De passeeracties stemmen tot tevredenheid, de
inzet is geweldig. Maar over de eindpass, de
beslissende voorzet, is Mare nog steeds niet
helemaal tevreden.
Ahead Eagles 1, dat in de eerste divisie een
meer dan bescheiden rol speelde. Een
groter publiek kreeg door dat er daar aan
de Vetkampstraat een talentje te
bewonderen viel. Een tweebenig talent, een
speler dus met dubbele mogelijkheden...
"Nou, als ik dan ook dubbel zoveel zou
verdienen?!", lacht Overmars zijn tanden
bloot, "Maar dat zit er nog niet in. Maar
goed, die tweebenigheid. Oorspronkelijk
ben ik rechtsbenig en eigenlijk was het
mijn vader die er bij mij, toen ik echt nog
een broekie was, op hamerde om met
allebei mijn voeten te schieten. "Als je echt
tweebenig bent", zei hij, "Dan gaat er een
extra wereld voor je open." Wanneer ik uit
school kwam ging ik altijd voor mijzelf
trainen. Met de kopgalg om mijn
koptechniek te verbeteren, en met de bal
en het houten bord. Dat houten bord
stond op het veld en de planken waren een
goed richtpunt. Oefende ik: kaatsen, met
links en met rechts. Na een tijdje legde ik
"Het is allemaal precies zo gegaan als ik mij
voorgesteld had, alleen een stuk sneller dan in
mijn ideaalbeeld"
de ballen neer waar ik hem hebben wilde,
met links en met rechts. En bij de partijtjes
nam ik me soms voor om ALLES met links
te spelen. Daar werden ze weieens gek van,
want het ging ook vaak mis. "Schiet toch
gewoon met rechts", zeiden ze dan, maar
ik ging maar door. Het heeft wel vruchten
afgeworpen. De eerste maanden bij Ajax
speelde ik als rechtsbuiten. Toen ik naar de
linkervleugel verhuisde moest ik mij wel
weer aanpassen. Ik moest de automatismen
van het linksbuiten-spelen weer vinden. Ik
had de neiging om binnendoor te passeren,
terwijl ik bij Willem II, waar ik altijd
linksbuiten speelde, gewoon buiten ging.
Ik miste op links ook het contact met Wim
lonk, ik moest echt nadenken bij het
positiekiezen, zodat hij de pass binnendoor
kon geven. Dat is lekker voetballen hoor,
met een speler die zo'n pass in huis heeft
achter je. Bij Willem II had ik wat dat
betreft ook een fijne speler achter mij
staan, Martin van Geel. Die kon de bal
mooi voor je neerleggen. Met Martin van
Geel had ik zowel binnen als buiten het
veld een goed contact. Toen de transfer
naar Ajax speelde, heb ik hem ook gebeld
en hij vertelde mij het één an ander over
zijn ervaringen, destijds bij Ajax. je weet
dat ze je in Amsterdam al gauw als en
"boer" bestempelen, wanneer je van buiten
de stad komt. Maar de prestaties op het
veld zijn bepalend. In de eerste periode heb
ik mij rustig gehouden, een beetje de kat
uit de boom gekeken. Ik ben ook goed
opgevangen, ik voelde mij al snel thuis in
De Meer.
Het laatste passje
De aanpassing aan het Ajax-spel verliep
ook wonderbaarlijk goed, voor een
negentienjarige. De roep om een
voorganger werd nimmer gehoord. En
AJAX MAGAZINE FERRUARI 1993
Mare Overmars genoot. Genoot van de
ambiance in het altijd volle Ajax-stadion.
En helemaal van de Europa Cup
wedstrijden. "O, je weet niet wat je
meemaakt. Machtig!", de gloed van het
Bengaalse vuur dat de Ajax-supporters
plegen af te steken voor de Europa Cup
wedstrijden klinkt uit Marc's stem, "Je
komt in een roes, je voelt je heerlijk. Ik
kreeg een lacherig gevoel toen ik het veld
opkwam en had het besef dat ik die
mensen iets moest bieden."
"Helemaal tevreden over mijn spel ben ik
toch nog niet", gaat Mare verder, "De
acties, de passeerbewegingen, die willen
wel lukken...alleen dat laatste passje, dat
moet vaak nog beter, nóg zuiverder. Het
goede gevoel dat je aan het eind van een
mooie actie hebt wanneer je de bal
panklaar neerlegt, ontbreekt daarom. Ik
moet leren nog beter te kijken naar wat de
mogelijkheden voor het doel zijn. En de
acties afwisselen, binnendoor, buitenom en
het kiezen van het moment om wel of niet
diep te gaan. Dat is bij Ajax heel belangrijk
en dat kan allemaal beter. Ik ben echt heel
kritisch. Tegen FC Utrecht werd ik tot Man
of the Match gekozen. Maar ik was
helemaal niet tevreden. Omdat de eindpass
er niet was. Na de wedstrijd, op weg naar
huis, maakte ik mij daar nog kwaad over.
Nee, ik ben niet erg snel tevreden. Ik moet
ook meer scoren, per seizoen moet ik zeker
goed zijn voor een doelpuntje of acht.
Vorig seizoen maakte ik er tien.
Omdat ik rap ben, raak ik niet zo snel
geblesseerd. Meestal kan ik de tackles
ontwijken, maar dat is ook iets dat nog
beter kan. Dat tikkie er langs en dan zelf
over het been van de tegenstander.
Wanneer je tegenstander een paar keer
dolt, krijg je toch dat ze zoeken, proberen
te schoppen. Zelf moet ik ook meer
17