zondag was de hele familie Van den Brom, inclusief mijn zusje, daar te vinden. Ja, mijn zusje moest ook altijd mee. Zo heeft ze in de loop der jaren heel verstand van voetbal gekregen. Mijn vader is trouwens nog steeds bij DPWC te vinden. Mijn moeder en m'n oma kwamen bij Vitesse iedere thuiswedstrijd naar mij kijken. Maar m'n vader niet. Hij moet op zondag naar naar zijn club. Toen ik veertien jaar was debuteerde ik er in het eerste elftal. Op zaterdagmiddag speelde ik in A-l en zondag moest ik dan met de senioren mee. DPWC speelde in die tijd in de Eerste Klasse afdeling. Maar toen ik naar Quick Amersfoort ging zijn ze plotseling een paar keer achter elkaar gepromoveerd. Bij Vitesse weten ze dat ook en er zijn, nadat mijn vertrek naar Ajax bekend werd, al weddenschappen afgesloten. Herbert Neumann, de trainer, heeft om vijf flessen champagne met mij gewed dat Vitesse volgend jaar kampioen wordt en Ajax niet. Dat gaat 'em dus veel geld kosten." 3. De Droom "Iedere jonge voetballer droomt van een karrière in het betaalde voetbal. Ik dus ook. En wanneer je dat eenmaal hebt bereikt, krijg je weer nieuwe dromen; het Nederlands Elftal en een top-club. En die zijn dus ook uitgekomen. Maar dat ik echt achter mijn dromen heb aangezeten kan ik niet zeggen. Ik zag en zie wel wat er op me afkomt. In de voetballerij weet je het toch nooit. Vorig jaar was ik heel blij met mijn contract voor zestien jaar bij Vitesse. Maar volgend seizoen voetbal ik wèl bij Ajax. Ik droomde er ook altijd van om net zo goed te worden als Willem van Hanegem. Dat was mijn idool. Hij sprak me aan door zijn manier van spelen. Ik zag wel iets van hem in mijzelf terug." 4. Het Besef "Omdat ik in de gaten had dat het voor mijn ontwikkeling niet verstandig was om bij DPWC te blijven, ben ik op mijn zeventiende naar Quick Amersfoort gegaan. En daar kreeg ik door hoe goed ik was. FC Utrecht, AZ, Wageningen en Vitesse hadden plotseling interesse. Ik ben gaan afwegen wat de beste club was. Bij Wageningen zou het mij alleen maar geld kosten, FC Utrecht wilde mij op amateur basis en voor de B-selectie hebben en Vitesse bood een contract en een plaats in de A-selectie aan. De keuze was makkelijk te maken. Na één jaar Quick vertrok ik naar Vitesse. Het ging daar ook direkt heel goed. Ik kwam onder Hans Dorjée onmiddelijk in de basis te staan en miste vrijwel geen wedstrijd meer. Al na drie maanden werd mijn contract opengebroken en kreeg ik een een hele goede aanbieding. Dan besef je je dat het goed gaat en in ieder geval Eerste divisie-waardig bent. Toen ik voor het eerst bij Oranje zat kreeg ik ook zo'n besef. Tijdens de training kon ik me vrij eenvoudig staande houden tussen Van Basten, Gullit, Wouters en die andere grote jongens waar je toch wel een beetje tegenop keek. En wanneer het dan zo goed gaat, besef je dat je ook op dat top niveau mee kan komen." 5. Het Debuut "Mijn debuut in het betaalde voetbal was Eindhoven - Vitesse. We wonnen met 3-1 en ik scoorde één doelpunt. Dat doelpunt kan ik heel gemakkelijk in mijn geest terughalen. Ik speelde centrale middenvelder en kwam van achteruit met de bal op, liep alleen op de keeper en scoorde. Een tweede debuut was mijn eerste Europa Cup-duel met Vitesse. Uit bij Derry City wonnen we met 1-0. Mijn derde debuut maakte ik met het Nederlands Elftal tegen Malta. Ik mocht vijfentwintig minuten voor het einde invallen en we wonnen met 7-0. Op zich stelde die wedstrijd niet veel voor, maar ik had wel mijn haasje, dat iedere debutant van de KNVB krijgt. O ja, en ik heb nog een paar verschrikkelijke goals van Van Basten gezien. Thuis tegen San Marino was echter een mooiere, omdat ik toen in de basis stond en de openingstreffer maakte." 6. De Ontwikkeling "Mijn ouders zijn voor mijn ontwikkeling het allerbelangrijkst geweest. Ze hebben mij nooit tot iets verplicht, waardoor ik altijd heel veel plezier in het voetbal gehouden heb. Maar van de trainers zal ik Co Peters, een oude militair, nooit vergeten omdat hij mij in het eerste van DPWC heeft laten debuteren. Maar toen een jaar later Phili Kraak kwam werd het toch wel wat beter. Hij had zelf hoog gevoetbald en was veertig jaar jonger. Dat scheelt nogal. Ik ben in de amateurs ook nog getraind door Nico van Miltenburg. Hans Dorjée haalde mij naar Vitesse. Hij gaf mij vertouwen en stelde me vanaf de allereerste wedstrijd op. Dat is heerlijk voor een voetballer. Toen Dorjee naar PSV ging werd hij opgevolgd door Niels Overweg. Maar na een wedstrijden of acht moest hij alweer weg en werd Bert Jacobs de nieuwe trainer van Vitesse. Jacobs heeft vijf jaar lang heel veel succes gehad door van Vitesse een hele hechte groep te maken en uitstekende aankopen te doen. Vooral Frans Thijssen was verschrikkelijk goed. Van hem heeft de ploeg en zeker ik heel veel geleerd. Net als in Van Hanegem, zag ik ook wel iets van mijzelf in hem terug. In het veld kon ik het ook goed met hem vinden. Herbert Neumann heeft Vitesse dit seizoen vooral lichamelijk sterker gemaakt zonder in de groep veel te veranderen. Ja, hij heeft mij van laatste man weer teruggezet op het middenveld. Ik speel bij Vitesse trouwens niet op de positie waarvoor ik naar Ajax ga. Ik ben nu meer een 'nummer tien' en bij Ajax moet ik een 'nummer vier' worden. Maar ik kan zeker net zoals Jan Wouters spelen. Ik heb bij Vitesse in 230 wed strijden tachtig keer gescoord en loop momenteel zo'n één op drie. Dat is ook iets wat ik bij Ajax moet uitbreiden. Alleen moeten de mensen niet vergeten dat er in de wereld maar één Jan Wouters rondloopt en maar één Wim Jonk. En ook maar één John van den Brom. 7. Ajax "Ajax is weer zo'n droom die is uitgekomen. Een top-club, een club waar altijd iets gebeurt en een club die iedereen in de wereld kent. Het lijkt me fantastisch om daar te voetballen. Het nieuwe seizoen kan wat mij betreft morgen beginnen." AJAX MAGAZINE JUNI 1993

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 53