Column
door David Endt
Ajax - Besiktas, dat was een logisch vervolg
op de normale thuiswedstrijden van Ajax.
Mijn vader informeerde naar de
voorverkoopadressen en reed op zijn
scooter naar de andere kant van de stad,
naar Harry Sacksioni in de Rijnstraat. Er
waren vast wel voorverkoopadressen
dichterbij huis, maar die naam, Harry
Sacksioni, klonk mijn vader waarschijnlijk
meteen al als een begrip in de oren, denk ik.
Maar misschien moest-ie wel toevallig in de
buurt zijn. Twee kaartjes had hij gekocht.
Hij zou meegaan want hij vertrouwde het
niet om mij naar zo'n grote wedstrijd in de
avond alleen te laten gaan. Ik bekeek de
kaartjes met bewondering. Ze waren
mooier dan de stoffige kleine strookjes die
"Ajax voor de elfde keer landskampioen", riep de verslaggever op de
radio. Ik maakte wilde sprongen door de kamer. Elf fceer kampioen,
een mooi getal voor een voetbalclub. Het was het allereerste Ajax-
kampioenschap was dat ik meemaakte. In 1960 hèd ik het kunnen
meemaken, als ik, zoals sommige vriendjes, epn voetbaifanatieke
vader had gehad. Een vader die je als ukkie van drie al had
meegezeuld naar het stadion. Mijn vader vas geen voetbalman.
Toen Ajax in 1960 voor het laatste kampioen werd, was ik zes
ik op die zondagmiddag waarschijnlijk op de dijk bote
plukken voor mijn buurmeisje. Dat kampioenschap uit Tw
1966 viel middenin de groeiende Ajax-liefde en was daarin ee
mijlpaal. Ik stond toen absoluut niet stil bij het gevolg van het
kampioenschap: Europa Cupvoetbal. Van een loting, die
tegenwoordig de mensen bijna net zo in zijn ban houdt als een
wedstrijd, kan ik me helemaal niets herinneren. Opeens vlamde het
Europa Cut/vuur op en had iedereen het over Ajax - Besifetas.
Europa Cup, ja die klank had iets magisch. Het betekende een tocht
door een koninkrijk dat aan anderen toebehoorde. Dat iJfVS de
kwartfinale had bereikt was al een geweldige prestatie. Elide club-
met de modernste shirts van Nederland (witte, met een horizontale
blauw-zwarte baan over de borst) had met enig geluk zelfs nog
kunnen winnen van Vasas Györ. De halve finale die Feyenoè
1963 bereikte was voor het Nederlandse voetbal evenv
het winnen van de beker...
Ik zeurde bij mijn vader om een kaartje voor deiSlropa Cup.
ik bij het Ajax-stadion aan de loketten kocht op de gewone
competitiedagen. Dat beviel me wel, Europa Cup hoorde anders te
zijn. Het waren vrij grote rechthoeken van een degelijke
papiersoort, bijna karton. F 3,50 stond erop. Een staanplaats voor
Vak T. Het liefst had ik ze mee naar school genomen om ze als
bewijs van mijn supportersschap te laten zien aan mijn
isgenoten. Maar mijn vader bewaarde ze in zijn bureau tot de
>nd van de wedstrijd,
let de scooter was het maar een kort ritje naar het Stadion. Handig
stuurde pa Endt de scooter langs en tussendoor de file bij het
Haarlemmermeerplein en de Zeilstraat en plantte de Vespa onder de
bomen van de Amstelveenseweg. Het Stadion was mijn terrein en ik
leidde mijn vader naar Vak T. Daar stonden tussen de Ajax-
supporters heel wat Turkse aanhangers en dat leverde geen enkel
probleem op. "Nörrmal", zeiden ze lachend, wanneer Cruijffie op
onreglementaire wijze werd gestuit, en ze haalden hun schouders en
maakten daarbij een bijna verontschuldigend handgebaar. Dat
hoorde bij Europa Cup-voetbal. Ik ergerde me een ongeluk aan het
"normale" dat Ajax danig dwars zat. De wedstrijd was meer een
gevecht om territorium dan voetbal. Een enkel goaltje zat erin, en
nog een lelijke ook. Pas vijf minuten voor tijd kwam er een beetje
lucht. Bennie Muller jakkerde de bal feilloos in de bovenhoek achter
de kleine maar uitstekende Besiktas-keeper. Het gebeurde aan onze
:ant: 2-0. Met wilde sprongen vierde ik het doelpunt en mijn vader
>rong even wild met mij mee.
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1993