contact een beetje verwaterd. Niemand van mijn familie of kennissen is nog betrokken bij de club. Ik ben er ook nooit meer geweest. Dat is best jammer, want uit mijn jeugd herinner ik me dat we het bij Eland altijd heel erg leuk hadden." 3. De Droom "Net als ieder ander jongetje dat op voetbal zit, wilde ik ook prof-voetballer worden. Bij Ajax vond ik het als E-tje of D-tje ook altijd schitterend wanneer er spelers van het eerste stonden te kijken. Omdat ik zelf altijd linksbuiten was waren Simon Tahamata en lesper Olsen mijn favorieten. Al had ik eigenlijk niet eens zo veel overeenkomsten met hen. Ik was in de jeugd bloedsnel en scoorde aan de lopende band en dat waren toch niet hun allersterkste punten. Echte voorbeelden waren Simon en Jesper trouwens niet. Ik denk dat ik daar te nuchter voor ben. Op straat was ik gewoon de speler die ik net op televisie had zien schitteren. De volgende dag, of misschien al in het volgende potje, kon dat weer heel iemand anders zijn. Nee, een echte dromer was ik niet en ben ik nog steeds niet." 4. Het Besef "Het besef dat ik prof kon worden kwam in de B-junioren toen ik voor het eerst werd uitgenodigd voor het Nederlands jeugdteam, omdat je weet dat de meeste jongens die daar voor hebben gespeeld in het betaalde voetbal terecht zijn gekomen. In de B's is het echt serieus geworden. We hadden in die tijd een fantastisch elftal met Richard Witschge, Bryan Roy, De Boertjes, Marciano. In de B's werd ik ook voor het eerst linksback gezet en dat liep heel goed. Het idee dat ik bij Ajax in het eerste kon komen ontstond in het tweede seizoen bij de A-junioren. Ik speelde dat jaar, in 1989, zo ontzettend goed dat ik aan het einde daarvan een contract kreeg aangeboden. Louis van Gaal was in dat seizoen onze trainer. Hij zette me vaak laatste man en liet blijken veel vertrouwen in mij te hebben." 5. Het debuut "Dat was in oktober 1989. Haarlem uit. Het was rotweer. Een echte herfstdag. We stonden met 4-0 voor toen Leo Beenhakker zei dat ik me moest gaan warmlopen. Een paar dagen eerder had ik in een oefenwedstrijd tegen Saint Etiene ook al even mee mogen doen. Na een paar minuten riep Beenhakker mij bij zich. 'Hee Kreek', zei hij in mijn oor,'jij bent toch een echte Amsterdammer?' 'Ja', antwoordde ik. 'Nou, laat dat dan maar zien', sprak hij toen en stuurde mij het veld in. Ik speelde linksbuiten en maakte een paar lekkere bewegingen. Het publiek ging achter me staan. Prachtig. We wonnen en iedereen was tevreden. Het debuut blijft voor mij een leuke herinnering. Vooral omdat ik me realiseerde dat ik na tien jaar het eerste wel had gehaald, terwijl een hele boel andere jongens waarmee je in al die jaren had gevoetbald voortijdig waren afgevallen." 6. De Ontwikkeling "In het seizoen van mijn debuut ben ik nog een keer ingevallen. Tijdens de voorbereiding op het seizoen 90-91 kreeg ik meer speeltijd, maar ik zat dat jaar toch hoofdzakelijk op de bank en speelde in het tweede. Beenhakker zag mij als een linksbuiten, waardoor ik altijd achter Bryan Roy, die eerste keus was, zou blijven. Pas in het tweede jaar kreeg ik mijn kans. In het Amsterdam-toernooi en het toernooi van La Coruna speelde ik tot ieders tevredenheid linksback. Ik kreeg een plaats in de basis totdat ik in de wedstrijd tegen Fortuna Sittard geblesseerd uitviel. Na die wedstrijd maakte Beenhakker bekend dat hij weg ging en werd Louis van Gaal zijn opvolger. Na een week of zes was ik weer fit. Ik deed als back mee tegen FC Twente en speelde woensdags, uit tegen Osasuna, voor het eerst linkshalf. Dat ging fantastisch. Ik speelde zelfs zo goed dat ik in aanmerking voor het EK in Zweden kwam. Als ik niet geblesseerd was geraakt had ik denk ik ook gespeeld. Die zomer miste ik dus het EK en de Olympische spelen, al was 91-92 natuurlijk verschrikkelijk mooi. Ik veroverde een basisplaats, kwam in aanmerking voor het Nederlands Elftal en won met Ajax de UEFA Cup. Verleden jaar kreeg ik met een terugval te maken. Ik kwam niet fit van vakantie terug en bleef steeds achter de feiten aanlopen. Het liep gewoon niet lekker en tegen Kaiserslautern kwam ik er dan ook naast te staan. Na de winter heb ik een paar wedstrijden nog wel aardig gespeeld, maar het werd toch een verloren seizoen. Al ben ik door die dieptepunten wel wijzer geworden. Bij Ajax had ik alleen nog maar hoogtepunten meegemaakt en nu had ik mijn eerste tegenslag te pakken. En daar zullen er heus nog wel meer van komen. Dit seizoen ga ik voor de linksback-positie. Door de komst van Frank Rijkaard dacht ik even dat Frank de Boer niet naar het centrum zou verhuizen, waardoor ik niet in aanmerking zou komen voor die linksback plaats. Maar toen het tegen Barcelona met Rijkaard en Van der Brom in het centrum van geen kant liep, gebeurde dat toch. Ik zie mijn toekomst op die linksback-positie zonnig in." 7. Ajax "Ajax is een goede club en speelt het mooiste voetbal. Het is ook een stuk van mijn leven geworden, nu ik hier al vijftien jaar rond loop. Maar omdat je er al zo lang rondloopt is het voor mij maar 'gewoon Ajax'. Ik ben niet lyrisch over de club. Dat past ook niet bij mij. Daar ben ik te nuchter voor." AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1993 87

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 88