niet de "scorende" maar eerder de
"aangevende" spits. Dat ben ik nog steeds,
hoewel ik per jaar wel mijn aandeel in de
score heb. Maar een man van pakweg 25
doelpunten per seizoen zal ik nooit
worden. Daarom wordt ik wel eens moe
van die kritiek als zou ik te weinig scoren.
Het missen van kansen is iets anders, daar
baal ik verschrikkelijk van, zeker wanneer
het kansen zijn die, wanneer ze zouden zijn
benut, de wedstrijd had kunnen beslissen.
Zoals in de thuiswedstrijd tegen PSV. Toen
miste ik een paar mogelijkheden en dat
maakt me kwaad. Op mezelf, ja."
Naar het middenveld
Stefan Pettersson is een voetballer die door
zijn manier van voetballen erg veel moet
incasseren. Meestal staat hij diep in de spits
als aanspeelpunt en wil hij de bal in de
voeten krijgen aangespeeld. Als weinig
anderen kan hij de bal afschermen maar
gretige (soms gemene-) verdedigersvoeten
raken dan regelmatig Stefans benen in
plaats van het leer dat hij beschermt. Hoe
lang houdt Pettersson het met al die
aanslagen nog vol?
"Dat vraag ik mij zelf ook wel eens af',
Pettersson kan er om lachen, "Ik denk dat
je zo spelend in de spits niet tot je zes en
dertigste door kan gaan. het sloopt je
inderdaad. Ik zie me in de toekomst ook
meer op het middenveld spelen. Ik heb
daar de kwaliteiten voor. Nee, niet in de
stijl van Dennis Bergkamp, daar mis ik de
pure snelheid voor, maar als centrale
middenvelder achter de aanval, ja, dat lijkt
mij wel, wat en helemaal vreemd is die
plaats ook niet voor mij. Ik ben een speler
die aktief moet zijn. Als ik af moet wachten
raak ik het "contact" met de wedstrijd
kwijt. Bij IFK Göteborg werd er altijd veel
arbeid van iedereen verwacht. Dat zit ook
in mij. Steeds in beweging, het houdt je
ook alert, scherp. Ik weet nog dat ik in
mijn eerste Ajax-seizoen van de trainer,
Kurt Linder, de opdracht kreeg voorin op
de kansen te wachten en niet met mijn
krachten te smijten. Dat was iets nieuws,
eigenlijk niets voor mij, hoewel dat niet
meteen zichtbaar werd, want ik maakte
toch een hoop goals. Toch speel ik liever
zoals ik nu doe bij Ajax. Als ik kan werken
voel ik mij in mijn element en de
wisselwerking met Dennis Bergkamp
Fel belaagd door een
mandekker die soms
een been raakt in
plaats van de bal. Dat
is het lot van Stefan
Pettersson, die te vaak
het slachtoffer werd
van blessureleed.
Foto: Louis van de Vuurst
verloopt goed. Dat is een ander voordeel,
zowel Dennis als ik kunnen óf puur in de
spits óf van daarachter voetballen. Dat
vergroot de mogelijkheden van het elftal.
Door tijdens de wedstrijd af en toe eens
van positie te wisselen kan je de
tegenstander in verwarring brengen."
Voorbeeldfunctie
Het vertrek van Aron Winter en johnny
van 't Schip dunde het aantal "routiniers"
behoorlijk uit. Stefan Pettersson
manifesteerde zich voorheen nooit als een
leider die zich in verbaal opzicht liet
gelden. Is dat sinds het vertrek van Winter
en Van 't Schip veranderd. Voelt
Pettersson zich, als oudere, meer
verantwoordelijk voor het elftal?
Ik voel mij zeker verantwoordelijk", begint
Pettersson, en zijn lichte ogen krijgen iets
fels, "Maar bij mij toont dat niet zo. Ik
denk wel mee over de manier waarop wij
moeten spelen en zo nu en dan geef ik ook
best mijn mening. Méér in elk geval dan
toen ik kwam. In de eerste jaren had ik ook
het taalprobleem maar eerlijk gezegd ben
ik niet zo'n prater, zo'n leider die "bevelen"
schreeuwt naar de andere spelers. Dat zit
gewoon weg niet in mij. Ik probeer op een
andere manier een voorbeeld voor de
anderen te zijn. Door te werken. De
professionele instelling van ervaren
voetballers als Tord Holmgren, keeper
Thomas Wernersson en Torbjörn Nilsson
bij IFK Göteborg maakte op mij als
nieuweling in die ploeg altijd grote indruk.
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1992
17