tegenstander. Als keeper moet je dan elke doorgeschoten bal hebben. Daarvoor moet je goed kunnen meevoetballen. Om te weten hoe voetballers soms denken en doen, voetbalde ik op de training in kleine partijtjes vaak mee". Duizend gulden meer Gert Bals valt de eer te beurt in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal rechtstreeks de gang van PSV naar Ajax te hebben gemaakt. Andersom gebeurde dat vijf keer: Jan Hassink (1925), Piet van der Kuil (1959), Frits Soetekouw (1967), Ronald Koeman (1986) en Gerald Vanenburg (1986). Bals: "Ajax kocht mij in '65 van PSV. In Eindhoven had ik me op de transferlijst laten plaatsen. Als topkeeper van PSV verdiende ik tienduizend gulden per jaar. Ik had manager Van Gelder om duizend gulden (per jaar!) opslag gevraagd maar niet gekregen. En toen belde Ajax, dat nota bene net aan degradatie was ontsnapt. Michels wilde aan een nieuwe ploeg bouwen en had behalve Co Prins en Henk Groot een doelman nodig die het grote gat achter de verdediging voor zijn rekening nam". "Mijn transfer van PSV naar Ajax was voor mij niets bijzonders. Ik kom uit Utrecht. Het klappen van de zweep kende ik al. Ik was niet iemand die zich zo gauw liet dollen. Ik paste me moeiteloos aan. Al vroeg merkte ik het grote verschil tussen beide clubs. Wie van publiciteit houdt, moet voor Ajax kiezen. Wie de voorkeur geeft aan gemoedelijkheid en een beschermde omgeving, moet in Eindhoven zijn Bij Ajax vormde Gert Bals.het slot op de illustere verdediging Suurbier-Soetekouw- Vasovic-Van Duivenbode. "Met Velibor Vasovic leidde ik de verdediging. Ik hoefde maar een kik te geven en hij wist wat ik bedoelde. We voelden elkaar blindelings aan. Als er al eens een aanvaller van de tegenpartij doorbrak, dreef ik hem automatisch naar de zijkant om zijn schiethoek zo klein mogelijk te maken. Als hij dan toch nog kans zag op doel te schieten, wist ik dat Velibor daar stond om de bal op te vangen". "Het zag er voor de toeschouwers misschien een beetje paniekerig uit, maar zo was het beslist niet. Vasovic wist precies welke ballen hij voor me moest laten gaan en welke niet. Als hij een bal liet lopen, dan wist hij dat Bals er was. Met hem had ik In 1969 beleefde Gert Bals een hoogtepunt in zijn karriere. Uit handen van zijn clubgenoot Johan Cruijff ontvangt de Ajax-keeper de prijs voor de "Voetballer van het Jaar van Nederland 1969". een heel sterke band. Ik maakte eerder deel uit van de viermans-verdediging voor me dan dat ik doelman was. Of je nu met z'n vijven het doel verdedigt of alleen; dat maakt natuurlijk wel wat uit". "Ik weet nog wel dat Cruijff gek was van mijn stijl. Johan heb ik bij Ajax zien komen. Het was in de tijd nog dat hij niet elke wedstrijd meespeelde. Een broekje was het nog. Maar hij was brutaal en hij kende het spelletje. Niemand hoefde hem iets wijs te maken. Suurbier niet. Pronk niet. Muller niet. Nuninga niet. Johan had een enorme flair en liep die gasten op de training voorbij alsof ze er niet stonden". Maar in mijn tijd bepaalde hij de tactiek nog niet. Dat was er maar één die dat deed. Michels. Klaar. Geen discussie mogelijk. En als aanvoerder was ik zijn man in het veld. Een doelman kan best een ideale aanvoerder zijn, als hij zich maar nadrukkelijk met het spel bemoeit. Ik deed dat. Ik stond altijd op de rand of net buiten het strafschopgebied. Zo kon ik die jongens gemakkelijk bereiken". Onvoorstelbaar In de stadions komt de gewezen doelman niet meer. Hij kan zich aan de buis zo nu en dan nog slechts verwonderen over de strapatsen van zijn jongere collega's. "De verboden terugspeelbal brengt veel keepers tegenwoordig in de problemen. Ik begrijp dat niet. Wat er nu aan de hand is, deed ik bij wijze van spreken honderd jaar geleden al. Als ik soms die wedstrijden op televisie zie en er komt dan weer zo'n dieptepass dan vraag ik me vaak af: 'Waar blijft die keeper nou? Waarom staat 'ie nou nog op de lijn?'. Met de huidige situatie zou ik totaal geen problemen hebben gehad. Gerrie Mühren zei het me laatst nog: 'Ger, jongen, als keeper was jij je tijd ver vooruit". "Het is voor mij onvoorstelbaar hoe bij voorbeeld Hans van Breukelen zich op het ogenblik handhaaft. Hij komt regelmatig zijn doel uit, ik zie dat hij zich steeds keurig opstelt tussen de penalty-stip en de zestienmeter-lijn. Hij doet dat perfect. AIAY AA A r. A 7 I M F QFPTFAARFR 1QQ3 31

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 33