schrappen van de gelimiteerde transfersommen; het was onze
belangrijkste opdracht, onmiddellijk nadat wij het destijds van het
bestuur-Harmsen hadden overgenomen".
"Bij Ajax is nog steeds iedereen te koop maar de tijd dat onze
spelers voor een appel en een ei naar Italië of Spanje verdwijnen, is
definitief voorbij. Onze spelers zijn nu
vrijwel allen op basis van meerjarige
contracten aan de club verbonden. In
geval van buitenlandse interesse
kunnen nu buitengewone
vergoedingssommen worden gevraagd.
De belangrijkste winst van onze
strategie is dat de spelers die we nu
verkopen zoveel geld opbrengen dat we
onmiddellijk kunnen herinvesteren en
daardoor sportief op het hoogste niveau
kunnen blijven meedoen. Niet alleen
financieel varen we wel bij deze
filosofie. Met de UEFA Cup vorig
seizoen en dit jaar opnieuw een plaats
in de kwartfinales heeft de praktijk
bewezen dat we ook op het veld aan
kwaliteit nog niet hebben ingeboet".
Het bestuur-Van Praag stelde zich ten
doel binnen vijfjaar naar de Europese
top te marcheren. Drieëneenhalf jaar na
dato vermocht de nieuwe
penningmeester reeds de UEFA Cup te kussen. "We beantwoorden
inmiddels redelijk aan de doelstellingen. Van ons vijfjaren-plan
zijn de eerste hobbels genomen, zowel financieel als sportief. Ajax
staat er veel beter voor dan we ooit voor mogelijk hadden
gehouden. Maar we zijn wat je noemt pas echt terug, wanneer we
bij voorbeeld vier jaar achter elkaar in een Europa Cup-toernooi
de kwartfinales halen".
Onderscheidend vermogen
Arie van Os is sinds januari 1989 penningmeester van de AFC
Ajax. De geboren Amsterdammer komt voort uit de
effectenwereld. Na een succesvolle carrière was hij firmant van het
hoekmansbedrijf Van der Moolen Co. Aan dat bedrijf is hij nu
als commissaris verbonden. Voorheen was Van Os ook bestuurslid
van de Vereniging voor de Effectenhandel en de Optiebeurs. Als
zakenman wordt hij in het betaalde voetbal met zijn soms zo
ondoorgrondelijke regels bij voortduring op zijn onderscheidend
vermogen getest.
"In het bedrijfsleven gaat men van vaste gegevens uit: winst- en
omzetprognoses en personeel dat je volgens de CAO langdurig aan
je verbonden weet. Een werknemer gaat alleen weg als hij
ontevreden is of wanneer hij zich kan verbeteren. In de voetballerij
zijn omzet en winst moeilijk te begroten. Twee keer achter elkaar
verliezen, kan belangrijke gevolgen hebben".
"De begroting van een betaald voetbalorganisatie is nauwelijks te
maken. In mijn zaak, waarin ik van m'n achttiende tot m'n 53ste
heb gewerkt, is het verloop in personeel minimaal geweest. Nog
geen vijf procent. Kijk dan eens naar de voetballerij en naar de
duur van de contracten. Waar ligt het verschil tussen blijven en
weggaan? Het is een kwestie van voortdurend aanpassingen doen.
Soms heel opportuun".
"Afspraken, bij voorbeeld, bestaan in de voetballerij ook pas als ze
zwart op wit zijn vastgelegd. Op de effectenbeurs, waar toch
miljoenen omgaan, is ja en nee in een
telefoongesprek voldoende. Niemand
komt daar op een transactie terug, ook
niet wanneer na een uurtje mocht
blijken dat de tegenpartij bij het niet-
sluiten van de transactie
honderdduizend gulden meer zou
hebben verdiend".
Verwondering
De penningmeester draagt het succes in
lichte verwondering. Nog geen twee
jaar geleden, na de bij SW vergooide
landstitel, bleek het buitenland voor de
Ajax-sterren nog geen enkele
belangstelling aan de dag te leggen.
"Het lijkt erop", sprak Van Os in die
dagen in een interview een tikje
mismoedig, "dat iedere speler van Ajax
makkelijk is weg te brengen, maar het
tegendeel is waar. Er bestaat een groot
verschil tussen kanjers als Van Basten
en Rijkaard, voor wie miljoenen guldens worden neergeteld en de
spelers van het kaliber waarvan er meer in Europa rondlopen".
De werkelijkheid overtrof vervolgens de stoutste verwachtingen.
"Ajax was door de schorsing als gevolg van het staafincident even
van het Europese podium verdwenen. Daarna heeft het indruk
gemaakt met mooie uitslagen in een reeks van internationale
wedstrijden. De perspectieven veranderden plotseling als een blad
aan de boom. De verkopen van Winter en Van 't Schip waren
daarvan het duidelijkste voorbeeld. Voordien bestond er voor die
twee in het buitenland nauwelijks interesse".
"Het is hoofdzakelijk het Europa Cup-toernooi waarin de spelers
zich in de kijker kunnen spelen, niet de Nederlandse competitie.
Dank zij de successen groeide plotseling ook de belangstelling voor
onze zogenaamde mindere goden. In de wedstrijden tegen AA
Gent, Genoa en AC Torino hebben die spelers hun kwaliteiten
bewezen. Bovendien is het in Europa nu eenmaal nog altijd een
gegeven dat men veelvuldig op zoek gaat naar spelers uit de Ajax-
school. Van Basten, Rijkaard, Koeman. Heel Europa weet waar die
drie hun opleiding hebben genoten".
"Door onze veranderde aanpak en door de aantrekkingskracht van
het buitenland zullen onze toppers nooit langer dan vijf jaar voor
ons kunnen spelen. We zullen daarmee moeten leven. Het publiek
zal er rekening mee moeten houden dat het verloop van hun
favorieten groter zal zijn dan in het verleden. Dat komt door het
buitenland. Daar praten we over. Het buitenland. De voetballers
van Ajax zijn in principe voor ons niet te behouden. De salarissen
die door de grote clubs in Zuid-Europa worden betaald zijn voor
Ajax onbetaalbaar. Het zou onzinnig en bovendien onverantwoord
Drie spelers die Ajax aan- of verkocht in de periode sinds
Arie van Os de Ajax-kas beheert: Rob Alflen in het shirt var
FC Utrecht, en de ex-Ajacieden Richard Witschge (naar
Barcelona) en Jan Wouters (naar Bayern München).
AJAX MAGAZINE JUNI 1993