Dennis in het
Vélodröme
Column
door David Endt
"Wat moet ik daar nu mee? Die Jungen kan doch eigentlich niets?
Hij mist alle basiselementen van een guter voetballer."
Een augustusmiddag in Amsterdam. De airconditioning blaast en
buiten slaapt het gras. In het spelershome van Ajax zucht Kurt
Under. Wat sóll hij met die jonge rechtsbuiten die hem niet kan
bekoren. Droefheid speelt rond 's-mans gerimpelde voorhoofd en
de vermoeide ogen verraden zijn gevoelens: het voetbalniveau in
De Meer was danig gezakt.
Under was in de zomer van 1988 teruggekeerd bij Ajax. Een
aardige man, die zijn fysiotherapeutische kliniek in Bern in de
steek had gelaten om topclub Ajax te gaan trainen. Dat was geen
gemakkelijke opdracht. De club leefde onder een slecht gesternte
en eigenlijk was Linder, die vroeger bekend stond als een
"bikkelharde", te vriendelijk geworden om met rechte rug en
ijzeren hand de voorspelbare drama's in De Meer tegemoet te
treden.
Misschien was het het besef aan een kansloze missie te zijn
begonnen, die aan zijn kritiek op de blonde jongen die hij zo af en
toe met het nummer 8 heeft laten spelen ten grondslag lag.
Linder was bij zeker niet de enige die in die periode weinig gaf om
de voetballer Dennis Bergkamp. Het meerendeel van de kenners
deelde Linder's mening over de scholier.
Marseille. De sfeer was fantastisch, de Fransen hadden onder
leiding van zonnekoning Bernard Tapie voor een geweldig
spektakel gezorgd. Vuurwerk, spreekkoren, bulderende rock
muziek, straaljagers, steeds harder, sneller, oorverdovender. En
daarna: voetbal. Ajax-voetbal. jan Wouters eccelleerde als libero,
Scholten speelde souverijn op het middenveld, Van 't Schip zette
aanvallende lijnen uit en Robbie Witschge scoorde. Eén keer. En
nóg een keer.
Er viel een stilte over het Vélodröme. Tapie trachtte zich te
verbergen maar moest toezien hoe Ajax' derde doelpunt tot stand
kwam. Een blonde jongeling die net in het veld was gekomen
maakte zich van dichtbij het Ajax-strafschopgebied los. Zijn
rechtervoet zoog aan de bal en bij elke stap ging hij sneller. Het
donkerblauwe shirt met Nummer 13 trok een streep door de
zuidfranse nacht, geen moment verliet de prachtige cadans het
ranke lijf en steeds dichterbij kwam de afspraak met het doel.
Bergkamps accelleratie bedorf zijn overzicht niet. Eén oogopslag
was voldoende om de situatie goed in te schatten en op dertig
meter van het Marseille-doel werd zijn laatste gevleugelde stap een
schot. Met een lage curve draaide de bal rond de ver uitgelopen
keeper Bell, tegen het net. De stilte van het Vélodröme ontving
Bergkamps jubel.
Tapie sloot de ogen.
En die van vele anderen bleven gesloten voor de vanzelfsprekende
begaafdheid van de jongeling, die zijn loopbaan andermaal
versnelt. Accellererend, snelziend, helder denkend: van Ajax naar
de Serie A!
Het woord "snel" werd als eerste gebruikt, wanneer het over
Bergkamp ging. "Hij is lekker snel". Vrijwel onmiddelijk volgden
daarop een aantal negatieve kwaliteiten. Nee, men zag in 1988 geen
toekomstige stervoetballer in Bergkamp.
En hijzelf? Dennis trok zijn kaken strak, verbeet zijn misnoegen en
trainde door. Zonder het direct te horen voelt een speler aan hoe
er over hem gedacht wordt. Dat kan verlammend werken, de
benen blokkeren, maar aan Dennis was niet te zien of hij de kritiek
aantrok. Zijn mond bleef gesloten, zijn ogen helder en zijn
motivatie om de wereld het tegendeel te bewijzen werd groter.
Hongerig, ambitieus, leergierig en in stilte zelfbewust ontwikkelde
Dennis zich. Soms tegen de stroom in, soms op de golven van
vertrouwen en succes en steeds op zoek naar een beetje meer.
Dat beetje meer had hij al een keer laten zien in de maand april die
voorafging aan de wanhopige augustus-uitspraak van Kurt Linder.
Ajax voetbalde in het Stade Vélodröme in de halve finale van het
Europa Cup-toernooi voor Bekerwinnaars tegen Olympique
AJAX MAGAZINE JUNI 1993
19