"Kijk" zegt Pronk, "eigenlijk zijn m'n
activiteiten bij Ajax alleen maar
hoogtepunten geweest. Die beginperiode
van de Europa Cup met al onze successen.
Wat mij nog het meeste bijstaat zijn
natuurlijk die beroemde mistwedstrijd
tegen Liverpool (5-1) in het Olympisch
Stadion in december 1966 en die
beslissingswedstrijd tegen Benfica in
Parijs,in maart 1969 met eerst die 0-0 na 90
minuten en dan twee goals van Inge
Danielsson en één van Cruyff in de
verlenging, die ons in de finale brachten
tegen AC Milan. Met plezier kijk ik terug op
mijn duels tegen Eusebio, die ik aardig in
bedwang hield. De finale tegen AC Milan
werd toen, wat Ajax-onwaardig, met 4-1
verloren."
Het seizoen daarop werden bij Ajax in de
spelersgroep wat mutaties aangebracht
waarvan een aantal spelers, waaronder
Tonnie Pronk, min of meer de dupe
werden. Het werd voor hem een jaartje
meer niét dan wél spelen, waardoor hij in
besloot 1971 naar FC Utrecht over te
stappen. Daar werd hij in het tweede jaar
geveld door een hardnekkige
achillespeesblessure, die hem uiteindelijk
afkeuring voor het betaalde voetbal
opleverde. Wat bleef waren de
herinneringen aan een prachtige tijd.
Pad vrijgemaakt
"Het mooiste blijft toch wel de periode in de
jeugd", vertelt Pronk, "die sfeer, die
gezelligheid, dat is toch heel anders dan nu.
Op de fiets of met het openbaar vervoer
naar de wedstrijden, terwijl dat nu allemaal
per auto of bus gaat. En dan dat oude huisje
op Voorland met moeder Lens achter een
grote potkachel met daarop een grote kan
met warme chocola...
Je kan toen en nu moeilijk met elkaar
vergelijken. Iedere tijd heeft z'n eigen
charme. Die periode is wel heel belangrijk
geweest voor de verdere ontwikkeling van
het voetbal en de club. Ajax liep in dat
opzicht ver voorop en heeft andere clubs de
weg gewezen. Ik zeg wel eens dat wij in die
tijd het pad hebben vrijgemaakt voor wat er
nu ligt."
"In die tijd bestond al de mogelijkheid voor
oud profvoetballers om versneld het
diploma Oefenmeester D,C, en B te halen.
Dat heb ik samen met onder anderen Sjaak
Swart, Bennie Muller, Ko Prins, Henk en
Cees Groot gedaan. We hadden de
mogelijkheid om door te gaan voor het
grote diploma. Die intentie had ik nog niet
omdat ik inmiddels een sportzaak was
begonnen en daar m'n handen vol aan had.
Ik bleef Ajacied in hart en nieren en was
altijd op de tribune of op Voorland te
vinden," aldus Pronk, die na een paar jaar
bij het Ajax-trainerswerk werd betrokken.
Zo rond 1975/76 vroeg de toenmalige
trainer Tomaslav Ivic Pronk of hij iets voor
Ajax wilde doen op het gebied van
wedstrijdanalyses voor het eerste elftal, en
of hij af en toe eens 'n jeugdspeler op diens
kwaliteiten wilde beoordelen. Het begin van
het werk dat hij nu in full-time dienst doet.
"Ik pakte het destijds met veel
enthousiasme op. Daarbij speelde ook, dat
mijn zoon bij Abcoude in de jeugd
voetbalde en ik daar met enige regelmaat
verscheen. Piet Schrijvers was er trainer. Hij
vroeg mij om het van hem over te nemen.
Dat heb ik vier jaar gedaan. Met m'n zaak
erbij én het bekijken van wedstrijden voor
Ajax.
Zo langzamerhand werd ik weer helemaal
in die voetballerij opgenomen. Om allerlei
redenen besloot ik in 1985 met m'n
sportzaak te stoppen en kwam ik in contact
met IJsselmeervogels waar ik als trainer in
dienst trad. Ik had er vier succesvolle jaren
en bovendien behaalde ik in die periode het
diploma Coach Betaald Voetbal."
Nieuwe structuur
Het was Leo Beenhakker die Tonnie Pronk
weer naar Ajax haalde. Pronks taak werd,
naast de scouting en het analyseren van
wedstrijden, ook het trainen van het tweede
Tonnie Pronk metJari
Litmanen, de Finse
international die aan
het begin van het
seizoen de Ajax-
selectie kwam kwam
versterken. Ton Pronk:
"We halen alleen maar
spelers die bij ons nog
te vormen zijn."
elftal en de A 2 junioren.
"Dat heb ik twee jaar lang gedaan. Tot het
moment dat Leo vertrok, Louis van Gaal de
zaak overnam, en er een nieuwe structuur
werd opgezet voor het technische gedeelte.
Daarin kwam een scheiding tussen
verantwoordelijkheden in het betaalde
voetbal en de jeugd. Louis vroeg mij voor de
functie van Hoofd Scouting en het
analyseren van tegenstanders voor het
eerste elftal. Ik moest dus mijn werk op het
veld laten voor wat het was. Alleen als het
echt nodig is, val ik nog in als trainer of
coach."
Overleg
Als verantwoordelijke man voor de totale
scouting van Ajax, is het voor Pronk
belangrijk te weten wat er in Nederland en
daarbuiten aan talent rondloopt. Dat vereist
een perfecte kennis van alle Ajax-spelers,
van het eerste elftal tot en met de E 2 jeugd.
Het betekent voor Tonnie veel wedstrijden
kijken, veel trainingen volgen en vooral veel
overleg voeren met trainers en leiders van
elftallen. Thans wordt er hard gewerkt om
de gegevens van alle spelers in de computer
in te voeren, waardoor er een totaalbeeld
wordt vastgelegd van de kwaliteit aan
spelers.
Pronk: "Elke maandagmiddag voeren wij
overleg, Louis (Van Gaal red.), Co
(Adriaanse red.) en ik. Het weekschema
wordt doorgesproken en we praten over de
totale situatie in de club. Maar ook over
bijvoorbeeld de te bezoeken wedstrijden in
voorbereiding op een Europa Cup
wedstrijd. Zoals die tegen Auxerre. Ik sla
die wedstrijden als een soort film in mijn
geheugen op, maak notities en werk die
24
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1993