teveel om op te noemen. Cas: "Op een gegeven moment was er een elftal met spelers als de broertjes De Boer, Bryan Roy, Richard Witschge, Dennis Bergkamp en Marciano Vink. Er kwamen toen negen spelers van de BI rechtstreeks naar de Al en dat was voetballend natuurlijk een fantastische groep. Ze konden op die leeftijd al verschrikkelijk goed voetballen. Elke week zat je te genieten. In het tweede jaar is er in die groep enorm veel gerommeld. Cruijff was toen de baas en die wilde die jongens al heel snel hogerop hebben. Dus werden ze vaak in het tweede elftal opgesteld en dan "In de huidige situatie zal het niet snel meer gebeuren dat het hoofd jeugdopleiding doorschuift naar het eerste elftal. Door de gescheiden verantwoordelijkheid van jeugdopleiding en het betaalde voetbal is de hele technische organisatie gewaarborgd. Maar voor mij was het voorheen toch iedere keer weer met nieuwe mensen werken. Uiteindelijk praten we allemaal dezelfde taal en over hetzelfde soort voetbal, maar ze hebben wel allemaal een andere invalshoek en daar heb ik enorm veel van geleerd. Want vooral goed luisteren is, dacht ik, een van mijn goede eigenschappen en daar heb ik veel voordeel van gehad" bent en je speelt al een paar jaar bij Ajax, hebt de opleiding gehad en speelt in een nationale selectie, nou, dan weet je van jezelf wel dat je aardig kan voetballen. Maar je bent er natuurlijk nog lang niet! Dan ontstaan er wel eens problemen. Vaak is het een kwestie van: luisteren ze of luisteren ze niet en gaan ze er aan onderdoor. Ik heb de ervaring met spelers die je later tegenkomt en die zeggen: goh, had ik maar zus of zo gedaan of had ik maar geluisterd. Alleen, op het moment, dat je het tegen ze zegt, denken ze het toch beter te weten"

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 35