Op 13 juli 1992, tijdens de persdag in het Ajax-stadion, werd de laatste aanwinst gepresenteerd. Al snel werd duidelijk dat Ajax geen schuchtere boerenjongen in de armen had gesloten. Met een lach van oor tot oor liet Mare Overmars zich van alle kanten in het Ajax-shirt fotograferen. En hij had zijn woordje klaar. Duidelijke zaak, Mare Overmars zou zich door zijn nieuwe omgeving niet laten afbluffen. Bovendien kende hij een flink aantal Ajacieden al uit de kleedkamer van het Olympisch Elftal. Altijd goed, een paar bekende gezichten om je heen. De condities voor een goede start waren in elk geval aanwezig. Voetballend liet Overmars zien uit een soort hout te zijn gesneden dat bij Ajax past. "De start bij Ajax ging meteen goed. In de voorbereiding draaide het lekker, net als een jaar eerder, bij Willem II. Toen had ik ook zo'n goede start. Heb ik altijd. Het is dan alsof ik energie over heb en ik ben vreselijk gretig. Nee. ik ben geen slow- starter en dat is gunstig, want zo had ik ook bij Willem II meteen een plaats in de basis te pakken. Toen ik bij Go Ahead speelde had ik een ideaalbeeld voor ogen. Eerst een paar jaar bij Go Ahead in het eerste spelen, dacht ik, daarna naar een middenmoter en dan de stap naar een topclub. Zo is het precies gegaan, alleen wat sneller dan in mijn ideaalbeeld." Het enthousiasme en de gretigheid waarmee Mare Overmars het seizoen begon en maar dóór bleef gaan, riep soms vraagtekens op. Hoe lang zou dat mannetje aan de zijlijn, die regelmatig de harde weerstand van verdedigers moest ondergaan, het kunnen volhouden? Stofzuigertje "Ja, van het zakelijke dat ik buiten het veld wèl een beetje heb, blijft binnen de lijnen niet zo veel over", erkent Mare, "Vooral in de eerste maanden smeet ik vaak met mijn krachten, dan ging ik volgens de trainer nog te ver mee naar achter om verdedigend werk op te knappen. Ik kon dat wel opbrengen maar een heel seizoen zo spelen is wel wat anders. Eigenlijk heb ik nooit anders gevoetbald. Altijd actief, lekker veel aan de bal. Vroeger speelde ik ook op het middenveld, ze noemden mij altijd het stofzuigertje! Of de Jan Wouters van Go Ahead! Mijn broer maakte plakboeken over Johan Cruijff, ik van Johan Neeskens. Prachtvoetballer vond ik dat, doorzetten, een tik krijgen en niet zeuren, doorgaan. Nee, Go Ahead was niet mijn eerste club. Het begon bij Epe. Ik woonde daar en dat was de club met naam. Toen ik veertien was kwam de belangstelling van Go Ahead. Mijn broer speelde daar toen al, op het internaat van Go Ahead Eagles." Op je veertiende in een internaat. Dat is me nog al een omschakeling. Had jij daar geen moeite mee? Overmars: "Het was best moeilijk, ja. Niet alleen voor mij trouwens, ook voor mijn moeder. Die was opeens haar twee kinderen kwijt aan het internaat! Ik was de jongste van het stel, de meeste jongens waren zeventien, achttien jaar. Er zijn momenten geweest dat ik dacht, Mare Overmars met de bal aan de linkervoet: "Als je tweebenig bent, gaat er een extra wereld voor je open. AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1993 verdomme, ik moet weg. Maar de wil om te slagen was toch sterker, ik wilde per sé slagen. Ik had steun aan Edwin, maar die ging na een jaartje weer terug naar huis, ging hij met de auto op en neer. In totaal heb ik bijna drie jaar in het internaat van Go Ahead gezeten. Het is wel een goed systeem, zo'n internaat, al vereist het van de jongens die daar zitten wel het nodige doorzettingsvermogen. De helft van het aantal dat per seizoen begint, valt gewoonlijk af, kunnen het niet opbrengen. En van mijn lichting zijn alleen Bartje Verheul die nu ergens in Schotland speelt en ik doorgebroken. Je zit met z'n allen bij een "pa en ma" in huis, een groot herenhuis op een steenworp afstand van het trainingsveld en je hebt je natuurlijk te houden aan de huisregels. Gezamenlijk ontbijten, naar school, 's-avonds eten en direct door naar het trainingsveld, half negen thuis. Je kon ook niet, zoals je gewend was, even een fles drinken uit de koelkast pakken, zulke dingen. Je maakte ook lol, logisch. Samen naar de film, samen de stad in. We sliepen met z'n vieren op een kamer en dan hadden we altijd schik, werd het al gauw twaalf uur voordat we sliepen...Ja, we hebben wel gekke dingen meegemaakt hoor." Dubbel uitbetalen Hoewel hij eigenlijk een leeftijdsgroep lager thuishoorde, speelde Mare Overmars meteen al in de A-jeugd van Go Ahead Eagles. Toen hij net zeventien was, deed Mare mee met het tweede elftal en in de voorbereiding op het seizoen ging het zo goed, dat hij op de nominatie stond naar het eerste elftal te gaan. Een meniscusblessure gooide die plannen in de war. Er volgde een operatie aan de buitenmeniscus en binnen een paar weken stond Overmarsje alweer te ballen. Eenmaal fit, werd Overmars door trainer Versieyen naar de A-selectie gehaald. "Nog te laat", vindt Mare Overmars nog steeds, "Hij had mij er best wat eerder bij kunnen halen. Ik was in vorm en ik wist dat ik het kon!" Het zelfbewustzijn dat Overmars toen aan de dag stelde bleek geen hoogmoed. Na twee invalbeurten was het, boem, gebeurd: Mare Overmars had een vaste plaats in Go 15

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1993 | | pagina 15