rood-wit van Ajax speelt en dat pa en ma Bergkamp hun zoon in De Meer komen bekijken. Want ze zijn er vrijwel altijd bij, uit en thuis volgen ze Dennis en in de loop der jaren zijn ze er ook bij gaan horen. Vier zonen telt het gezin Bergkamp. Vier voetballende zonen, die de liefde voor die sport op een natuurlijke manier meekregen van vader Wim. Die voetbalde in "zijn" tijd bij Wilskracht SNL, de vereniging die op een steenworp afstand van het Ajax-stadion speelt en zijn diepste wortels heeft in het Sint Nicolaas Lyceum (SNL), de middelbare school waar Dennis het atheneum volgde. Moeder Tonny Bergkamp zal heel wat wasjes hebben moeten draaien voor het kwartet voetballers, in volgorde van leeftijd Wim (33), Ronald (30), Marcel (26) en Dennis (23). Het aanvallen heeft Dennis ongetwijfeld van zijn vader, die als middenvoor bij Wilskracht SNL de weg naar het doel zocht. Hij was een echte clubman en bleef Wilskracht trouw in een tijd dat het ook niet gebruikelijk was om veel van club te veranderen. Met de voornaam die Wim en Tonny hun laatstgeborene gaven werd en zijn voornaam die hij bij zijn geboorte kreeg was er niet zo maar één want die werd geïnspireerd door Denis (met één n) Law. Denis Law was de beroemde Schotse aanvaller van het grote Manchester United van de jaren zestig. Eén van de befaamde Busby-babes en een voetballer met grote schutterskwaliteiten, die in 1964 werd hij gekozen tot Europees Voetballer van het Jaar. Bovendien was Denis Law een man met een bijzondere uitstraling, een voetballer die in meer opzichten tot de verbeelding sprak. Traditie De andere Dennis, Dennis Bergkamp, vertelt hoe hij precies aan die illustere naam kwam: "Toen ik geboren werd, vroegen mijn ouders aan mijn oudere broers wat zij een leuke naam voor hun jongste broertje vonden. "Dennis", als Law, antwoordden zij. En dat werd het dus. Natuurlijk is het voor mij belangrijk geweest dat voetbal een rol speelde in ons gezin. Met zoveel fanaten in de buurt kwam het enthousiasme voor het voetballen kwam vanzelf en uiteraard ging ik ook voetballen bij Wilskracht SNL, waar mijn broers ook voetbalden. Familietraditie, ja." Op tweehonderd meter van het Ajax- stadion rende, draafde én scoorde kleine Dennis er lustig op los. Hij voelde zich thuis bij Wilskracht, die kleine club in de schaduw van het stadion. "Natuurlijk wist je als jongetje dat Ajax de beste was", gaat Dennis terug in de tijd, "Maar bij Wilskracht SNL leefde er ook iets van: Ajax, dat is de club van de poen. Bontjassen, patsers, kapsones. En daar zette je je tegen af. Toen ik een keer werd gevraagd of ik bij Ajax wilde komen voetballen was het "nee" ook vooral vanwege dat vooroordeel. Ik weet nog goed dat ik met de pupillen van Wilskracht tegen Ajax speelde. Bij rust stonden wij met 1-0 voor. Dat was sensationeel, bijna ongehoord, de mannetjes van het kleine Wilskracht tegen de voetballers van het grote Ajax. En dan 1 -0 voor die kleine club...In de rust kregen allebei de elftallen thee. De mensen van Ajax namen de thee wel aan maar zetten de pot vervolgens buiten de deur. Geen thee voor de spelers want ze stonden met 1 -0 achter, hoorde je later van je ouders. Dat bevestigde eigenlijk de indruk dat Ajax geen club voor ons was. Zo'n "harde" aanpak werd als schandalig ervaren want voetballen moest ontspanning zijn, plezier. Als klein jongetje blijven zulke dingen je bij, het was tekenend voor het fenomeen Ajax." Ajax' aantrekkingskracht Toch kwam je vrij vroeg bij Ajax terecht. Wat gebeurde er dat het door de "thee" ondersteunde vooroordeel verdreef? "Naarmate ik ouder werd groeide de aantrekkingskracht van Ajax. Daar kan je niet aan ontsnappen. Samen met twee vriendjes uit mijn elftal, Arjen Nieuwenhuizen en Ramon Liesdek, bleef ik mij ontwikkelen. Mijn ouders zagen ook wel dat het voor die ontwikkeling beter zou zijn om naar Ajax te gaan. Je besliste natuurlijk zelf wel of je wél of niét ging, maar mijn vader en moeder gaven mij wel de weg aan. De Ajax-instuif vond ik maar niets. Zeker eventjes laten zien hoe goed je wel was, nee dat zat niet in mij. Het Ajax-shirt zit 'm ais gegoten en het talent is kristalhelder: Dennis Bergkamp. Ik kwam toch bij Ajax terecht door de vader van de keeper van ons elftal, meneer De Geest. Die was leider van de C-3 van Ajax en hij zorgde er voor dat ik een keer een training mocht meemaken. Cees Groot was de trainer. Ja, het was wel een stap om, maar de aantrekkingskracht van Ajax was sterker. Sterker dan het vooroordeel, want Ajax maakte altijd iets in je los. Wanneer je tegen Ajax speelde was je extra gemotiveerd, dan wilde je het beste van jezelf laten zien, ze verslaan, juist omdat zij zo goed waren. Eerst onbewust en later bewust, wilde ik daarbij horen." De training onder Cees Groot verliep voor Dennis succesvol. De poort van Ajax ging voor Dennis open, al bleef hij in dat seizoen vanzelfsprekend voetballen voor het groen zwart van Wilskracht. Op maandag trainde Dennis op het veld van Wilskracht en AJAX MAGAZINE DECEMBER 1992

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1992 | | pagina 19