teerde als jongen van 18 jaar in het eer ste elftal bij de wedstrijd tegen Heracles dat de afscheidswedstrijd van Jan Pot- harst was. Zo is eigenlijk de liefde voor Ajax ont staan. Kijk, Ajax is een virus, het is een heel rare ziekte die in je donder is geko men en die fantastisch is. En je raakt het nooit meer kwijt. Van 1954 tot 1960 was ik onder con tract, werd twee keer geopereerd aan de meniscus, het beroemde voetbal knietje, door Dr. Tetzner, de specialist. Door die operaties ben ik zelf een paar keer gerevalideerd door onze trainer Vic Buckingham die medicijnen had gestu deerd. Ik heb dus veel van hem geleerd voor het werk wat ik nu doe: het terug brengen van spelers naar het eerste elf tal. Daar kunnen we straks nog wel even over praten. Door die problemen met die knie moest ik in 1960 stoppen. Vic Buckingham heeft toen gezegd: Bob, je moet iets als trainer gaan doen." "M'n eerste club was O.D.A. in Duiven- drecht, van 1960 tot 1963. Daar heb ik echt het vak geleerd. Er was maar één veld, ik was daar kantinebaas, ik was voorzitter, ik was penningmeester, se cretaris, trainer, alles. Veel geleerd met veel weerstanden, geen luxe. Je kwam toch uit dat grote Ajax naar een clubje in de 2e klasse AVB. Drie ontzettend fijne jaren gehad. Daarna nog 2 jaar Nautilus en 2 jaar Aalsmeer maar ik ben altijd lid van Ajax gebleven. Tot het voorjaar van 1967 toen Rinus Michels mij belde of ik geïn teresseerd was als part-timer de ama teurs van Ajax te gaan trainen. Ik sprong natuurlijk een gat in de lucht. M'n twee de vreugdesprong in feite want de eer ste keer was toen ik lid van Ajax kon worden. Het was natuurlijk fantastisch dat je een kans krijgt bij je eigen cluppie, waar je geboren en getogen bent, waar je je opvoeding hebt gehad, datje daar de kans krijgt om terug te komen als part-time trainer. Ik begon daar als vier de trainer en trainde Ajax 3,4,5 en 6. Hannie Grijzenhout en Cor Brom waren de andere assistenten. Maar het leuke was dat ik al heel vroeg van Rinus wat scoutingswerk mocht gaan doen. Naar Denemarken bijvoorbeeld. Ik dus trots als een pauw op pad en het leuke was dat Rinus met z'n vrouw bij terugkomst op Schiphol op mij stond te wachten. Omdat ze zich toch een beetje zorgen maakten, zo helemaal alleen op reis. Leuk, nietwaar? Die dingen vergeet je niet. Die eerste 2 jaren waren geweldig. Al die amateurelftallen kampioen, feesten, etentjes, schitterend. Na 2 jaar kon ik in vaste dienst komen dus was dat het derde gat in de lucht. Dat je mocht terugkomen als trainer bij je eigen cluppie was al een feest maar nu ook nog in vaste dienst, dat was he lemaal wat. Rinus kreeg steeds meer vertrouwen in me, mocht al de keeper van het eerste elftal, Ger Bals, trainen. Dat was trou wens nog in de parttime-tijd maar toen deed ik al het werk van een assistent trainer. In seizoen 1968-69 dus in vaste dienst als 2e assistent mocht ik de jeugd trainen en het eerste elftal. Er was nooit sprake van een baas/knecht verhou 27 ding. Dat heb ik trouwens nooit gehad. Bij geen enkele trainer. Rinus deed alles met z'n drieën. Hannie, hij en ik. Rinus deelde alles in. Stationnetjes maken en zo had ieder z'n taak. Door Rinus heb ik ontzettend veel van het vak geleerd." Trainers "Als je 23 jaar bij Ajax trainer bent heb je natuurlijk wel enige hoofdtrainers mee gemaakt. In 1967 dus Rinus Michels. Het begin van heel veel successen. De eerste Europacup-finale in Madrid tegen AC Milan. Verloren we. Het elftal was nog niet zover. Ook de hele opbouw van het elftal meegemaakt. Op een gegeven moment had Vasovic te kennen gege ven dat hij weg zou gaan. Moest ik van Rinus naar München 1860 om Blanken burg te bekijken. Werd op mijn advies aangenomen zonder dat Rinus hem had bekeken. Dat getuigt toch van veel ver trouwen dat hij in je stelde." "Na Rinus, in 1971kwam Kovacs en ik als eerste assistent twee jaar lang al die successen als Wereldbeker, 2x Europa cup 1altijd kampioen van Nederland, 2x Supercup, alles, alles, op het laatst viel er niets meer te halen. Toen 8 maanden George Knobel die tussentijds werd ontslagen waarna ik voor 3 maanden de verantwoordelijke man werd. Vervolgens Hans Kraay, 1 jaar en 2 maanden, toen even Rinus Michels ad interim, na Rinus 2 jaar Tomaslav Ivic. En altijd met iedereen fantastisch ge werkt, zeker ook met buitenlandse trai ners. Na Ivic, Cor Brom anderhalfjaar, daarn# werd Leo Beenhakker van jeugdtrainer hoofdtrainer en hebben wij samengewerkt tot 1982. Daarna heel kort assistent van Aadje de Mos toen de nare tijd van ontslag aantrad. Ik wil daar straks nog even iets over zeggen. Sa men met Leo naar Volendam. Na 1 jaar ging Leo weg en kwam Barry Hughes. Ook nog een jaar met hem gewerkt. Tot het telefoontje van Johan Cruyff kwam om bij Ajax terug te komen en ik sprong het vierde gat in de lucht. Eerst in part time dienst maar ik hoorde er eigenlijk al helemaal bij. Deed voor Johan veel reva- lidatiewerk Al snel kwam ik weer in vas te dienst. Iets fantastisch natuurlijk om zo terug te kunnen komen na dat dalle tje. Na Johan hebben Spitz Kohn, Barry Hulshoff en ik het een tijdje met z'n drieën gedaan en bereikten we de finale Europa Cup 2 tegen KV Mechelen die

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1992 | | pagina 21