WA/Spartaan. Ontluisterd schuifelen de
doorweekte Ajax-spelers in de richting van
de kleedkamer. De Spartanen hebben geen
haast. Als helden verlaten ze het veld onder
het gezang van "We gaan nog niet naar
huis." Een jongen die heeft staan kijken
wordt door de Spartanen uitgejouwd
vanwege zijn Ajax-trainingsjack. De jongen
lacht verlegen. Verderop laat een voorover
gebogen vader zich zoenen door een
dolgelukkige WA/Spartaan-speler met
modder in zijn gezicht.
Henk van Teunenbroek
De bedoeling van het spelen tegen een
hogere leeftijdscategorie is de grotere
tegenstand. Vroeger won Ajax iedere
wedstrijd met te groot gemak van de
leeftijdsgenoten. Om onder druk te leren
spelen waren sterkere tegenstanders nodig.
Dat beide E-teams op één dag verliezen is
echter nog altijd een zeldzame gebeurtenis.
"Soms ben ik door dat fysieke overwicht
van de tegenpartij bang voor blessures,"
verzucht de gelouterde El-leider Henk van
Teunenbroek. "Dan moeten ze tegen die
grote onbehouwen schoppers en dan
twijfel ik wel eens of dat nou allemaal wel
zo nodig is. Maar het is nodig, want anders
zijn we altijd te goed en daar worden die
jongens ook niet beter van."
Van Teunenbroek begon jaren geleden als
leider bij wat toen nog A-pupillen heetten.
Via de C- en B-junioren kwam hij bij de E-
tjes terecht. Die leeftijdsklasse heeft zijn
voorkeur.
"Ze komen hier met alleen talent. Wij
moeten ze daarna helemaal gaan vormen:
technisch, tactisch en disciplinair. De basis
is de discipline. Ze moeten weten wat wel
mag en wat niet. Bij de start van een
seizoen zeg ik tegen ze hoe ik het hebben
wil. Ze moeten goed luisteren naar de
trainer en de leider als die iets vertellen. Als
ze wat willen zeggen moeten ze hun vinger
opsteken, ze moeten op tijd aanwezig zijn,
al hun spullen bij zich hebben, hun best
doen en verder gewoon lekker voetballen."
"Ik loop al heel lang mee, maar de
discipline is wel anders geworden. De
dingen die moeten of niet mogen zijn in
principe niet veranderd; de manier waarop
men nu met onjuist gedrag omgaat wel.
Vroeger had je een leider, Ome Barend
Tak. Als een jongen dan zijn kousen of zijn
schoenen vergeten was zei hij: 'Wegwezen'.
Er werd verder nergens naar gevraagd.
Tegenwoordig is het lang zo streng niet
meer als twintig jaar terug. Dat kan ook
niet, ook al zou het eigenlijk moeten. De
maatschappij is veranderd. Als er nu een
speler te laat is, hoeft hij alleen maar even
behoorlijk uit te leggen waarom hij te laat
is. Ze komen niet meer op de fiets, maar
moeten door hun vader met de auto van
heinde en verre worden gebracht. Als papa
te laat van zijn werk komt, is de zoon te
laat... En verder hebben we nu veel meer
met andere culturen te maken. We hebben
veel spelers van Surinaamse afkomst. Daar
zijn kinderen heilig. Zo heilig dat papa de
tas draagt van zoonlief. Als ik dat zie, zal ik
zeggen dat dat zo niet hoort. En soms
vergeet een jochie zijn trainingsjack. Als ik
dan weet dat dat door een moeilijke
gezinssituatie komt geef ik zo'n knul een
jack en dan zeg ik dat hij niets tegen de
trainer moet zeggen. Ik ben dol op
kinderen. Er bestaan ook geen rotkinderen.
Er zit geen enkel kwaad in op die leeftijd.
Ja, kattekwaad, maar daar moet je meestal
als begeleider ook om lachen."
"Het loopt uiteen van water gooien tot heel
hard schreeuwen," zegt de leider van de E2
Edwin Kortlevers. "Maar ze laten zich zo
tot de orde roepen... Als je ziet wat ze
allemaal achterlaten in de kleedkamer, lach
je je gek. Laatst had er eentje zijn gewone
Ajax E2 in het seizoen 1993-1994. Staand van
links naar rechts: leider Edwin Kortlevers, Sherjill
MacDonald, Dustin Huisman, Gilliam Hunt, David
van der Lycke, Miguel Tuinfort, Steffan Vlietstra
en trainer Patrick Ladru.
Gehurkt: Melvin Stenacker, Kevin Verkerke, Bilal
Aissaoui, Terry Klokkemeijer, Jerghinio
Sahadewsing, Willem Scheerens en Sergio
Hellings.
schoenen laten staan. Die was op zijn
kicksen naar huis gegaan."
Volgens trainer Patrick Ladru liggen alle
ruiten uit de kleedkamer als hij een keer
vergeet om die ene bal weg te halen. "Die
kinderen zijn bikkelhard tegen elkaar.
Laatst was er één die op zijn verjaardag
trakteerde op zakjes chips. Er waren wat
zakjes over, maar toen hij ging douchen
waren die weg: verstopt en opgegeten. Ik
heb gezegd dat zoiets niet meer mocht
gebeuren. Moet je kijken wat voor grijns
die gasten dan allemaal op hun gezicht
hebben. Maar ze luisteren wel. En dat is net
zo belangrijk als het leren van een juiste
balaanname, het trappen van rechts en
links, kappen, draaien, een schaar. Na een
jaar zit zowel die discipline erin als alle
technische en tactische elementen."
Ook fysioloog en looptrainer Laszlo
Jambor is bij de jeugdopleiding betrokken.
Hij geeft de E-tjes één keer per week
looptraining. Als hij op vrijdagmiddag op
het kunstgrasveld met zijn tegelijkertijd
strenge en vertederende Hongaarse accent
uitlegt waar de training uit zal bestaan, zijn
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1993
97