we verloren. Toen even Under heel kort, dan weer twee jaar Leo en nu onder Louis van Gaal. Tja, wat een lijst met mensen eigenlijk. Ik geloof een stuk of veertien." Dalletje "Op een gegeven moment kreeg ik van Bartels, de penningmeester, te horen dat ik terug zou moeten naar de jeugd/amateurs. En dat valt natuurlijk niet mee als je zover was gekomen als assistent-trainer bij het eerste elftal. Maar ja, ik had nog anderhalfjaar con tract en dat laatste jaar benutte ik wat met scouten maar op een gegeven mo ment ben ik gevlucht naar hotel Bloe- menbeek in De Lutte. Daar ging Ajax re gelmatig in trainingskamp. Niemand wist trouwens dat ik daar zat, behalve mijn vrouw. Een journalist heeft mij daar na lang speurwerk toen gevonden. Ik heb in die tijd één ding, dacht ik, goed gedaan: nooit het bestuur van Ajax na getrapt. Ik had het voor mezelf zo be dacht: Ajax heeft mij niet meer nodig, het bestuur heeft een nieuwe lijn geko zen, Aadje de Mos moest het vak leren van Under, en ik moet dat maar zien te accepteren. Maar dat gaat niet zo sim pel als je al 16 of 17 jaar bij je cluppie meeloopt. Johan heeft me gelukkig te ruggehaald." Assistent-trainer "Wat betekent dat? Een assistent-trai ner is clubman, een vertrouwensman van de hoofdtrainer. Je moet altijd bij hem in de buurt zijn, je moet gedienstig zijn en hem steunen als hij verloren heeft met z'n elftal. Bij Ajax is verliezen dode lijk. Verliezen is bij ons een begrafenis. Zo zijn we opgevoed. Over een gelijk spel moet gesproken worden. Winnen is normaal. Juist bij verlies moet je naast je hoofdtrainer staan. Je hebt wel eens een nederlaag bij een uitwedstrijd. Dan is die hoofdtrainer niet te spreken, die heeft er de pest in, die wil met je praten en je blijft bij hem net zo lang totdat hij zegt: we gaan naar huis. Er zijn maar weinig assistent-trainers die geen hoofdtrainer willen worden. Voor mij is dat geen probleem. En dat is voor zo'n hoofdtrainer een prettig gevoel. Ik ga zondag altijd met het elftal mee. De geschorste en geblesseerde spelers trainen op zondagmorgen. Als we om tien uur weggaan wordt er om acht uur getraind. Geen probleem. Laatst Danny Blind. Zeg ik: Danny, morgen half tien. Tuurlijk trainer! Dan komt er de hele organisatie rond dat eerste elftal. We gaan vaak naar een trainingskamp. Drie dagen voor een Eu ropa-Cupwedstrijd. Al 25 jaar gaan we naar Wassenaar. Daar ligt ons geluk. Een hoofdtrainer moet aan niets hoeven denken. Niet van: hoe laat gaat het vliegtuig? Is alles besteld? Is niets ver geten? Het weekprogramma moet per fect in orde zijn. Hotelkamers, indeling van de kamers, het eten, doe ik in over leg met Pim van Dord en Louis van Gaal, alles, alles rondom dat elftal moet glad jes verlopen. Ook voor trainingskampen in het buitenland. Je mag niets vergeten. Ik controleer mezelf drie keer! Toch een keer wat vergeten. Glasgow Rangers uit. De warming-up pakken. Heeft nie mand van het bestuur wat van gemerkt, ha, ha..." Revalidatietraining "Heel dankbaar werk. Ik heb er vanaf 1967 zo'n 120 teruggebracht. Dat gaat zo: de speler wordt geopereerd, komt in handen van Pim van Dord en na een aantal weken, afhankelijk van het her stel, komt Pim naar me toe en zegt: Bob, jij bent aan de beurt,het licht staat op groen. Ik geef het laatste stootje naar de groep toe. Die training, die revalidatie is niet makkelijk, is zeer intensief en soms vind ik zelfs iets te erg. Maar ver geet niet: die jongen wil zelf graag terug komen dus ze hebben er alles voor over om dat te realiseren. Robbie Alflen, Wim Suurbier, Johan Cruyff, Gerrie Mühren,Sonny Silooy, noem ze maar op. We trainen altijd samen, de speler en ik. Met z'n tweetjes. Je kan daar zo veel van jezelf geven door steeds een stapje verder te gaan en dan is zo'n ge specialiseerde training heel, heel zwaar maar die jongen is je eeuwig dankbaar. Het is enorm veeleisend maar ze weten dat ze terugkomen en dat ze over een paar weken weer in het eerste staan. Je gaat de spelers heel goed kennen. Lo gisch als je 14 dagen alleen met ze traint, bij onweer, regen, hagel, sneeuw, het maakt niet uit. Die jongen is dan he lemaal alleen met mij. Heeft een operatie achter de rug, lange blessure gehad en dan beginnen we. Tot het vest met de 7 kilo zand. Dan weten ze dat ze er bijna zijn. Die jongen doet ontzettend z'n best om terug te komen en ik help hem daar bij. Dat gaat soms heel ver en dan gaat zo'n speler kapot het veld af. En dan is er geen pers of fotograaf in de buurt. Het is grauw, het is akelig, het is koud maar wij zijn bezig om die jongen terug te brengen en dat is ontzettend dank baar werk. Na afloop zeggen ze: trainer, bedankt!" Materiaal "Voor alle elftallen in Ajax, van het eerste elftal tot de E-pupillen, beheer ik de kle ding. Alles ligt perfect opgeslagen in 3 magazijnen. De "uit" en "thuis" shirtjes met lange mouwen en korte mouwen. Daar zit geld voor zo'n half miljoen. Er is een goede samenwerking met de familie van Weelie die voor de was zorgt. De kleding wordt door mij besteld bij UM- BRO. Daar moeten we erg zuinig op zijn en zorgen dat ook alles terugkomt zodat we over een aantal jaren minder kleding hoeven te bestellen. Dat spaart weer geld uit voor de club. We hebben een contract met DERBY STAR voor 400 ballen, met NIKE voor 350 paar voetbal schoenen en met UHLSPORT voor 200 paar keepershandschoenen. En alles in perfecte staat en organisatie. Kijk, de uren op het veld staan vast. Half elf op het veld. 12 uur er af. Voor of na de training, of zelfs tussen de trainingen door, doe ik dat andere werk. Vrije da gen heb ik niet. Normaal is woensdag een vrije dag maar als je een jongen re valideert kan je niet zeggen: morgen ben ik er niet want dan heb ik een vrije dag. Die jongen moet terugkomen. Ik steek 25 uur per dag in Ajax. Want al ben je er niet dan ben je er toch geestelijk mee bezig." Generatie "Ik heb verschillende generaties spelers meegemaakt. Ik kijk nog wel eens naar

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1992 | | pagina 23