soms iets zinnigs. De spelers van het eerste schermen zich af als een soort bal tegen allerlei invloeden omdat ze de gelegenheid.de tijd en soms hèt inzicht niet hebben het zinnige van het onzinni ge te onderscheiden. Vooral in de jeugd zijn er spelers die, wat men noemt, blessuregevoelig zijn. Jon gens die altijd wat hebben: een verstuik te enkel, moe zijn, pees-overbelasting enz. Dat komt omdat men zich relatief te zwaar belast en dus bepaalde delen van het lichaam overbelast. Dat zie je eigen lijk terug in elke groep, ook in het eerste elftal, waar je relatief weer andere nor men en waarden hebt. Het vergrootglas, waardoor je kijkt, is veel sterker. Iemand die altijd wat heeft, daar moeten wij en hijzelf wat slimmer mee omgaan. En hoe dat moet, is per individu te bekijken. Het effect van een blessure op het leven van een topvoetballer kan heel essen tieel verschillend zijn. Iemand die één wedstrijd moet overslaan blijft in een be paald ritme zitten. Een langdurige bles sure is voor de speler op allerlei fronten nogal bedreigend: financieel, emotio neel, sportief en de drang het weer kun nen opbrengen terug te komen. Daar staat tegenover dat mensen die in die groep zitten, hebben bewezen dat ze het kunnen. Maar anderen kunnen dat ook en dus is er een constante strijd om het recht van de sterkste en de hiërar chie. Het is inderdaad voor de nummer 12 t/m 16 soms wachten op de ellende van een ander. Terugkomen is soms niet eenvoudig. We houden die revalidatie wel nauwgezet in de gaten maar de druk is vaak groot. Veel wedstrijden, spelen op zondag-woensdag-zondag, Europa Cup-wedstrijden, reisjes, dat geeft toch een zware belasting voor mensen die ie dere keer weer een topprestatie moeten leveren. Dus zeggen ze wel eens na zo'n periode: we zijn moe. En dan bedoelen ze niet dat ze buiten adem zijn. Ze zijn het gewoon even zat, het is een ander soort moeheid dan een paar keer de trap op en af lopen. Een zwaar leven? Dat verschilt van indi vidu tot individu. Ik denk dat ze een heel mooi leven hebben dat gepaard gaat met zware piekbelastingen. Sommigen kunnen dat heel makkelijk aan en erva ren dat niet als zwaar, vooral als het alle maal goed gaat. Ik heb dat zelf ook er varen toen ik nog roeide. Wedstrijden waarbij een record geroeid werd waren helemaal niet zwaar maar als je laatste wordt ben je bek af. Mensen die een blessure hebben en steeds weer terug moeten komen hebben het zwaar, een teleurstelling hebben door toch weer op die bank te moeten plaats nemen er vaart men als zwaar. Maar spelers die hard moeten lopen en steeds maar weer diep moeten gaan en zuiver fysiologisch fysiek aan een wedstrijd bezig zijn maar winnen hebben het wel zwaar maar heb ben gewonnen en gaan lekker vrolijk met modder in het bad en hebben feest. Je moet oog en gevoel en ruimte heb ben voor geestelijke begeleiding. Dat geldt voor de spelers ook. De psycho loog staat startklaar maar de vraag is of iedereen al zover is. Kijk, als spelers zich als groep en individueel lekker voelen, is dat goed. Zo niet, dan ligt er een pro bleem. Er zijn ook mensen die zeggen: je moet op een of andere manier een probleem creëren. Dan krijg je als reactie frustratie en frustratie geeft in de psychologie agressie en als je die agressie goed ka naliseert krijg je een doelpunt. Of een blessure, als je die agressie niet goed kanaliseert. Of er ontstaat boosheid, somberheid of zelfs depressiviteit. Het kontakt tussen de spelers en de fy siotherapeut is zeer intens. De speler geeft zich, zeg maar, letterlijk en figuur lijk bloot. Natuurlijk moet heel voorzich tig met al die informatie worden omge sprongen maar het is altijd goed dat spelers zich uiten over zaken die hun dwars zitten. Dit komt veel voor tijdens behandelingen van mensen die langdu rig met iemand bezig zijn en daar alle aandacht en tijd voor hebben. Shoppen Er blijkt wel eens een ad-hoc behoefte te zijn bij spelers om een bepaalde behan deling door anderen dan onze eigen me dische staf te laten doen. Ik ben daar op zich niet tegen maar zien dan graag wel dat deze behandeling gebeurt in overleg met ons. Het doel is uiteraard dat de speler er beter van wordt. Enige vorm van kwakzalverij is nooit helemaal uit te bannen en over de resultaten bij hapto- nomen wordt verschillend gedacht. Wij als medische staf kunnen en moeten in ieder geval zorgen dat de speler zich bij ons thuis voelt, dat er een goede op vang is van geblesseerden en zieken, dat we de eigen deskundigheid in tact houden c.q. uitbreiden maar ook onze beperkingen kennen en erkennen. Korte lijnen naar een goede diagnostiek en een zeer specialistische therapie creëert "veiligheid" en voorkomt "shoppen" Het zou best goed zijn om nog meer tijd testoppen in de medische begeleiding. Er is nog heel veel te doen op het gebied van onderzoek. Veel zaken zijn nog on bekend. Alleen al het feit dat er in het al gemeen veel over medische begeleiding van topvoetballers wordt gesproken is al een heel goede en belangrijke zaak. Landelijk bestaat er een overleg in de vereniging CCC Club voor Clubartsen en Consulentenjen is er regelmatig kon- takt met de artsen van de KNVB wan neer onze spelers moeten uitkomen in een vertegenwoordigend elftal. Ik vind wel dat de medische staf een re latieve zelfstandigheid behoort te heb ben. Natuurlijk is er een heel goede po sitieve intentie naar Ajax toe maar als een individu naar mij komt moet hij niet het gevoel hebben dat ik zijn probleem met het bestuur of Technische Direkteur bespreek, daar waar het niet gewenst is. Dat is heel belangrijk. Niemand krijgt van mij iets te horen over spelers tenzij de speler daarmee akkoord gaat. Vrijwel al tijd is het belang van het individu samen gaand met dat van de club. In dat enkele geval waar dat niet zo is moet het be lang van het individu voor gaan. Tijn Middendorp Als clubarts ben ik in feite voor iedereen aanspreekbaar, dus niet alleen jeugd-, amateur- of profvoetballers. Anderen schieten me wel eens aan als ze een medisch klachtje hebben. Dokter, kijk daar even naar en wat raadt u mij aan. Ook de trouwe supporters, die elke dag bij Ajax zijn om naar de training te kijken en om lekker over Ajax te kletsen schie ten mij wel eens aan. Ach ja, dat is toch leuk...Ajax betekent voor die mensen zo ontzettend veel, dan mag je toch ook wel wat terugdoen..." 50

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1992 | | pagina 50