INTERVIEW STUDIE EN PROFESSIONELE JEUGDBEGELEIDING 39 Het is niet helemaal ondenkbaar dat me nigeen, buiten de club, niet of nauwelijks op de hoogte is van het bestaan van de Studie- en Begeleidingscommissie in de Ajax-organisatie. Dat is op zich niet zo erg vreemd gezien het feit dat deze commissie vrij anoniem te werk gaat en nauwelijks enige publiciteit krijgt. Daar zit men ook niet zo zeer op te wachten doch gezien het belang en belangrijk heid van het vele werk van de commis sie, reeds vanaf het seizoen 1977/'78 zou wat meer bekendheid omtrent het doen en laten van de S.B.C. geen kwaad kunnen. Dat was een van de re denen om een gesprek te arrangeren met een tweetal commissieleden, de he ren Karremans en Waas, zeker ook om de laatste ontwikkelingen te vernemen omtrent de werkwijze van de commissie in samenhang met de ruim twee jaar ge leden gestarte professionele jeugdoplei ding waar inmiddels de S.B.C. een we zenlijk onderdeel van uitmaakt. Dat is dan totaal anders dan de oorspronkelij ke opzet zoals dat het geval was bij de start in 1977. De doelstellingen waren toen niet veel anders: jeugdspelers be geleiden bij niet-voetbaltechnische za ken zoals bijvoorbeeld studie wat uiter aard een groot deel van de werkzaam heden uitmaakte wanneer men te ma ken kreeg met jongens van 12 tot 18 jaar. Er bestond een grotere vrijblijvend heid.Wie niet begeleid wenste te wor den mocht de deur van de commissie kamer voorbij lopen. Bovendien kende de S.B.C. een passieve houding. Wie steun nodig had kon zich melden. Het initiatief ging in eerste instantie niet van de commissie uit. Dat was allemaal in het begin. In de jaren daaropvolgend werd konstant bijgestuurd in het te voe ren beleid van de S.B.C. De passieve houding werd een aktieve, voortgangs verslagen werden geschreven, de resul taten werden steeds beter. Alles resul teerde na 5 jaar in het publiceren van een verslag over spelersbegeleiding waar bij S.B.C. aan het slot tot de con clusie kwam dat begeleiding een "con tinuing story" is en wel een waarvan het einde nog niet in zicht is. Een volkomen terechte conclusie want inmiddels is er wel het één en ander veranderd c.q. aangepast. Daarover en allerhande an dere zaken aangaande de begeleiding op het maatschappelijk vlak gaat het on derstaande verhaal, opgetekend aan de hand van vertellingen van Dick Karre mans, rector van de Berlage Scholenge meenschap en Ikey Waas, voormalig conrector van de Openschoolgemeen schap Bijlmer en coördinator van de S.B.C. Opleiding "Zo'n vijftien jaar geleden ontstond in derdaad de behoefte vanuit de techni sche staf om mensen aan te trekken die Frankie Rijkaard en Gerald Vanenburg aan het werk in de perskamer, in het begin van de jaren tachtig was de Studie- en Begeleidingscommissie van Ajax reeds aktief. jeugdspelers beter konden begeleiden bij hoofdzakelijk studie-aangelegenhe den. Voorheen werd dat zo min of meer gedaan door deels de trainers en deels de elftalleiders. Maar niet verwacht mocht worden dat van die1<ant enige deskundigheid mocht komen al deden deze mensen erg hun best het zo goed mogelijk te doen. Ajax had toen ook een beetje de naam van alleen maar voetbal len en verder niks. Je zoon laten spelen in Ajax betekende voor velen desinteres se voor de school met alle gevolgen van dien. Een doorsnee jongen van 15 of 16 jaar met voetbalcapaciteiten heeft auto matisch meer aandacht voor het voetbal dan voor studie en ook toen eiste Ajax nogal wat tijd op aan trainingen en wed strijden. Vanuit het bestuur was het toen Dick Boering die het initiatief nam te ko men tot een Jeugdbegeleidingscommis- sie, later omgedoopt tot Studie- en Be geleidingscommissie (S.B.C.) met als doel de jeugd beter te begeleiden bij niet-voetbaltechnische zaken, dus voor al studie. Dat betekende simpelweg dat dé jeugdspelers in de gelegenheid wer den gesteld voor de aanvang van de training hun huiswerk bij Ajax te maken onder begeleiding van een docent. Niets was verplicht. Wie hiervan gebruik wilde maken deed dat. Dat is nu wel even an ders, zoals heel veel anders is dan vroe ger. Ajax heeft lange tijd de intentie gehad de jeugdspelers zo lang mogelijk "in huis" te hebben. Voorheen kwamen de spe lers naar Ajax voor de training van zo'n anderhalf uur en gingen weer naar huis. Bij de start van de jeugdbegeleiding wa ren de spelers al wat langer bij Ajax om dat voor de training het huiswerk kon worden gemaakt. Maar inmiddels is dat nog veel meer geïntensiveerd. Op ver zoek van de technische staf werd ruim 2 jaar geleden het verzoek gedaan aan het bestuur te komen tot een professionele jeugdopleiding met een forse intensive ring van de trainingsuren. Dat kende nogal wat gevolgen want bijvoorbeeld trainen om 2 uur 's middags zou beteke nen verzuimen van schooluren. Verder heb je niet alleen te maken met jongens vanuit Amsterdam. Daar is het voetbal talent, zegt men wel eens, zo'n beetje opgedroogd. Dus beschikt Ajax over spelers die soms van ver moeten ko men. Al dat soort zaken kwamen aan de orde. Dus is er betrekkelijk lang goed nagedacht hoe alles kon worden geor-

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1991 | | pagina 39