ROB WITSCHGE IN Z'N ELEMENT Een juichende Robbie Witschge keert terug naar zijn medespelers nadat hij in de verregende topper Ajax - PSV van 1988 de stand op 1-0 heeft gebracht. Later in de wedstrijd zou Witschge via een strafschop de eindstand op 2-0 be palen. Foto: Jan Onclin Als er ooit een tijd was waarin bleek hoezeer Ajax verweven was met het le ven van alledag in ons dierbare vader land, was het wel in de vroege herfst van 1988. Zelfs wie zich normaliter weinig opwindt over voetbal, informeerde be zorgd bij zijn meer voetbalgerichte vrien den en familieleden. Alsof een familielid in het ziekenhuis was opgenomen met een ziekte waarvan de medici niet pre cies konden vinden wat het was, zo leef de Nederland mee met de toestand van Ajax. Het was ook niet niks: de club die vijftien tot twintig jaar tevoren het be langrijkste promotionele exportartikel van Nederland was geweest, maakte zorgelijke tijden door. In jaren was het Ajax niet zo slecht gegaan als nu. Na het abrupte vertrek van coach Johan Cruijff in januari leek Ajax zich redelijk van de verwondingen te herstellen. Al bleef het bestuur onder schot liggen van zowel publiek als pers. Die zomer barstte de bom: na vergeefs te hebben getracht een trainer te contracteren van interna tionale faam, viel Ajax terug op een oude kennis van het bestuur, de Duitser Kurt Under. Die had zich al enkele jaren niet meer beziggehouden met voetbal op enig niveau, maar wilde bij wijze van vriendendienst het trainerschap wel op zich nemen. Het werd een regelrecht fiasco: Under slaagde er niet in enige lijn aan te brengen in het Ajax-spel, en het zwalkende elftal verspeelde in de sei zoensopening handenvol punten. Degradatiezone Op 20 september, met Ajax in de degra datiezone van de Eredivisie, gooide de wanhopige Under de handdoek in de ring, en kreeg het duo Spitz Kohn en Louis van Gaal de technische leiding in handen. Een week later bezweek het bestuur onder de druk van de kritiek. Zo verkeerde Ajax in chaos op het mo ment dat PSV op bezoek kwam. De landskampioen en Europa Cup-houder had aan alle kanten de beste papieren, en pessimisten vroegen zich slechts af hoe groot de afgang voor Ajax zou wor den. Maar, zoals het clichématige ge zegde luidt, als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Die redding kwam voor Ajax van de weergoden, die het de za terdag vóór de wedstrijd onbarmhartig in Amsterdam hadden laten regenen. Zozeer zelfs dat Ajax, beducht voor een slechte opkomst, scheidsrechter Blan- kenstein verzocht de wedstrijd af te ge lasten. PSV was evenmin happig op het doorgaan van de wedstrijd, maar Blan- kenstein hanteerde de reglementen en meende dat het veld weliswaar zwaar was, maar niettemin te bespelen. Debuut Frank de Boer De spelers van Ajax stelden zich voor de wedstrijd op de hoogte van de situatie en zagen dat er hier en daar plassen te vinden waren, maar dat andere delen van het veld er goed bijlagen. PSV maakte zich minder zorgen en besloot de terreinomstandigheden te nemen voor wat ze waren. En die instelling zou ze fataal worden. De nieuwe trainersstaf besloot tot enige aanpassingen in de opstelling en een verdedigende uitgangspositie. Frank de Boer mocht in de basis debuteren: Ri chard Witschge werd eveneens in de beginopstelling opgenomen, maar werd al na een half uur vervangen door de routinier Arnold Mühren, die, steunend op zijn ervaring, op het soppige veld be ter in staat bleek het spel te verdelen. PSV trad aan met vrijwel dezelfde ploeg als die in het voorjaar de Europese beker had veroverd, dus nog zonder de Brazili aanse aankoop Romario. De aanvaller zou enkele weken later zijn debuut ma ken. De enige echte afwezige was Ivan Nielsen, zijn vervanger was Addick Koot. Ajax had het zekere voor het onzekere genomen en begon met een versterkte verdediging (vier man plus Wouters als libero) en een afwachtende houding. Rustig werden de Eindhovense aanval len in de beginfase opgevangen, met het zware veld als bondgenoot. Mark Ver- kuyl schakelde Kieft uit, terwijl Gillhaus tegenover Larsson niet werkelijk aan bod kwam. Gerets te snel af Nadat een vergetenswaardige eerste helft sloeg na de doelwisseling de vlam in de pan. Veertien minuten waren er ge speeld toen Frank de Boer een pass op links wegstuurde. Eric Gerets, de erva ren Belg, was Rob Witschge een stap voor en speelde kalmpjes terug op Van Breukelen. Te kalmpjes, zo bleek, want Gerets had er geen rekening mee ge houden dat het voorval plaats vond op één van de natste plekken aan de noordkant van het Olympisch Stadion. Zijn terugspeelbal bleef liggen in de plas. Witschge reageerde sneller, at Gerets de kaas van het brood en prikte de bal achter de vloekende Van Breukelen. Het was een wat schlemielige, maar verdien de goal. De combinaties lukten bij Ajax beter dan bij het hooghartig aan de wedstrijd begonnen PSV. Toch kregen de Eindhovenaren nog de kans gelijk te maken. Ronald Koeman speelde Kieft aan, maar alleen voor Menzo schoot de ex-Ajacied tegen de keeper op. Vijf mi nuten voor tijd viel de definitieve beslis sing, toen Jan Heintze een actie van Rob Witschge oploste door de blonde aanvaller tegen het gras te werken. Blankenstein wees naar de stip, en om dat Larsson penaltybenutter inmiddels was vervangen en Wouters zich niet ze ker voelde, stapte Robbie zelf naar de bal om even later Van Breukelen voor de tweede maal te passeren. De andere linksbuiten, Hendrie Krüzen, was toen al vervangen. Hij kwam in het stuk niet voor, en dat gaf Witschge alle hoop op een spoedige selectie voor het Neder lands elftal. Die kwam, al was het niet meteen. Zoals Tahamata negen jaar eer der was Witschge de held van de wed strijd. De parallel werd doorgetrokken doordat Robbie vervolgens naar het bui tenland vertrok om daarna via Feye- noord in de Eredivisie terug te keren. Evert Vermeer 24

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1991 | | pagina 24