De meningen over Louis van Gaal zijn verdeeld. De één vindt hem arrogant, de ander ervaart hem als een verademing. Sommigen noemen hem eigenwijs, anderen eigenzinnig. "Een merkwaardig verschijnsel", oppert de één, "een heerlijk fenomeen", beslist de ander. Lof of kritiek, waardering of naijver, voor of tegen. Een middenweg schijnt er niet te zijn. Ajax Magazine sprak met Louis van Gaal en groef, meer dan naar polemieken, naar de basis en naar de beweegredenen van de Ajax-trainer. Daarbij is het opvallend dat alle wegen binnen het geprek voeren naar het heden. Want Louis van Gaal is een realist. Een realist met persoonlijkheid. Hoewel Louis van Gaal reeds vele jaren het rustige Avenhorn als woonstede verkiest boven het rumoerige Amsterdam, is hij een Amsterdammer in hart en nieren. Geboren en getogen aan het Galileïplantsoen in Amsterdam-oost. Jongste van het negental "Ik kom uit een heel groot gezin, negen kinderen, vier broers en vier zusters. Mijn vader was voorzitter van de technische commissie van De Meer. Die technische commissie bepaalde met de trainer van de club wie er opgesteld werden. Al mijn broers speelden bij De Meer en ik was de jongste thuis dus ging ik altijd mee naar het voetbal. Broers en zussen, in vaders grote Borgward, naar het voetbalveld om te kijken naar het eerste elftal waarin de oudste broers speelden. Het was vanzelfsprekend dat toen ik tien was, en dus op voetballen mocht, bij De Meer ging spelen. Daarvoor voetbalde ik natuurlijk elke dag op straat. Paaltjesvoetbal, met de lantaarnpalen als doel. Tot de gele lettertjes kon je scoren, daarboven telde niet...We speelden met zo'n kleine bruine gummibal van de HEMA en daarmee dwong je jezelf op een natuurlijke manier je techniek aan te scherpen. Het was de kunst dat balletje op te wippen en over de tegenstander, tegen de lantaarnpaal te tikken. Slecht verliezer "De Meer had geen onaardige jeugd. Ik kan mij herinneren dat ik met de B 1 van

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 12