"Milan zal altijd om de top blijven strijden.
De club heeft een vrij brede selectie, een
goede organisatie, goede spelers. Het blijft
heus wel een topclub."
makkelijk aanpassen
Rijkaard zegt niets te hebben gemerkt van
de onrust die er in de Italiaanse
voetbalwereld is ontstaan door de
verhoogde aandacht die justitie voor het
calcio aan de dag is gaan leggen. Het lijkt
zo te zijn alsof de vetste jaren voorbij zijn.
Rijkaard heeft ook wat dat betreft een
gouden tijd gehad. Voor Bergkamp en
Jonk wordt het wellicht anders, maar
volgens Rijkaard gaan beiden een
interessante periode tegemoet.
"Ik hoop dat Bergkamp en Jonk het
nergens moeilijk mee krijgen. Als
Nederlanders en als ex-Ajacieden hebben
ze de mogelijkheid om een goed eerste
seizoen te spelen. Ik kan niet zeggen
waarmee ze problemen zullen krijgen. Dat
is voor iedereen verschillend. Je hebt ook
mensen die helemaal nergens moeite mee
hebben... Ja, misschien ben ik wel zo
iemand. Ik heb me altijd erg makkelijk
kunnen aanpassen. Iedere club heeft zo
zijn eigen cultuur. Bij Milan was het zo, en
bij heel veel Italiaanse clubs trouwens, dat
we veel tijd in trainingskampen
doorbrachten. Niet dat ik dat vervelend
heb gevonden, maar ik vind het niet
onprettig dat men dat bij Ajax niet zo vaak
doet. Voor mij hadden die
trainingskampen geen enkele waarde, geen
enkel nut. Als je een goede professional
bent, slaap je thuis net zo goed en
waarschijnlijk nog beter dan in een ander
bed. En je kunt wat meer je eigen dingetjes
doen dan wanneer je opgesloten zit met
een groep op een bepaalde plek.
Trainingskampen hebben mij nooit goed
gedaan, maar het is een teamsport en er
zijn misschien jongens die er wel baat bij
hebben. Ik heb er ook nooit moeite mee
gehad. Zo werkte het nu eenmaal bij Milan
en ik heb me er moeiteloos aan kunnen
aanpassen."
speelstijl
Met de overstap naar Ajax moet Rijkaard
opnieuw wennen aan een andere club. Het
voordeel is natuurlijk dat hij de Ajax-
cultuur nog van vroeger kent. Ajax is niet
veel veranderd.
Rijkaard ook niet,
maar het is toch
anders om als talent
bij Ajax te spelen
dan als gelouterde
prof. Zijn allereerste
wedstrijd voor Ajax
kan hij zich nog
goed herinneren.
De datum was 23
augustus 1980, de
tegenstander heette
Go Ahead Eagles.
"Dat debuut reken
ik ook wel tot de
hoogtepunten van
mijn carriere. We
moesten uit tegen
Go Ahead en we
wonnen met 2-4.
Twee doelpunten
van Wim Kieft en
één van mij..."
"Ajax komt niet
anders op me over dan in mijn vorige
Ajax-periode. 't Is me allemaal nog erg
bekend. De mentaliteit is ook niet
veranderd. Die staat nog steeds garant voor
prestaties, voor de druk van het moeten
winnen en voor het zijn van een nationale
en internationale topclub. Het stadion is
bijna hetzelfde gebleven. Wat veranderd is,
dat is dat er andere mensen zijn, andere
bestuursleden en andere spelers. De
speelstijl is in essentie hetzelfde gebleven:
4-3-3. Drie spitsen, dat kom je in de wereld
weinig tegen. Ik vind het ook niet moeilijk
om me weer op die speelstijl in te stellen.
In vergelijking met het 4-4-2-systeem dat
we bij Milan speelden, is dit wat
intensiever, wat zwaarder. Je moet meer
doen tijdens een wedstrijd. Ook moet je bij
Ajax wel eens overgaan tot mandekking.
Dat deden we bij Milan helemaal niet.
Daar kon je je man laten lopen. Er stond
altijd iemand achter."
Amsterdam
Met zijn speelstijl maakte Ajax in het jaar
dat de UEFA-Cup gewonnen werd veel
indruk. "Zeker ook in Italië," weet
Rijkaard zich te herinneren. "Ajax wordt in
Italië gezien als een topclub. Dat klopt ook,
want Ajax is een topclub. In de serie naar
de UEFA-Cup won Ajax van Genoa en
Torino. Toen heeft Ajax, vooral in Italië,
fantastische wedstrijden gespeeld. Met het
winnen van die Cup heeft Ajax overal veel
respect verdiend. Tenslotte gaat het in
voetbal toch altijd om de prijzen die je
wint. En prijzen moeten we met Ajax
kunnen winnen. Het heeft geen zin je te
verschuilen, het is toch ook mooi om te
weten dat je favoriet bent? Ik vind dat
leuker dan de underdog te zijn. Het strekt
tot eer en iedereen in de club moet daarvan
doordrongen zijn, vind ik. Van hoog tot
laag moet iedereen bezig zijn met dat
resultaat en iedereen is daarin ook even
belangrijk. Je moet weten dat je Ajax bent.
AJAX, met hoofdletters, een club die altijd
om het hoogste speelt, die een naam, een
traditie en een stijl vertegenwoordigt.
Daarom is het ook niet mogelijk om te
praten over het afbouwen van een carriere.
Ik denk niet dat ik dat op een gemakkelijke
manier zou kunnen. Ik ben blij met Ajax,
ook omdat ik wil presteren. En omdat ik
van Amsterdam hou. En Amsterdam, daar
sta ik nu weer middenin!"
20
AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1993