v.o Manaanse: ue
Ajax-opleiding dient
gewaarborgd te
blijven".
week, vanaf de B1 jeugd 2x per week.
In de jeugdopleiding doet Frank van
Deursen het medische gedeelte voor de Al,
A2 en BI en Erna Spil de overige elftallen.
Daarnaast zijn er enige stagaires die
fysiotherapie studeren en ook inzetbaar
zijn bij andere teams. We hebben twee
diëtistes met een stage-opdracht in hun
eindexamenjaar die de spelers begeleiden
en die een voorlichtingsbrochure zullen
schrijven, voor Ajax, maar ook voor de
ouders, omtrent de voeding.
De onderwijsbegeleiding wordt
gecoördineerd door Ikey Waas en in de
praktijk geregeld door John de Best met
zijn docenten. Het eten wordt verzorgd
door de familie Bartels, de terreinmensen
zijn er voor de velden en de kleedkamers
en dan hebben wij natuurlijk ons
scoutingsapparaat, waar de talenten
vandaan moeten komen. Dat doet Tonny
Pronk op een fantastische manier. Er zijn
twee wedstrijdsecretarissen, Hans Bijvank
en Floris Tholen, die bergen werk
verzetten, Bobby Haarms traint maar ook
de kleding voor alle elftallen verzorgt hij en
het echtpaar van Welie die zorgt voor
schone kleding. Misschien dat ik nog
iemand vergeten ben maar zo ziet de
organisatie er grotendeels uit."
Stijl en school
"De grote kracht van Ajax is de
verenigingstructuuur. Van E2, dus van
acht jarigen tot en met het eerste elftal,
spelen ze op dezelfde manier en met
dezelfde nummering. Dus loopt er in de E2
ook een Jonkie met nummer 4. Iedere
positie heeft hetzelfde nummer. Zodat
jeugdspelers naar het eerste elftal kunnen
kijken en "hun" speler met hun nummer
makkelijk kunnen volgen, kunnen zien
welke taken bij die positie horen.
Natuurlijk viel het mij op dat bij Ajax in
een bepaalde, zeer herkenbare, stijl wordt
gespeeld. Wat mij ook opviel was dat de
meeste jongens minder lichamelijk zijn
ontwikkeld dan de tegenstanders maar ook
dat ze gemiddeld veel sneller zijn, veel
meer technische bagage in huis hebben en
niet alleen gedisciplineerder spelen maar
zich ook zo gedragen.
"Ajax was trendsetter op het gebied van
studiebegeleiding. Andere verenigingen
hebben dat overgenomen. De hele
commissie zit al vele jaren bij elkaar
zonder nauwelijks enig verloop. Dus bezit
men een enorme kennis.
Ajax is nooit voorstander geweest van een
internaat. De club wil ook zo min mogelijk
dat kinderen naar een andere school gaan.
Men is er een voorstander van dat
kinderen, als het even kan, binnen hun
eigen sociale milieu blijven opgroeien. Dus
eigen gezin, eigen straat, eigen vrienden,
eigen school en dan moet de rest maar
inventief opgelost worden met
roosterveranderingen en vervoer. Dat
gebeurt. Er is een tijd geweest dat jongens
werden gecentraliseerd op één school maar
die ervaringen waren niet best. Zodoende
blijft de jongen zoveel mogelijk in z'n eigen
milieu. Dat heeft wel tot gevolg dat je ze
niet van ver kan halen. Inderdaad, er zijn
ouders die desnoods willen gaan verhuizen
maar dan neem je als club toch een enorme
morele verplichting op je nek."
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1992