eeuwigheid, in voor- en in tegenspoed. We zeggen ook altijd: Uit welk dorp kom je? Die bloedband maakt ons sterk, evenals de Adat, het gewoonterecht. Ik vind het mooi dat we dat allemaal in ere kunnen houden. Zolang dat er nog is, is er een identiteit. Eigenlijk vind ik dat zelfs nog belangrijker dan een vrije republiek der Zuid- Molukken". Koud Simon Tahamata werd in het voorjaar van 1956 geboren in Vught, maar voor zijn gevoel onder de brandende zon van de Zuid-Molukken, op het wondere eiland Saparua waar de Tahamata's honderd jaar geleden 's morgens niet wisten waar zij 's avonds van leven moesten. "Ik ben in 1978 voor het eerst op de Zuid-Molukken geweest. Toen ik in het vliegtuig beneden me de eilanden zag, voelde ik me koud worden. Ik dacht, dit is het dan. Dit is Ambon, mijn Ambon. Dit is nou mijn moeder- en vaderland. Ik was 22, maar ik voelde een brok in mijn keel". "Ik landde niet als voetballer, maar als een Molukker die voor het eerst van zijn leven thuis was. Ik kende de verhalen en de liederen. Ze klopten met de werkelijkheid. Ik heb er zes intense weken gehad, maar ze waren geen maatstaf. Ik bedoel, ik had geld bij me. Maar geld speelt daar geen rol. Als je vlees wil, moet je jagen. Als je vis wil, moet je mee de zee op. Je leeft er van dag tot dag, van de jacht en de visserij. Ik heb alles van het eiland gezien en ik heb genoten". "Op 22-jarige leeftijd was dat een soort spanning en een heel bijzondere ervaring. Vijftien jaar later weet ik het nu zeker: Als de Molukken morgen een zelfstandige republiek zouden worden, zou ik onmiddellijk gaan. Ik liet alles achter. Alles. De zekerheden, de sociale omstandigheden en de vanzelfsprekendheden. Ja, zelfs Jean- Michel en Didier, als die er de voorkeur aan zouden geven hier in België te blijven". "Yomqen ik geven onze kinderen voorlopig zoveel mogelijk een Molukse opvoeding. We praten thuis als 't enigszins kan ook Maleis. Soms moeten we oppassen met wat we zeggen. Die kleintjes begrijpen bijna alles. Langzaam maar zeker beginnen ze het onder de knie te krijgen. Ik vind het een plicht van de Molukse ouders om hun kinderen de moedertaal te leren. Als ik een Simon Tahamata zoals de al wat oudere Ajax- supporters hem het liefst in hun herinnering koesteren: dribbelend met de bal in het Ajax-shirt. Foto: Ajax-archief Molukker hoor die zijn moedertaal niet of nauwelijks spreekt, dan doet mij dat pijn. Je cultuur, je eigenheid; als je die niet koestert, mag je ook geen aanspraak op een vrije republiek meer maken". Belgen Sinds zijn transfer van Ajax naar Standard Luik, in de zomer van 1980, woont Simon Tahamata in België. Hij weet ook waarom. "Omdat Belgen op Molukkers lijken. Bovendien ben ik blij dat mijn kinderen in België op school zitten. Anders dan in Nederland nemen de Belgen de opvoeding erg serieus en wordt er nog aandacht besteed aan de omgangsvormen. Ik merk dat als de neefjes en nichtjes uit Nederland over zijn. Die van mij zijn beleefder. Niet overdreven, maar ze kennen wel hun plaats. Ze zeggen, in het Vlaams, veel gij en u. Daaruit blijkt het respect voor de ander. Respect voor elkaar moet er zijn, maar respect voor de ouderen in elk geval. Als je de tien geboden kent, dan ken je ook het vijfde gebod. Daarin staat: eert uw vader en uw moeder. Dat gebeurt nog bij ons". "Yomi en ik stammen uit een gezin met strenge ouders. Weet je, vroeger met zovelen thuis aan tafel, voerden alleen vader en moeder het woord en hoefden we het eenvoudig niet te flikken om gekke dingen te doen of om voortijdig van tafel te lopen. Als mijn kinderen nu hun bordje leeg hebben, vragen ze ook eerst: Pap, mogen we van tafel?" "Ik woonde nog geen twee maanden in België toen ik het zeker wist: In België is het zoals het vroeger was in onze woonwijk in Tiel. De eerste nacht in Luik sliep ik nog in de Holiday Inn. De volgende ochtend vroeg mijn ploeggenoot Jos Daerden mij al of ik bij hem kwam inwonen. Hij was net getrouwd, hij had kamers genoeg. Het moest zo lopen kennelijk. Ik kwam van Ajax, hij van Tongeren. We hadden dezelfde auto en bovendien in dezelfde kleur. We hadden hetzelfde karakter en dezelfde interesses. Sindsdien hou ik van de Limburgse mentaliteit". "De Belgen zijn open en gemoedelijk. Als het vandaag niet gaat, komt het volgende week wel. Er zit hier geen druk achter. Zo zijn de Belgen, zo zijn de Molukkers. Bij Ajax ging dat niet op. Je moest daar altijd presteren. Anders was je je plaatsje kwijt". AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1993

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 33