INTERVIEW
WIM JONK
PAREL UIT HET VISSERSDORP
Een twinkelend licht danst in de don
kere ogen van Wim Jonk. Het is het licht
van zelfbewustzijn en gretigheid. Het
licht ook van genot. En dat is begrijpe
lijk, want na een lange periode niet veel
verder te zijn gekomen dan de wissel-
spelersbank in De Meer weet de 25-jari-
ge Volendammer zich nu zeker van een
vaste plaats in het elftal van Louis van
Gaal. Ruim drie jaar duurde de "donke
re" (maar, zoals zal blijken, leerzame)
periode van Wim Jonks weg naar de
top. Daarom ook, dat de lichtjes in zijn
ogen legitiem zijn. En het licht dat de
laatste maanden in volle hevigheid over
Jonk straalt weerkaatst naar de fijnproe
vers van het mooie voetbal. Wim Jonk
mag zich verheugen in de naar adoratie
neigende bewondering van de echte
Wim Jonk...meester over de bal en over
de situatie...
Foto: Louis van de Vuurst
voetbalpuristen. Door de ontwikkelingen
van de laatste maanden is de groep
Jonk-aanhangers flink uitgebreid. Niet
vreemd natuurlijk, want Wim hoort tot de
voetballers die je klakkeloos onder de
noemer "Ajax-voetballer" kan laten val
len. Een "Ajax-voetballer", dus een spe
ler die techniek, raffinement, fantasie en
uitstraling als belangrijkste wapens met
zich meedraagt. Het type voetballer
waarop Ajax in de loop der vele jaren het
patent lijkt te hebben. Toch is er een be
langrijk verschil in onderscheid tussen
het traditionele Ajax-talent en Wim Jonk.
Waar de meeste Ajax-beloften zich
reeds op zeer jeugdige leeftijd voor het
voetlicht presenteren, was er voor Wim
Jonk lange tijd slechts een plekje in de
schaduw weggelegd. Een aardige voet
baller, maar niet veel meer dan dat, luid
de ook in het voetbalgekke vissersdorp
de opinie over "Spijker", zoals zijn bij
naam in Volendam luidt. Zeker één man
(en bepaald niet de eerste de beste) zag
de mogelijkheden van Jonk echter al
duidelijk zitten: Gerrit Mühren, zelf één
van de Gouden Ajacieden van de glori
euze jaren zestig en zeventig. Hij was
het die Wim Jonk met kracht aanbeval
bij de technische staf. Dat was aan de
vooravond van het seizoen 1988 - 1989
toen Ajax Richard Sneekes naar Volen
dam liet gaan in ruil voor Jonk. De trans
actie verliep vrij geruisloos. Voor de be
trokkenen was het een mooi en
spannend avontuur, voor de buitenwe
reld een weinig schokkende aangele
genheid die slechts in de cafés aan de
Volendammer dijk de tongen losmaakte.
Afzien in het krachtcentrum
De geweldige ambitie waarmee Jonk
aan "Ajax" begon kreeg in de eerste ja
ren een paar gevoelige knauwen. Bles
sures hielden hem regelmatig buiten het
speelveld maar gelukkig niet in die mate
dat hij zijn mogelijkheden niet kon open
baren. Dat de huurbasis waarop hij in
1988 naar Ajax was gekomen het aan
sluitende seizoen al werd omgezet in
een vaste verbintenis getuigde al van het
vertrouwen dat Ajax in de aanvallende
middenvelder had. Wanneer Wim Jonk
in het eerste elftal speelde, deed hij dat
goed. Dan liet hij de fijnproevers hun vin
gers aflikken. Maar teveel diende hij zich
op te houden in het krachtcentrum om
daar in z'n eentje naar revalidatie te
vechten. Eentonig afzien was dat, waar
Jonk echter ook een andere - uitsteken
de - kant van zijn karakter toonde: door
zettingsvermogen. Zonder die mentali
teit zou Jonk nu waarschijnlijk ergens
anders voetballen. Gelukkig voor de
Ajax-supporters zette hij ook in die moe
deloos makende dagen door en werd hij
voor" zijn eenzame inspanningen be
loond.
Uitgekeken
Toch had de situatie zoals die zich aan
het begin van dit seizoen manifesteerde,
niet veel langer moeten voortduren.
Wim Jonk zat als een soort luxe-reserve
te wachten op een kans. In om het even
welke ploeg zou hij een onmisbare
kracht zijn geweest maar bij Ajax lagen
de zaken weer net iets gecompliceerder.
Pas nadat de trainerswissel Leo Been
hakker - Louis van Gaal zich had ver
trokken kon "Spijker" rekenen op een
plekkie in de beginelf van Ajax.
"In het begin mocht ik alleen spelen