Kracht en intelligentie gaan samen in het spel van Stefan Pettersson, de aanvaller die in de zomer van 1988 naar De Meer kwam. In de hitte van de strijd houdt hij de ogen gericht op de bal. Foto: Louis van de Vuurst Ze hoefden het niet te zeggen, ze lieten zien hoe het moest en dat werkte stimulerend. Op die manier wil ik bij Ajax ook een voorbeeld zijn. Zeker wanneer het moeilijk gaat moet je iets extra's geven, er nog harder voor knokken." Wellicht is die instelling het geheim van Petterssons populariteit bij de supporters. Men is blij met Stefan. Hoe blij is Stefan met Ajax. Heeft hij in de zomer een goede keuze gemaakt door naar Amsterdam te komen? Nóóit niets doen! Pettersson: "Het is een goede keus geweest, ja. Al was het eerste jaar er wel eentje. De trainer die al snel vertrok, het bestuur dat later opstapte, de zware knieblessure. Ik dacht toen wel eens: Stefan, waar ben je in terecht gekomen. Aan de andere kant kwam ik zelf van een goed geleide club en ik had van Peter Larsson gehoord dat de zaken bij Ajax best goed geregeld waren. Kijk, overal is wel iéts mis. Van de Zweedse voetballers die in het buitenland speelde hoorde je, dat het lang niet altijd ideaal was. Het was dus niet zo dat ik met vreselijk hoog gespannen verwachtingen naar Amsterdam kwam. Het is niet meer dan logisch dat ik mij, na vier jaar, verbonden voel aan Ajax. Ja, het is ook mijn club geworden. Ik had ook geen ideaalbeeld voor ogen. Financieel was het aantrekkelijk en ik had zoiets van: ik ga er het beste van maken. Zo denk ik eigenlijk nog steeds. Ik heb nooit een planning gehad, heb nooit gedacht: binnen zoveel jaar moet ik een transfer maken naar die en die club. Ik probeer mijn werk zo goed mogelijk te doen en wat er allemaal uit voort komt zie ik dan wel. Ik heb ook geen makelaar die voor mij in Europa rondkijkt of hij mij kan verkopen. Komt er een mogelijkheid om elders veel meer geld te gaan verdienen, dan zal ik dat niet niet bij voorbaat afslaan. Maar het is niet zo ik zonodig MOET. Het met voetballen verdiende geld kan een goede basis zijn om in de toekomst iets op te bouwen maar ik kan mij niet voorstellen dat ik de rest van mijn leven niets zou doen. Dat past niet bij mijn geaardheid. Ik moet wat doen." En Stefan Pettersson lacht zijn tanden bloot. Een juweel van een sportman en een zeer aimabel mens. Ja, hij verdient het, die wekelijkse ode van de Ajax-supporters, wanneer hij heeft gescoord of moegestreden plaats maakt: "Petterssööön, Petterssööön, Petterssööön..." 18 AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1992

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1992 | | pagina 18