woensdag deed hij dat tweehonderd meter verderop, bij Ajax. Gewone mensen "Daardoor verliep de omschakeling geleidelijk, ik kon zo gemakkelijker wennen. En in die periode ontdekte ik ook dat die eerste indruk van Ajax, die van kapsones en hardheid, onjuist was. Ajax bleek een club met gewone mensen, net zo normaal als bij Wilskracht. Het bevooroordeelde beeld was meteen weg. Jazeker, de benadering was meer dan bij Wilskracht resultaat-gericht. Ik weet uit die tijd dat ik bij Wilskracht speelde en bij Ajax trainde nog een mooi voorval. Wij, Wilskracht, hadden in een Bekerwedstrijd gewonnen van Ajax. Dus van de jongens met wie ik op woensdag trainde. Schitterend natuurlijk. Op de volgende woensdag-training kwam trainer Groot de kleedkamer binnen. 'Tegen jullie hoef ik niets te zeggen', zei hij tegen de Ajacieden, "Dennis, gefeliciteerd!" dat vond ik prachtig." Natuurtalent Als je gevraagd wordt bij Ajax te komen voetballen en successievelijk bij Ajax speelt, kan je voetballen. Toch was jij in de Ajax- jeugd niet altijd de absolute uitblinker. Het is bij voorbeeld opvallend dat je nooit voor de nationale jeugdselecties hebt gespeeld. Is daar een verklaring voor? Dennis: "Wanneer je in de jeugd van Ajax speelt, ken je de dreiging van een bedankbrief aan het einde van het seizoen. Ik heb zo'n zes jaar in de jeugdopleiding gezeten en die bedankbrief viel nooit in de bus. Dat betekende dat ik progressie maakte, ik ging steeds een stap vooruit. Ik moet zeggen dat ik voor die afwijzing ook nooit bang ben geweest. Het voetballen was geen obsessie voor mij. Ik vond het heerlijk om bij Ajax te spelen, en ik deed mijn uiterste best om zo goed mogelijk te worden. En natuurlijk had ik het erg gevonden wanneer ik weg had gemoeten, want voetballen voor Ajax is voor elke jongen een droom en dat was het ook voor mij. Wanneer die droom was verstoord zou dat pijn hebben gedaan maar het zou geen "ramp" zijn geweest. Het natuurlijke talent was er altijd al, het kwam er alleen later uit dan bij anderen. De voorbeelden zijn legio van spelers die in de jeugd uitblinken, in Nederlands elftal selecties komen en het vervolgens niet redden. Spelers waarvan vroeger werd gezegd dat het "zekerheidjes" voor de toekomst waren en nu in de anonimiteit lopen te voetballen. Bij de selecties voor de nationale jeugdploegen is het vaak zo dat ze de eerder geselecteerde voetballers blijven uitkiezen. De spelers die de besten waren. Dus wanneer je in het Nederlands elftal Onder 15 jaar hebt gespeeld, ben je automatisch een volgende keus voor Oranje Onder 16 en Onder 17 jaar. Dat houdt het kringetje klein. Maar het is niet zo dat een voetballer die op zijn veertiende de beste van zijn elftal is, dat drie jaar later nog steeds is. Ik weet het van vroeger. De beste spelers van de C- en B-junioren uit mijn tijd voetballen op het tweede plan, niet aan de top. Dat kan te maken hebben met de fysieke kracht. Ik had altijd een goede lengte, maar ik was nooit erg sterk. Dat kwam met de jaren." Typeer jezelf eens als voetballer. Dennis (na enig nadenken): "Ik ben in de eerste plaats een instinctieve voetballer. Het is niet zo dat ik bij elke actie nadenk over wat ik doe en over hoe ik het moet doen. Het is een natuurlijke manier. Wat ik doe, doe ik op gevoel en met mijn snelheid zorgt dat voor de dingen die ik in het veld doe. Dat kan leuke dingen opleveren, ja. Mooie doelpunten bij voorbeeld, zoals dit seizoen uit tegen RKC. En natuurlijk tegen Real Madrid in het Bernabeu-stadion, mijn mooiste doelpunt. Alles paste, liep perfect in elkaar over. Een soort magisch moment." Als Dennis hoort dat hij de tweede speler is die door het thuispubliek van Real Madrid beloond werd met een staande ovatie, breekt een glimlach door. Terechte trots openbaart zich, zeker wanneer hij hoort dat de eerste speler Johan Cruijffwas. Die kreeg bijna twintig jaar geleden het Bernabeu- publiek op de banken na een wonderschone goal voor Barcelona. "Ja", geniet Dennis na, "dat was een schitterend moment, al die mensen die gingen staan. Ongelooflijk." "Voor mijn ontwikkeling is het belangrijk geweest dat ik in de jeugd op meerdere plaatsen moest spelen. Toen ik van Wilskracht SNL naar Ajax kwam, was ik een echte centrumspits. Bij Ajax werd ik als rechtsbuiten geprobeerd, als middenvelder, zelfs als stopper en vleugelverdediger. Soms speelde ik als linksbuiten waardoor ik gedwongen werd mijn linkerbeen te gebruiken. Heel belangrijk want zo leerde je te begrijpen wat er op al die posities van een speler verlangd wordt. Mijn huidige positie bevalt mij het best, al weet ik niet of dit al een "eindpunt" is. Ik voel me geen middenvelder maar ook geen pure aanvaller. Iets daartussen in. Een paar jaar geleden leek het me een uitdaging om op de Nummer 9 positie, diep in de spits te voetballen. Dat is veranderd. Toen was er ook nog niet de oplossing van de Nummer 10-op-mijn-manier, de schaduwaanvaller die vanaf het middenveld komt. De Nummer 10 was toen de echte spelmaker, de speler die de bal aannam, keek, passte, het spel regisseerde. Dat is geëvolueerd. Bij ons maar ook elders. Bij Barcelona zie je een speler als Bakero die vanuit het middenveld aansluit bij de aanval. Dat vind ik aantrekkelijker dan de plaats puur in de spits." Doelpuntenverslaving Dennis Bergkamp straalt gezondheid uit. Een klare oogopslag, een soepele tred en een gezond stel hersens. Toch lijkt deze fitte jongeman in het Ajax-shirt aan een zekere verslaving te lijden: doelpunten. Hoe belangrijk zijn goals voor Bergkamp? Dennis: "Ik heb dat inderdaad met alle andere spitsen gemeen. Je kan er niet aan ontsnappen, iedereen heeft het over doelpunten en het houdt je bezig. Je kan nog zo goed spelen en natuurlijk is het uiteindelijke resultaat het enige dat werkelijk telt, maar op doelpunten wordt je beoordeeld. Je kan zonder te scoren nog zo goed spelen, voor jezelf, voor het elftal, voor de coach, de mensen zullen toch zeggen: hij heeft niet gescoord. Scoor je niet, dan betekent dat voor veel mensen dat je slecht hebt gespeeld. Natuurlijk hoeft dat niet zo te zijn, maar toch steekt het wanneer je geen doelpunt hebt gemaakt. Voor een aanvaller is scoren één van de belangrijkste taken, bijna een plicht. En als je niet scoort, doet dat pijn. Doelpunten maken is heel AJAX MAGAZINE 17

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1992 | | pagina 21