lomu Ajax wisten Michels en Kraay ook geen raad met hem. Ik kwam en ik zag alleen een knappe jongeman. Ik zag hem dribbelen, ik zag hoe snel hij was en ik zei zachtjes tegen mezelf: Wat is dit? Dit is een ongeplaveide diamant, daaraan ga ik werken. Yes" Levensfilosofie De fanatieke trainer stond in Amsterdam bekend om z'n soms rigide aanpak. Hij liet zich leiden door de principes van het basketbal. De patronen hamerde hij er desnoods in. Bij voorkeur op het kustgrasveld, desnoods in de zaal. "De zaal is een fantastische accommodatie om de techniek in de kleine ruimte te verbeteren. In tien minuten tijd in de zaal komt een speler meer aan de bal dan gedurende twee uur op een voetbalveld. In de zaal komen de ballen als geweerschoten terug van de muren. Like a gun. En elke dag maar weer herhalen. Daar gaat het om. Als een trainende bokser. Toeketoeketoeketoek". "Het is mijn levensfilosofie. Bij Anderlecht vroeg ik president Vandenstock op een dag:Please, mister Vanden Stock, u hebt er de ruimte voor naast het stadion, legt u een grote hal aan met kunstgras. Training there. Tegen de muur. Schieten, stoppen, schieten, stoppen. Balls like a gun. Nee, zei hij, dat is veel te duur. Ik zei, verkoop één speler en met de opbrengst ervan kunt u de indoorhal bouwen en elke speler die onder deze condities kan trainen zal dertig procent beter worden. En als u dertig procent met tien vermenigvuldigt heeft u drie spelers extra". En wat zei mister Vanden Stock daarop tegen u? "Mister Vanden Stock zei:You are, you are, you are crazy, yesMaar hij deed het wel. Er kwam een grote indoorhal van veertig bij dertig meter. Tijdens de winter, terwijl buiten alles bevroren was, trainden we binnen. De spelers genoten ervan. Hele gevechten leverden ze in de hal. Zeven tegen zeven, terwijl de bal dus nooit uit kan gaan. High speed was it. Ik heb bij Anderlecht zo drie jaar gewerkt. Toen ik er weg was heeft niemand die hal meer gebruikt. Waarom? Omdat niemand weet hoe hij in die hal met de spelers moet werken". "Ik probeer op de trainingen zoveel mogelijk de realiteit van een wedstrijd te benaderen. Er bestaan misschien wel één miljoen oefenvormen, maar de meeste daarvan zijn niet reëel. Toen ik destijds mijn schema's samenstelde, pijnigde ik mijn hersens om reëele oefenstof te vinden. Essentieel is dat de spelers in korte tijd snelle vorderingen maken. In Denemarken word ik zeer gerespecteerd. Van Frankie Arnesen tot Morten Olsen, van Soren Lerby tot Kenneth Brylle". Eens, op een mooie dag, arriveerde ik op het vliegveld van Parijs. Er reden tientallen bussen af en aan, maar plotseling stopte er één. Ik keek en ik zag bondscoach Sepp Piontek zitten en het complete Deense elftal. De bus stopte en ze brachten me een groet. Vanwege het respect. Later hebben ze me in Denemarken nog gevraagd om Piontek op te volgen. Omdat ze in me geloven en omdat ik voor die Deense jongens eens als een vader ben geweest". Ajax, een mooie vrouw Bijna twintig jaren in het vak draagt de voetbaltrainer uit Kroatië mooie herinneringen met zich mee. "Aan mijn tijd bij Ajax heb ik één grote vriend overgehouden, Dries Blankert. Ik heb nog steeds contact met hem en met zijn familie. Als ik in Nederland ben, slaap ik bij hem. Dries is getrouwd met Maria, zij is van Kroatië. Toen ik bij Ajax kwam, hebben zij mij enorm geholpen. Want ik wist niets. Dries had in de grote jaren van Ajax met Cruijff en Neeskens ook Vasovic in Amsterdam met raad en daad bijgestaan. Waar ik ook werk, ik nodig hem altijd uit. In Istanboel, in Parijs, in Athene, in Madrid, in Lissabon, in Marseille. Ja, waar eigenlijk niet". Er bestaan liefdes in het leven die nooit vergaan, zegt Tomislav Ivic met fonkelende ogen. "Het was voor mij destijds een grote eer om bij Ajax te mogen werken. Later, telkens wanneer ik tegen iemand zei dat ik ooit trainer van Ajax was geweest, floot men op de vingers als naar een mooie vrouw. In Amsterdam heb ik ook mijn Engels geleerd. Het is een fantastisch communicatiemiddel voor me geworden. In Amsterdam voelde ik me vrij om te leven en te doen. Ajax heeft me in die wereld gebracht. Na al die jaren draag ik alle clubs waar ik heb gewerkt een warm hart toe, maar Ajax is en blijft voor mij toch my first loveIk trouwde niet met deze eerste liefde, maar ik zal ze nooit vergeten. She was so nice, she was so pretty. Ze gaf mij het zelfvertrouwen voor later. Ik heb het nodig gehad". AJAX MAGAZINE DECEMBER 1993

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 32