Personalia
Naam:
Geboren:
Positie:
Clubs:
In dienst van Ajax:
Hoogtepunt:
Dieptepunt:
Jeugdinterlands:
A-interlands:
Trainer van:
Fan van:
1993:
Simon Tahamata
26 mei 1956 in
Vught
Linksbuiten
Theole, Ajax,
Standard Luik,
Feyenoord,
Beerschot,
Germinal
Ekeren
1971 - 1980
Europa Cup
2-finale met
Standard Luik
tegen Barcelona
Vertrek bij Ajax
Geen
23
Jeugd van de
v.v. Elderen
Raymond
Goethals
profvoetballer in
dienst van
Germinal Ekeren
Raymond Goethals
"Ik bereikte mijn top in Luik bij Standard.
Dat was niet toevallig. Raymond Goethals
was onze trainer en van hem mocht ik
tijdens de tactische besprekingen altijd
gaan slapen. Door hem werd ik voor vol
aangezien. Bij Ajax speelde ik linksbuiten
en was ik één van de elf. Bij Standard was
ik een belangrijke speler. 'Simon', zei
Goethals altijd, 'als gij het niet doet, wie
moet het dan doen?'. Hij verwachtte veel
van mij. Ik moest het verschil maken. Dat
vervulde mij met trots".
"Ajax was niet met Standard Luik te
vergelijken. Bij Ajax moest je zelfs op de
trainingen op scherp staan. Een baaidag
kon je daar niet opnemen. Dat maakte dat
je in België meer ontspannen naar een
wedstrijd toeleefde. Als je in Amsterdam
vlak voor een wedstrijd durfde te lachen,
dan zei Bobby Haarms meteen: 'Straks om
half vijf moet je lachen'. Met Standard Luik
namen we later ook eens deel aan een
toernooi van FC Köln, in de halve finale
moesten we tegen Ajax. Voor de wedstrijd
was het bij ons in de kleedkamer heel
rumoerig, bij Ajax was het doodstil. Ik
34
hoor het Bobby Haarms nog zeggen: 'Het
lijkt bij jullie wel een speeltuinvereniging'.
Maar we wonnen wel met 3-0. Eenmaal in
het veld kunnen we de knop omdraaien".
Betraand vertrek
De tranen om het vertrek destijds bij Ajax
blijken nog niet opgedroogd. "Ik zat bij
Maarten de Vos, zoals dat heette. Het was
kort voor de voorbereiding op het nieuwe
seizoen. Ik zou maandag bij Ajax met de
training beginnen. Ik zat thuis toen
Maarten mij belde: 'Simon', zei hij, 'je gaat
naar Standard toe'. Van enige
belangstelling voor mij was mij niets
bekend. Maar Maarten kende Happel, de
trainer van Standard. Dat zal het zijn
geweest. Ik werd verkocht, als vee. Zo heb
ik dat ervaren. Ik voelde me Ajacied en een
Ajacied wil niet weg. Het deed pijn dat het
zo moest lopen".
"Ik kon bij Standard veel meer verdienen
dan bij Ajax. Maar ik hecht niet aan geld.
Ik ben iemand die meer aan geluk hangt
dan aan geld. Het is het mij allemaal niet
waard. Ik ben liever blij met een gelukkig
huwelijk en gezonde kinderen. Heel lang
heb ik ook meer
gepast bij een fiets
dan bij een auto".
"Negentien was ik
toen ik bij Ajax
rtiijn eerste
contractje kreeg.
Honderd gulden
per punt.
Vijfduizend gulden
bruto per jaar.
Rinus Michels zei:
'Tekenen of laten,
Simon'. Een C-
contractje was het.
Een jaar daarvoor
bij de jeugd had ik
nog mijn eigen
kleding moeten
kopen. In de eerste
twee seizoenen bij
de A-selectie had ik
25.000 gulden per
jaar en in mijn
laatste seizoen
40.000 gulden. Ik
was inmiddels
international. Tk
AJAX MAGAZINE
vond dat ik niet naar behoren werd
betaald, maar toch deed ik het ervoor. Zou
Standard die zomer niet zijn gekomen dan
zou ik nog eens twee jaar voor die 40.000
gulden hebben gevoetbald. Zo'n Ajax-gek
was ik".
"Ik kom er nog weieens, in de stad. Zodra
ik in de buurt van de Utrechtse Brug ben
krijg ik het weer koud. Ja, ja, denk ik dan,
dit is het toch. Voor mij is Amsterdam een
wereldstad. Hier bij Germinal Ekeren, als
we ons afvragen waar we zullen gaan
stappen met de jongens, dan gaan we naar
Amsterdam. Zo erg is het. Zelfs hier in
Antwerpen hebben ze de microbe te
pakken. Dan gaan we het Leidseplein op,
de Bastille in. Meestal met een mannetje of
tien. Met drie of vier auto's. Even
tweehonderd kilometer heen en weer om
een pilsje te drinken. Dan moet er toch iets
zijn hè. Anders doe je het niet".
"Als je je cultuur, je eigenheid, niet koestert, mag
je ook geen aanspraak op een eigen vrije republiek
maken."
Foto: Louis van de Vuurst