De oorspronkelijke gevel van het Ajax-stadion bood een prachtige aanblik. De specifieke bouwstijl die architect Daan Roodenburgh hanteerde komt er nog fraai in naar voren. oog op het terrein van de hoeve Voorland. Die zou moeten worden afgebroken om plaats te maken voor een mooi betonnen stadion, ontworpen door architect Daan Roodenburgh. In 1934 werd het oude houten stadionnetje nog één keer provisorisch aangepast met een houten noodtribune. Die deed voor het laatst dienst op 11 november van dat jaar, voor de wedstrijd tegen Feyenoord. De verslagen in de kranten gingen vergezeld van een verzuchting dat het zo echt niet langer kon: het bouwsel kon de massale toeloop van voetbalfans eenvoudigweg niet meer aan. De chaos maakte het voor het publiek makkelijk om de derde verhuizing makkelijk te accepteren. Daarbij speelde mee dat de trouwe aanhang amper een kilometer verder hoefde aan de Middenweg, die overigens werd verbreed om de toeloop aan te kunnen. Over parkeerruimte, nu één van de redenen waarom het huidige stadion niet meer voldoet, maakte het Ajax-bestuur zich geen zorgen. De VIP's anno 1934 die zich een auto konden veroorloven, konden Ajax sindsdien vergroeid is geraakt. Watergraafsmeer vormde destijds (tot 1921) nog een zelfstandige gemeente, en burgemeester De Wit was een graag geziene gast op het Ajax-terrein. Dat terrein was aanvankelijk weinig meer dan dat. Pas in 1911, toen Ajax naar de eerste Klasse promoveerde, werden tribunes gebouwd: een overdekte tribune aan de lange zijde, en, achter één van de doelen, een onoverdekte staantribune. Men verkleedde zich in die tijd in Café Brokelmann aan de Middenweg. Toen Ajax in 1917 opnieuw, en nu definitief, naar de eerste Klasse promoveerde, volgde een open zittribune en achter het andere doel een nieuwe staantribune. De volgende uitbreiding bestond uit extra rijen plaatsen vóór de zittribunes. Nieuwbouwplannen De toeloop naar de wedstrijden van Ajax was zo groot, dat de capaciteit op hoogtijdagen onvoldoende was. In 1931 werd er met kunst- en vliegwerk nog tweeduizend plaatsen toegevoegd, maar langzamerhand werd de toestand onhoudbaar. Die conclusie viel vrijwel samen met de gemeentelijke nieuwbouwplannen voor het gebied rond de Kruislaan. Dat betekende dat Ajax vroeg of laat een nieuwe lokatie zou moeten zoeken. Na enkele plannen te hebben bestudeerd (en verworpen) viel het Architect Daan Roodenburgh en Ajax-voorzitter Marius Koolhaas ontvouwen het ontwerp voor het Ajax-stadion aan de Middenweg. hun automobiel moeiteloos kwijt op de kade langs de vredig kabbelende Ringvaart. smaakvol Het stadion, waarvoor de eerste paal op 21 april 1934 de grond in ging, was een eenvoudig maar smaakvol ontwerp. De gevel was opgetrokken in de hoekige stijl die we in Amsterdam zuid terugvinden, met een voorliefde voor grote en kleine uitbouwtjes. Het toppunt van luxe vormde de sportzaal, nodig om ook bij hevige neerslag te kunnen blijven trainen. Het geheel had, buiten de infrastructuur, bijna twee ton gekost. De inwijding vond op 9 december 1934 plaats. De officiële plichtplegingen werden gevolgd door een vriendschappelijke wedstrijd tegen Stade Francais, door Ajax met 5-1 gewonnen. Ten Have smaakte het genoegen het allereerste Ajax-doelpunt in de nieuwe tempel te maken. In de jaren zestig kondigden de eerste 22 AJAX MAGAZINE MEI 1993

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 22